Welkom La Folia Tekeningen Dracula
illustratie, © Wanita Resida 2006


Dracula

Een gedicht


borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; © op de foto W.Resida
illustratie, © Wanita Resida 2006
Inleiding het gedicht literatuur

Commentaar en annotaties op het gedicht van Michael Beheim

Een tiran genaamd Dracula, voivode van Walachije
1

Dracula Voivode* is zijn naam

Vlad Tzepesh, voivode in 1448, 1456-1462, najaar 1476 ook bekend onder de naam Dracula, leeft van ca. 1430- eind 1476/begin 1477 De betekenis van de naam Dracula: Drac= duivel. Dracul= de duivel. Dracula= zoon van de duivel, zoon van Dracul.
Vlad zelf tekent tussen 1474-1476 zijn brieven en oorkonden met Dragulya, Dragkulya. In zijn regeringsperiode van 1456-1462 tekent hij met zijn naam Vlad.
De bijnaam Dracula is al heel lang in gebruik onder de Roemenen in de Balkan voor mannen die zich onderscheiden door moed, driestheid, slimheid, durf, onverschrokkenheid maar ook wreedheid.
Etymologisch ligt drac, dracul vlak bij het latijnse/grieks draco= draak= symbool voor de duivel. Roemeense woorden voor draak zijn zmeu, balaur.
De vader van Vlad Tzepesh is lid van de orde van de Draak, hij wordt Dracul of Dracula genoemd, met name door zijn vijanden. Sommige verklaringen: oorspronkelijke naam zou Dragul, de Beminde zijn. Draga is een slavisch woord wat liefde, bemindheid betekent. Door vijanden zou de naam veranderd zijn in Dracul, de duivel. De naam Dracula wordt ook voor Vlads jongere broer Radu gebruikt, het bijna een familienaam geworden. In ieder geval lijkt Dracula te worden gebruikt als een soort geuzennaam onder de leden van dit geslacht, een eretitel waarmee men zich onderscheidt van de rest van de familie. Zie ook Draculya de Sintesti en de nakomelingen van Vlad in de vrouwelijke lijn, die de naam Dracula tot halverwege de 17e eeuw aan hun familienaam blijven toevoegen.
Dracula gaat over op een landgoed gelegen in Szeklerland, dat door zijn nakomelingen tot in de 17e eeuw in eigendom is bezeten. Dit landgoed wordt tot in de 19e eeuw met deze naam aangeduid, het laatst in 1869 als Drekula. Dit landgoed ligt in het Komitaat (graafschap) Prundu-Borgo, hetzelfde graaf­schap, waar Bram Stoker het kasteel van graaf Dracula situeert. (P. Binder, Une famille noble roumaine de Transylvanie: les Drakula de Sintesti. In: Revue Roumaine d'Histoire, XXVII,4, p. 301-314. 1988.)

en Walachije** is het land,

** Walachije maakt deel uit van het huidige Roemenië, de oppervlakte is ongeveer gelijk aan dat van het huidige Neder­land. Het wordt begrensd door de Donau in het westen en zuiden, de Karpaten of Transsylvaanse Alpen in het noorden en de Zwarte Zee in het oosten.
11

Ook zijn vader* heerste in dit Walachije,

* Vlad Dracul, regeert in 1436-1442, 1443-1447.

met veel geweld en onrechtvaardigheid.**
** Tijdgenoten noemen Vlad Dracul, "een man zeer beroemd om zijn moed en wijsheid" (De Wavrin), een dappere, onvermoeibare strijder tegen de Turken (Bonfinius).
Zij spreken Beheim tegen in zijn karakterschildering van Dracul. Hier is duidelijk: de appel valt niet ver van de boom. Zo vader zo zoon.
De byzantijnse kroniekschrijver Doukas: "De bastaardzoon van Mircea, genaamd Draculion, en deze was boosaardig en slecht, hij wiens naam het effect van zijn werken aantoonde, want Dragulios betekent slecht".
en verloor hij zijn gekroonde hoofd.***

*** December 1447. Vlad Dracul wordt onthoofd, zijn oudste zoon Mircea wordt gefolterd en levend begraven en een niet met name genoemde minderjarige jongste zoon zou zijn blind gemaakt. (Giraudo, 75). Hunyadi's actie is om twee redenen: Dracul heeft zich in 1446 met de Turken verzoend en hij wil zich wreken voor het feit dat hij na de nederlaag bij Warna in november 1444 door de Walachijse vorst, hiertoe aangezet door zijn zoon Mircea, op vernederende wijze was gearresteerd.

hij regent over de Magyaren,****

**** Tussen 1445-1453 was Hunyadi regent van Hongarije


illustratie, © Wanita Resida 2006
21

en zijn broer* met hem
* Radu de Schone, voivode van Walachije 1462-1475 (met onderbrekingen)

samen veel ketterse afgoden**

** Vlad en Radu zijn Grieks-orthodox, Beheim suggereert dat ze na de dood van hun vader tot het Rooms-katholieke geloof zijn overgegaan.
Volgens de bronnen verblijven Vlad en Radu tijdens deze gebeurtenissen als gijzelaars aan het Ottomaanse hof (tussen 1443-1448).

om voor het ware christendom*** voortaan

*** De romeinse versie van het Christendom.
In dit gedicht wordt uitgebreid verhaald hoe Dracula geestelijken kwelt, vermoordt en kerken plundert, hiermee schendt hij deze eed: door zijn ontrouw aan de (Rooms-katholieke) kerk en God toont Dracula zich als een ketter.
31

plus zes* na

* 1456 is het jaar van de komeet van Halley, het beleg van Belgrado door de Turken, en een grote pestepidemie in de Balkan. "Voor Hem uit gaat de pest en koortsgloed volgt Hem op de voet" (Habakuk 3:5)

zowel verre als nabijgelegen.**
** De Walachijse lenen in Zuid-Transsylvanië, Amlas en Fagaras, grenzen aan Walachije.
Verderop in Transsylvanië liggen de lenen Vintz, Vurpar, Bologa en Geoagiu.

41

Vladislav* de voivode en vorst

* Vladislav II, regeert december 1447- zomer 1456, wordt door Hunyadi aan de macht geholpen. Vladislav is mede verantwoordelijk voor de dood van Vlad Dracul en diens oudste zoon Mircea (*1428-1447), die levend wordt begraven na te zijn gefolterd.
Vladislav II wordt op 22 augustus 1456 te Tirgsor gedood en ligt begraven in het Dealu-klooster bij Tirgoviste. De versies over zijn dood verschillen. Hij zou of onthoofd of levend begraven zijn. Volgens andere varianten zou hij door bojaren zijn vermoord.
"Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem die geen barmhartigheid bewezen heeft "(Jacobus 2:13).


In moderne internationale verhoudingen zijn voor het nemen van represailles tegen een buitenlandse macht en/of diens onderdanen 3 voorwaarden vereist, die zeker ook zouden kunnen worden toegepast op de internationale omgangsvormen ten tijde van Vlad.
Er moet opzettelijke schending van de zijde van de andere partij aan vooraf zijn gegaan.
Pogingen om genoegdoening te krijgen moeten zijn mislukt.
En tenslotte moet de vergelding in redelijke verhouding staan tot de geleden schade.
Aan de eerste twee voorwaarden is hier zeker voldaan.
De Zevenburgers verlenen steun aan Vlads tegenstanders en negeren zijn schriftelijke (en mogelijk ook diplomatieke) verzoeken om daarmee op te houden.
Of Vlad zich met zijn moord- en plundertochten ook aan de derde voorwaarde heeft gehouden laat ik gaarne ter beoordeling over aan de lezer.
In tegenstelling tot het beeld dat Beheim en de pamflettenschrijvers oproepen moordt en brandschat Vlad wel degelijk zeer selectief in de gehuchten waaruit de kooplieden en bestuurders die zijn vijanden steunen hun inkomsten ontlenen. Men treft een vijand het hardst in zijn portemonnee.
Ook beschaafde staten in de 20 eeuw oefenen terreur uit op de bevolking van andere staten om daarmee de betreffende regering te dwingen hun welgevallige maatregelen te nemen.






51

Daarna liet hij alras*

* April 1457.

dorpen en gehuchten,**

** Vergeldingsmaatregelen voor de steun, die enkele rijke kooplieden Peter Gereb van Wijngaarde en Peterman uit Sibiu aan een halfbroer van Vlad, genaamd Vlad de Monnik geven, die hen in ruil handelsprivileges verleent op Walachije en de inkomsten uit de tol van Rucar.
Overigens verzoekt Vlad het bestuur van Sibiu eerst vriendelijk per brief om hun steun aan zijn rivaal te staken. De hiergenoemde dorpen zijn eigendom van deze kooplieden.
Verwoest worden: Satul Nou ook Noul Roman genaamd (Neudorff), Klosterholz en Holtzmenya (Hosmanul) en Casjolt; verder Benesti, eigendom van Nikolaas Sachs, aanhanger van troonpretendent Dan, april 1457. Verder het dorp Nocrisj, eigendom van Peter Gereb van Wijngaarde.
N.B. Peter Gereb van Wijngaarde behoort tot de opstandige saksische edelen die in 1467 door Matyas Corvinus werden onthoofd.
Overigens is Vlad niet de enige Walachijse voivode, die uit vergelding bruut optreedt in Zuid-Transsylvanië. Zijn voorganger Vladislav II voert tussen 1453-1456 diverse raids uit in Fagaras ten gevolge van politieke onenigheden met de authoriteiten in Transsylvanië en vanwege hun steun aan Vlad, die als troonpretendent in Transsylvanië leeft.
Er is een lijst uit 1453 waarin de schade door Vladislav II en zijn aanhangers aangericht wordt opgesomd. Uit deze lijst blijkt dat er ook (in opdracht van Vladislav II) geplunderd, gebrandschat en gemoord wordt door zijn aanhangers.
Hij poogt zelfs met behulp van moordaanslagen (onder andere bij Geoagiu) Vlad uit te schakelen.
Gelijke repressailles neemt Laiota Bassarab (de voivode die rond de jaarwisseling 1476/1477 samen met de Turken Vlad Tzepesch doodt) in 1475/1476 uit onvrede met de steun die Vlad in Transsylvanië geniet vanwege diens hernieuwde kandidatuur voor de Walachijse troon.
Tussen 1479-1480 dreigt Bassarab Tzepelus (ook Vlad Tzepelus, de Kleine Spietser genaamd) een aantal dorpen in Transsylvanië, waarvan de inwoners zijn uit Walachije verdreven rivaal Laiota Bassarab steunen te verbranden en schade toe te voegen.
Ook Neagoe Bassarab (1512-1521) waarschuwt de inwoners van Brashov om zich niet tegen hem te verzetten, "want hoedt u dan en weet dat ik het Burzenland zodanig zal veranderen dat niemand het ooit nog zal weten te vinden". (Stoicescu, 66-67). Stefan cel Mare (1457-1504) van Moldavië plundert en brand­schat in 1461 en 1467 het Szeklerland vanwege onenigheid met Matyas Corvinus, die zijn grote tegenstander en moordenaar van zijn vader, Petru Aron asiel verleent.
Omgekeerd wordt er ook vanuit Transsylvanië in Walachije geplunderd (Urkundenbuch VII, no 4389)
De verhouding tussen Walachije en Transsylvanië wordt (getuige de documenten in het Urkundenbuch) vooral gekenmerkt door problemen rond de handel, genoegdoening in juridische kwesties, de Turkse dreiging en het verblijf van rivalen van de Walachijse voivode en hun aanhangers in Transsylvanië.

 

61

En Beckendorff* in het Burzenland
* Beckendorff of Bod wordt verwoest in mei 1460 als repressaille voor de inval van Dan, die wordt gesteund door Brashov en Sibiu (zie verderop). In 1470 schrijft Radu de Schone aan Brashov: "Wij van onze zijde hebben nooit iets aangevangen.
En Neagu de minister van Bassarab Tzepelus enkele jaren later:" ...herinner u goed, wie er de oorzaak was van het spietsen van mensen? Steeds weer de vluchtelingen en u zelf, want u heeft Dan in uw midden verheven en om die reden was Vlad Voivode toornig op u en hij bracht u schade toe en spietste hij mensen en kwam hij met vuur over u." (Stoicescu, 66, zie ook Urkunden­buch, VII, no 4351)

mensen van alle leeftijden en beide geslachten**

** Het hele gedicht door wordt nadrukkelijk erop gewezen, dat Vlad zonder aanziens des persoons doodt: vrouwen, kinderen en bejaarden horen tot zijn slachtoffers.

Een kleine bloemlezing van bijbelteksten, waaraan de diverse beschrijvingen van moordpartijen in het gedicht doen denken:
...hun jonge mannen zult gij met het zwaard doden, hun zuigelingen zult gij verpletteren en hun zwangere vrouwen zult gij openrijten (2 Koningen 8:12-13)
Door het zwaard zullen zij vallen, hun kleine kinderen zullen worden verpletterd, hun zwangere vrouwen zullen worden opengereten (Hosea 14:1)
Op de straten liggen ter aarde knaap en grijsaard, mijn jonkvrouwen en jongelingen zijn gevallen door het zwaard; ten dage van uw toorn hebt Gij hen gedood, meedogenloos geslacht (Klaaglied 2:21)
Ik breng hun, over moeder en jongeling een verwoester op de middag. Ik doe onverhoeds op hen vallen angst en verschrikking (Jeremia 15:8)
Wanneer zij nog kinderen zouden voortbrengen zal ik de lievelingen van hun schoot doden (Hosea 9:16) Geef daarom hun kinderen aan de honger prijs, lever hen over aan de macht van het zwaard, zodat vrouwen van kinderen beroofd en weduwen worden, hun mannen slachtoffers van den door, hun jongelingen geslagen door het zwaard in de strijd (Jeremia 18:21)
Ieder die men vindt, zal doorstoken worden en elk die men grijpt zal door het zwaard vallen; en hun kinderen zullen voor hun ogen verpletterd worden, hun huizen geplunderd en hun vrouwen geschonden...zij kennen geen erbarming met de vrucht van den schoot en zelfs kinderen ontzien zij niet (Jesaja 13:15-16,18-)
Buitenproportionele vergelding en wraak behoren niet exclusief tot de 15e eeuw; vergelijk de raketaanval op Bagdad van Bill Clinton, president van de USA van 26 juni 1993 zogenaamd uit wraak vanwege de vermeende samenzwering van Irak om een aanslag te plegen op zijn voorganger G. Bush tijdens diens bezoek aan Koeweit in april 1993. Clinton voert zelfverdediging aan als motief.



borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida



illustratie, © Wanita Resida 2006



illustratie, © Wanita Resida 2006



borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida



illustratie, © Wanita Resida 2006
71

Hij bracht hen naar Walachije*

* Eigenlijk is dit onlogisch. Men zou verwachten dat Vlad zijn slachtoffers ter plekke in Transsylvanië zou spietsen als afschrikwekkend voorbeeld voor anderen die mogelijk overwogen zijn vijanden te steunen.
Executies in Walachije zouden dit gewenste effect wel eens minder kunnen hebben. De strafexepeditie is naar men kan aannemen in de eerste plaats bedoeld voor Transsylvanië. De Wavrin schrijft dat in 1445 de Walachen de lijken van de door hen gedode Turken naakt in rijen op de Donauoever leggen.

aan palen** rijgen en afslachten.

** Spietsen of empaleren: Servile supplicium. Ultimum poena. Crucifixos. Crux. Crux maxime crucians. Crux acuta. Sudibus acutis. Op enkele Etruskische vasen wordt Prometheus gespietst afgebeeld in plaats van aan een paal gebonden. Een oude Slavische naam voor paal is Dr'kol (Cazacu, 1979). Ook genoemd : "The stool of repentynge" (Het zondaarsbankje) en "Het eenbenige paard berijden" (Ambrose Bierce, The Devil's Dictionary, New York, 1958, p. 61-62). Vlad past bij voorkeur de orientaalse variant toe, waarbij de gepunte paal in het lichaam wordt gestoken en met het uiteinde in de grond wordt vastgezet en het nog levende slachtoffer aan zijn lot wordt overgelaten. Vaak wordt de paal via het achterwerk een eind in het lichaam gebracht.
Verschillende technieken om de paal naar binnen te brengen: hij wordt naar binnen geslagen met een hamer (zie Ivo Andric, de brug over de Drina..), of de persoon wordt als het ware om de paal heen getrokken met behulp van ossen, paarden of mankracht, terwijl de paal door anderen op zijn plaats wordt gehouden, deze methode in gebruik in Hongarije en Polen(zie afbeelding van de hongaarse stad Papa uit Braun en Hogenberg Civitatis Orbis Terrarum). De doodstrijd duurt van enkele uren tot drie dagen, afhankelijk van de handigheid van de beul om belangrijke organen te vermijden en de eventuele scherpte van de punt en conditie van de patient. Bij de 16e eeuwse russische vorst Dmitri Sjevirev bereikt de spiets zijn hart pas na een week. Een afgeronde punt veroorzaakt minder zware verwondingen en daardoor minder hevig bloedverlies. Wat de paal in het menselijk lichaam aanricht weten we dankzij de sectie, die Jean Dominique Baron de Larrey uitvoert op het lichaam van de moordenaar van generaal Klebér in 1800. De dader leeft 4 nog uren na het begin van zijn executie en sterft nadat hij water te drinken heeft gekregen.
Uit het sectieraport: de ingewanden, zenuwen en bloedvaten in het bekken zijn kapotgescheurd, het heiligenbeen en 2 lendewervels zijn gebroken en de paalpunt heeft zich vastgeboord in het ruggemergkanaal. (Stiassny, 12). Ongetwijfeld heeft deze laatste verwonding verlammingen en gevoelloosheid van het onderlichaam ten gevolge.

Het spietsen geldt door alle eeuwen heen als een zeer onterende straf en vindt reeds toepassing onder de Assyriers (krijgsgevangenen), Perzen (Haman!!!) Herodotus schrijft dat deze straf zeer gewoon is onder de barbaarse volkeren. De Balkan kent een lange traditie vanaf het moment, dat de Hunnen en opeenvolgende ruitervolken en veroveraars deze straf meevoeren naar Hongarije. Verder is deze straf toegepast in China, Tibet, het Caraibisch gebied, het Osmaanse Rijk (dieven, slaven die proberen te vluchten en ongelovigen die worden betrapt tijdens seksueel verkeer met Turkse jongens of vrouwen), Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Rusland, de Roemeense vorstendommen, Hongarije (de opstand van Bobilna in 1438 en Gyorgy Dosza in 1516) en Polen evenals India en in het Zoeloerijk van koning Shaka (zie Grube und Pfahl, Stiassny, Giraudo). In Turkije en op de Balkan zijn vooral zigeuners ingeschakeld om dit karwei te klaren.

De Skythen offeren gedode ruiters vastgespietst op hun paarden bij de graven van hun koningen. Een wijze van offeren, die aan het spietsen doet denken is in zwang geweest bij de Daciers, de oude bewoners van het huidige Roemenië. Ze offeren namelijk elke 4 jaar een aantal uitgelezen strijders die als boodschappers naar hun godheid worden gezonden met de boodschappen en verzoeken van hun natie door hen op rechtopstaande speren te werpen.

Over de symboliek van het spietsen zie Sturm.
De paal heeft in het middenoosten in bijbelse tijden als symbool voor de boom gegolden. De boom is oorspronkelijk een Godheid en later offerpaal. In Kanaan zijn de goden aanbeden in de gedaante van een paal, die doortrokken is van de goddelijke kracht. Aan de paal is in de grijze oudheid een offercultus verbonden. Aan een paal hangen kan betekenen ophangen,kruisigen of spietsen.
De functie van het bevestigen van een terechtgestelde aan een paal (lees boom) door middel van hangen, vastbinden, vastnagelen en spietsen is die van afschrikking en ook vernedering van de dode, en ook het onschadelijk maken van de magische krachten van de misdadiger, want hij komt niet meer in aanraking met de aarde, terwijl hij tegelijkertijd door de paal wordt vastgehouden. Men kent in het Europa van vroegere tijden dieven demonische en magische krachten toe, die met hun dood niet afnemen. Slechts door ze niet te begraven en ze aan de luchtgoden in de gedaante van elementen en vogelvraat over te laten wordt hun gevaarlijke toverkracht onschadelijk gemaakt. Ze mogen vooral niet meer met de aarde in aanraking komen, want dan kunnen ze hun krachten weer opladen. (Sturm, blz 66, 101-102, 139-140, 148) In verschillende anekdotes wordt benadrukt dat Vlad het de nabestaanden verbiedt om de gehangenen en gespietsten weg te halen en te begraven. Ze moeten in de openlucht blijven en vergaan door de elementen en ongedierte. Vlad spietst niet als enige massaal (krijgs)gevangenen. Zijn neef Stefan cel Mare, de voivode van Moldavie (1457-1504) gaat zich bij gelegenheid hier ook aan te buiten, maar Vlad blijft de onbetwiste meester in dit vak. Zo spietst Stefan in 1473 2300 walachijse krijgsgevangen door hun navel heen boven elkaar. In 1476 geeft Stefan enige duizenden Turkse krijgsgevangen, die hij in 1475 heeft gevangen genomen dezelfde behandeling. In Transsylvanië wordt deze straf door de fijngevoelige Hongaren en Duitsers met voorliefde uitgevoerd op rebelse en ketterse Walachen. (Stoicescu, 187). Berucht zijn de massale terechtstellingen door middel van de paal van de opstandelingen van Bobilna (1437) en Dosza (1514).
Miron Costin de Moldavische kroniekschrijver laat als gouverneur van Putna 40 rovers doden en hun lijken vierendelen en de stukken op staken steken als exempel.
In 1786 dreigt de Walachijse vorst Nicolas Mavrogheni de vele dieven met de dood door de paal en laat hij ter waarschuwing door het land spietspalen oprichten.
Het oude Walachijse criminele strafrecht is onder andere gebaseerd op de Syntagma van Matheus Vlastares, waarin onder meer wordt bepaald: "Beroemde rovers zullen op de plaats waar ze hun misdaden pleegden worden gepaald opdat anderen hen zien en door deze aanblik angst wordt aangejaagd." (Stoicescu, 186-187) De paal is ook in de Duitse landen gebruikt, waarbij de veroordeelde in een graf wordt gelegd en een paal door het hart wordt geslagen, deze straf wordt ook genoemd in de Constitutio Criminalis Carolina (Grube und Pfahl) Terwijl ik bezig ben met de annotatie van dit gedicht is de oorlog in Bosnië al een jaar aan de gang en staan de kranten dagelijks vol van de daar gepleegde wreedheden.
Een voorbeeld: in de krant van 27-03-93 staat een artikel met de volgende feiten: "In haar geboortedorp Kamenica het eerste gehucht dat een maand geleden door de opmarcherende Serviërs in het oosten van Bosnië ten val is gebracht, zouden 'mujahedin-strijders' twee jongens van en jaar of dertien, veertien aan een paal hebben gespiest. 'De moslims hebben onze zonen geroosterd als een varken aan het spit', zegt Milica huilend."
"Even buiten Sarajevo worden de lijken van vijftig mensen gevonden, allen vermoord. Twee van de mannen werden aan een spit geregen en geroosterd" (17 juni 1993, p. 11).

McNally en Florescu en hun napraters verklaren Vlads voorliefde voor het spietsen uit mogelijke impotentie. Het is bekend dat Vlad minstens 3 zoons heeft verwekt (in elk geval beschouwt hij zich als hun vader). Vlad zou hieraan geleden hebben toen hij als tiener zijn diensten moest aanbieden aan haremdames. Ha, ha, ha. Uitgezonderd de sultan en zijn eunuchen heeft geen enkel ander manspersoon toegang tot de harem. Jongetjes in de harem geboren moeten met 7 jaar hun moeder verlaten. Sexuele ervaring heeft Vlad opgedaan in de pagekamers tussen andere jongens en jongemannen, waar hij als minderjarige en als christen een ondergeschikte positie heeft ingenomen tussen islamieten (Martin en Schmit). Zie ook Chalcondylas en de Anonieme Osmaanse Kroniek, die uitgebreid verhalen hoe Radu, de jongere broer van Vlad zich tevergeefs met een mes tegen de hem onwelgevallige avances van Sultan verdedigt.

De middeleeuwer schrijft impotentie toe aan duidelijk herkenbare medisch-fysieke oorzaken, zoal aangeboren afwijkingen, verwondingen, lichamelijke en geestelijke uitputting en verder droefgeestigheid en andere stemmingen als gevolg van verstoring van het evenwicht der lichaamsvochten. Deze oorzaken zijn te verhelpen door middel van operaties, diëten, leefregels en regiems. Is er echter geen duidelijk aanwijsbare reden dan kan er maar één andere (zeer gevreesde) oorzaak zijn: hekserij. Hekserij wordt gezien als de hoofdoorzaak van impotentie. Uit geen van alle andere Draculaverhalen noch uit dit gedicht blijkt dat Vlad heksen, tovenaars of magiërs heeft vervolgd.
Zijn vervolgingen hebben duidelijk een politiek doel.
Toch kan een zekere sexuele symboliek niet worden ontkend, maar de relatie moet niet in eerste instantie worden gezocht in frustratie en impotentie (mogelijk wel in verdrongen homoseksuele gevoelens?). De palen, waarmee Vlad zijn slachtoffers doorboort zijn een verlengstuk van zijn viriliteit en macht. De roemeense cultuur is per traditie zeer macho (patriarchaal, patrilokaal en patrilineair) en is zeer fallisch gericht. De fallus is bij uitstek het symbool voor voorplanting en leven. Putere het Roemeense woord voor macht, wordt door mannen ook gebruikt om hun geslachtsdeel mee aan te duiden, hun penis is de essentie van hun manzijn, hun levenskracht en energie. De middeleeuwer noemt zijn penis zijn alter ego. Dood en impotentie zijn aan elkaar gelijk. Door zijn slachtoffers met palen te doorboren, ontmant Vlad hen figuurlijk en maakt hij hen als vrouwen, hij maakt hun letterlijk en figuurlijk dood en impotent, door het spietsen verkracht hij hen als het ware en vernedert hen daarmee, onderwerpt hen aan zijn macht en overheersing. Omgekeerd betekent de paal, waarmee hij de dood brengt aan de vijanden het leven voor de groepen, die belang hebben bij het optreden van Vlad.
De paal brengt de dood aan de vijand, die namelijk op zijn beurt als hij niet was tegengehouden de dood zou hebben gebracht aan de inwoners van Walachije:
- De Turken en akindji's die Vlad spietst roven kinderen, oogst en vee, vrouwen van de boeren.
- De Zevenburgse kooplieden zijn concurrenten van de Walachijse kooplieden, die Vlad door het nemen van protectionistische maatregelen poogt te beschermen.
- De bojaren brengen met hun complotten de dood over familie en vrienden van Vlad.
- Het bloed van de gedode vijanden bemest de bodem van het land.

Duitse uitdrukking: "Schreien wie am Spiess".
Amerikaanse uitdrukkingen: "To drive someone up a pole". Iemand in het nauw drijven, gek maken. "To sit upon a pole": In een precaire situatie verkeren.

81

Nooit bewaarde hij de vrede lang***

*** 1457-11-23 sluit Vlad een vredesverdrag met Sibiu en andere steden, in ruil voor vrijhandel beloven ze de steun aan Dan en Vlad de Monnik te staken. De vrede moet ingaan op 23 november en loopt tot 1458-02-02.
Ook heeft hij handelaar en voerman****

**** Voerlieden: de 15e eeuwse truckers. Reeds in de 15e eeuw een professionele beroepsgroep van transporteurs.

in grote getale gespietst op palen*****

***** De steden houden zich hier echter niet aan en op 17-12-1457 protesteert Vlad per brief, hij heft het vredesverdrag op en onderneemt acties tegen kooplieden uit deze plaatsen. Waarschijnlijk vinden deze incidenten plaats tussen 17-01-1458 en 02-02-1458, want op 17 januari geeft de kastelein van Bran een vrijgeleide aan de kooplieden uit Tirgoviste op reis naar Brashov. Vlad laat in het geheim zijn kooplieden waarschuwen en terugroepen naar Walachije voordat hij de Zevenburgse kooplieden aanpakt.
De Duitse anecdotes maken melding van deze vrede, die door Vlad zou zijn gebroken.
Een zeer fraaie anecdote, die mogelijk met dit incident in verband gebracht kan worden gaat over Zevenburgse kooplieden, die op de jaarmarkt naar hun mening niet genoeg hebben verkocht en daarover klagen. Als hun klachten Vlad ter ore komen, koopt hij tegen zeer goede prijs al hun koopwaar op om hen schadeloos te stellen voor hun verliezen. De kooplieden keren daarop zo snel mogelijk weer met nieuwe handelswaar terug maar de jaarmarkt is dan reeds afgelopen. Als Vlad hoort dat ze weer met koopwaar zijn teruggekeerd ontsteekt hij in woede; hij laat de handelaren oppakken en voor zich voeren en maakt hen uit voor deugnieten en leugenaars en hij laat hen allen spietsen (Cazacu, 1988 blz 166)
Een andere anecdote over Vlads optreden tijdens een jaarmarkt verhaalt dat Vlad de handelaren opdracht geeft om 's-avonds hun kramen niet af te sluiten. Tijdens de nacht bezoekt hij de kramen en hij neemt bij de een geld weg en legt bij de ander extra geld neer en hij tekent alles zorgvuldig op. De volgende ochtend gaat hij alle kooplieden langs en vraagt hen of ze wat kwijt zijn geraakt en degenen die geld missen betaalt hij het bedrag terug, maar degenen die wat extra hebben gevonden en het hem niet bekennen laat hij spietsen (ibidem).

de walachijse taal te leren spreken******

******Waarschijnlijk in 1457.
De "leerlingen" zijn agenten en agitatoren in dienst van Ladislaus Posthumus van Hongarije (1453-1457), die Dan steunt.
Volgens een brief van Dan van begin april 1459 gaat het om 300 personen. De "walachijse taal" kan ook in Transsylvanië worden geleerd.
Sommige anekdotes verhalen, "dat de leerlingen en gezellen zijn gestuurd om de taal en andere zaken te leren".
In het Urkundenbuch kan men vele brieven vinden, waaruit blijkt, dat door de Transsylvaanse authoriteiten betaalde verspieders en spionnen in Walachije actief zijn (zie ook Urkundenbuch VII, 4054)
91

Een grote sibbe* heeft hij totaal

* De clan van Albu Toxaba, bijgenaamd Albu cel Mare, erfvijand van het geslacht der Dracula's. In 1459 usurpeert Albu de dorpen Glodul en Hintzea, plundert en verbrandt het klooster Govora, gesticht in 1440/1441 door Vlad Dracul en door Dracula in 1457 begiftigd met een bronzen klok en komt hij in opstand tegen Vlad, die deze opstand neerslaat en genadeloos met deze familie en hun aanhang afrekent in de omgeving van Govora. In dit klooster heeft Vlad Calugarul, bastaardzoon van Dracul en later rivaal van zijn halfbroer Dracula zijn jeugd doorgebracht. Volgens het geldend recht moesten kerkenschenders terdood worden gebracht (Urkundenbuch VII, 4467). Albu cel Mare valt in deze categorie misdadigers. De in het volgende couplet beschreven gruwelen zijn mogelijk bij deze gelegenheid begaan. Volgens sommige bronnen zouden bij deze gelegenheid 20.000 mensen zijn omgebracht.
Over collectieve straffen kan men het volgende vinden in de codex van Stefan Dusjan, Zakonik art. 52, waarin met betrekking tot verraad wordt gesteld, dat familieleden niet voor elkaar verantwoordelijk worden gesteld, indien ze gescheiden wonen. "Alleen hij die gezondigd heeft, hij en zijn huishouden zullen worden gestraft." Dit wetboek van strafrecht is in het Walachije van de 15e eeuw in gebruik.
Zie ook Jesaja 14:20 "Maakt voor zijn zonen een slachtbank gereed om de ongerechtigheid van hun vaderen." Hiertegen echter wordt in 2 Koningen 14:6 gesteld: "De vaders zullen niet om de kinderen ter dood gebracht worden, ook zullen de kinderen niet om de vaders ter dood gebracht worden, maar ieder zal om zijn eigen zonden ter dood gebracht worden."






illustratie, © Wanita Resida 2006
101

Om daarna scherpe pijlschichten*

* Met pijlen beschieten. Vele in dit gedicht beschreven folteringen komen ook voor in de legenden van heilig verklaarde martelaren.
De namen van de heiligen genoemd bij een bepaalde marteling en de periode waarin ze leefden kan men vinden in Reclams Lexicon der Heiligen....
Met pijlen beschoten zijn: Christina,Kosmas en Damianus, Potentius, en Sebastiaan.
Deze executiewijze was ook bij de Osmaanse Turken gebruikelijk.
Er zijn geen voorbeelden gezocht van de talloze heiligen die zijn gegeseld, verbrand (behalve enkele bizarre gevallen) of onthoofd, want daar is geen beginnen aan.

Dit is de waarheid en geen fabel**

** Factum, non fabula (het is een feit en geen verzinsel), Petronius 76.

gebraden en gevild door dit stuk verdriet.***

*** In het gedicht worden bij verschillende gelegenheden mensen gekookt en gebraden.
Deze wreedheid is in de exempelliteratuur ook toegedicht aan Diocletianus, romeins keizer 284-305, en Ezzelino III da Romano, 1194-1259, wiens wreedheden uitgebreid in allerlei kronieken zijn eschreven. Ezzelino wordt verder verdacht van ketterse sympathieën. Hij is in gevangenschap gestorven. Zie voor Ezzelino en de verderop genoemde andere tirannen en hun wreedheden de exempelliteratuur genoemd door Harmening. Gevild: Bartholomeus.
Gebraden: sommige heiligen zijn wel op bijzonder originele wijze gaar gemaakt:
Christina is ingewreven met pek, olie en hars en in een ijzeren wieg gebrand en overleeft daarna ook nog een verblijf van 5 dagen in een gloeiende oven.
Eustachius is in een ijzeren stier verbrand.
Joris krijgt gloeiende laarzen aangetrokken.

111

Hij ving een heer, die heette Dan*

* Neef van Vlad en rivaal uit het geslacht Bassarab, volgens sommigen een zoon of broer van de in het begin van het gedicht genoemde Vladislav II, die in 1456 door Vlad is afgezet en gedood. Dan wordt gesteund door de zevenburgse steden Brashov en Sibiu tussen 1457 en 1460. Zijn vader Vladislav II is samen met Hunyadi in 1447 medeverantwoordelijk voor de slachtpartij onder de naaste verwanten van Vlad, met als voornaamste slachtoffers Vlads vader en oudste broer Mircea.
In het voorjaar 1460 valt Dan met zijn partizanen Walachije binnen, wordt verslagen en gevangen genomen en op bovengenoemde wijze ter dood gebracht.
Van zijn leger ontsnappen 7 man, de moeders worden met de kinderen aan de borst gebonden gespietst.
Naarmate de tijd verstrijkt worden de details gruwelijker: Vlad zou de borstkas van de moeders hebben laten splijten, de kinderen met hun hoofd naar binnen hebben laten stoppen en ze zo samen laten spietsen.
Vlad spietst 200 van Dans aanhangers en temidden van de stervenden en de doden heeft hij gegeten en daarbij een ikoon als bord gebruikt.



illustratie, © Wanita Resida 2006
121

en ook uit Zevenburgen*

* Uit angst voor vergeldingsmaatregelen van Vlad sturen Sibiu, Brashov en het Burzenland eind april 1460 een delegatie van 55 gezanten onder leiding van Johan Gereb, die moeten proberen te redden wat er te redden valt. De angst is niet onterecht. Zie wat er verder gebeurt.

die hield hij vijf weken vast, en zij**

** In de maanden oktober-november 1469 laat Friedrich III Hongaarse gezanten 5 weken wachten voor hij hen ontvangt. Deze lange wachttijd is mogelijk een diplomatieke belediging.

vreesden, dat de boef hen zou spietsen en wurgen***
*** Kennelijk heeft Vlad bij een eerdere gelegenheid gezanten uit Zevenburgen laten spietsen, als we een brief van Dan van 2 april 1459 mogen geloven, waarin deze schrijft "hoe de trouweloze Dracula...als door een boze geest gegrepen...besloot enkele handelaren uit het reeds genoemde Brashov en Burzenland en gezanten van aldaar, die in tijd van vrede bovengenoemd Walachije waren binnengetrokken en om er hun brood te verdienen begerig te grijpen en afgrijselijk wreed gevangen te nemen, al de goederen en vermogen, dat ze bij zich hadden en gevonden werd volledig van hen afnemend en in zijn dolle woede zijn ongelooflijke wreedheid openbaarde, doordat hij zich niet tevreden stelde met slechts de weggenomen goederen, maar diezelfde kooplieden en gezanten wreedaardig en ellendig vermoordde en doodde door hen op palen te spietsen..." Het gaat om 41 slachtoffers onthult Dan enkele dagen later op 5 april in een volgende brief, waarin hij verder stelt: "Deze dingen heeft hij (Vlad) waarlijk van de Duivel geleerd."

151

In Kroonstad*, in de voorstad

* Het huidige Brashov.

bij de kapel genaamd Sint Jacob**
** Deze kapel bestaat niet meer, heeft in de voorstad bij de Gesprengheuvel in het noorden gelegen. Deze voorstad is de Altstad (Martinsberg en Bartholomae), en ligt aan de toegangswegen naar de stad, buiten de beschutting van de bergen, voornamelijk opgetrokken uit houten huizen. Het is hier verboden om stenen huizen te bouwen, want bij het naderen van de vijand moeten de houten wijken in brand gestoken kunnen worden om het oprukken te bemoeilijken.

De hele buitenwijk*** ging in vlammen op
*** In deze buitenwijk van Brashov hebben ca.354 meierhoven gelegen, bewoond door pachters en horigen. Deze hoven zijn eigendom van de rijke kooplieden, die veilig achter de stadsmuren zitten. Zo hoopt Vlad hen te treffen als vergelding voor de steun, die ze aan Dan hebben gegeven. Het grootste deel van de wijkbewoners behoren tot de armen en armsten van Brashov, voornamelijk verdeeld over Saksers en Hongaren. Roemenen wonen hier nauwelijks (zie artikelen M. en P. Philippi).
161

de berg* boven de kerk, waar

* Volgens historici is dit op de Timpa (de Tinneheuvel) gebeurd. Deze bergwand met uitzicht op Brashov is hiervoor echter veel te steil. Waarschijnlijk heeft Vlad op een andere heuvel in de buurt een hapje gegeten, namelijk de eerder genoemde Gesprengheuvel waarop de bovengenoemde St.Jacobskapel heeft gestaan.
en appetijt ter plekke zijn ontbijt**

** Ook andere bronnen verhalen van de diners die Vlad bij diverse gelegenheden organiseert temidden van de gespietsten. Dit gedrag is ook toegeschreven aan Gaius Caligula, romeins keizer 37-41, en Alexander Jannai (koning en hogepriester van Judea 105-77 v.Chr., een meedogenloze Sadduceër, wellusteling en tiran, is aan koorts gestorven, 49 jaar oud), en later ook aan de Russische tsaar Iwan de Verschrikkelijke, 1530-1584 (Iwan zou de Povest o'Drakule, het Verhaal van Dracula als politiek handboek hebben gebruikt) die pas kan eten, als hij daarvoor mensenbloed heeft zien vloeien, en de Arabier Haginghius (Hadji...?) heeft getafeld bovenop een berg stervende mensen.
Volgens Hammer-Purgstall, Geschichte des Osm. Reiches I, 450 heeft zelfs Janos Hunyadi, de nationale held der Hongaren een gastmaal onder de doden georganiseerd.
Bij het overwinningsfeest van het Hongaarse leger, na de slag bij Broos (1479) is uitgebreid getafeld boven op de lijken van de gesneuvelde Turken, waarbij legeraanvoerder Pal Kiniszy ronddanst met een dode Turk tussen zijn tanden geklemd. Deze charmante heer komen we verderop nog een keer tegen.
De beschrijving van de massamoord op de bergen bij Brashov doet denken aan de volgende bijbeltekst: Uw vlees leg Ik op de bergen, de dalen vul Ik met uw afval. Ik drenk het land met uw lijkenvocht, met uw bloed tot aan de bergen toe (Ezekiel 32:5-6)

De Duitse Dracula verhalen zijn geïllustreerd met houtsneden, waarop de smikkelende Vlad geniet van het uitzicht op een dichte bos gespietste slachtoffers. De wijze waarop deze slachtoffers zijn afgebeeld doet sterk denken aan een afbeelding van de Hl.Achatius en de 10.000 martelaren (werden onder andere gespietst op doornstruiken en gekruisigd) uit het Getijdenboek van Anna van Bretagne, uit het begin van de 15e eeuw. Zie ook Christus tussen de 10.000 martelaren op een Hongaars altaarstuk daterend tussen 1480-1490 (Ungarische Nationalgalerie Budapest, Alte Sammlung, 1984, blz. 36-37).

Aan Vlads dodenmalen wordt herinnerd in het 16e eeuwse gedicht Flöhatz van Fischart:

"Bei Wein und Brot, die man ehren muss
Und nicht verschimpfen durch Blutverguss:
da dacht ich an der Traculam.
Der unter Todten sein Mahl nam" (Stoicescu, 172)

Wijn en brood, zijn het lichaam en bloed van Christus.
171

om daarin te dopen zijne hand,*

* Pilatus, die zijn hand in water, in onschuld wast Dit is de enige verwijzing naar een direct genoegen dat Vlad beleeft door fysiek contact met bloed. Door het zien vloeien en het aanraken van bloed wordt hij verkwikt, krijgt hij levenskracht, mentale en fysieke energie. Sommige schrijvers hebben deze passage verkeerd gelezen en begrepen en melden ten onrechte, dat Vlad zijn brood in het mensenbloed heeft gedoopt.
Bloed heeft een magische en ook genezende werking. Een bad in maagdelijk bloed heelt melaatsheid en Mathias van Ajello, de vizier van drie opeenvolgende koningen van Sicilië in de XIIe eeuw baadt in mensenbloed om van zijn reuma af te komen (Ornella Volta, Le Vampire, Paris, 1962 p. 66). In het bloed zijn ook de krachten en eigenschappen van een schepsel aanwezig. Als men in aanraking komt met bloed dan raakt men besmet met deze krachten en eigenschappen.

dan moest men onder het eten**,

** In dit gedicht worden de meeste moordorgiën tijdens maaltijden gehouden. Feestmaaltijden die tragisch verlopen spelen in Vlad's leven een belangrijke rol:
- Hij wordt samen met zijn vader en zijn broertje Radu in 1442 gevangen genomen tijdens of vlak na een feestmaal aan het hof van de Sultan, waarbij zij de eregasten waren.
- Tussen 1449-1451 woont Vlad aan het hof van zijn oom Bogdan, de voivode van Moldavië, die in oktober 1451 wordt vermoord na een feestmaal gehouden ter gelegenheid van zowel een doop als een huwelijk. Vlad heeft dus genoeg ervaring uit de eerste hand om te weten, dat een feestelijk banket de beste gelegenheid is om tegenstanders uit te schakelen of valstrikken voor hen te spannen.
Ook van Stefan cel Mare wordt verteld dat hij in ongenade gevallen bojaren bij voorkeur rechtstreeks van het banket naar het schavot heeft gestuurd.


borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida
181

lachtte hij zich dan een breuk.*

* Lachen om de pijn van anderen bij martelingen kan ook een teken van ongemak en zenuwen zijn. Lodewijk de XI van Frankrijk, een prominente tijdgenoot van Vlad hangt bij voorkeur jonge jongens aan boomtakken op (Florescu/MacNally) en "se dá‚álectait á…á entendre les cris des victimes". Een korte bloemlezing uit de straffen die onder het bestuur van deze koning zijn uitgesproken: levend villen, de de buik opensnijden, castreren en onthoofden, ingewanden uitrukken en vierendelen: sodomieten en geldvervalsers worden in hete olie gekookt; anderen worden de ogen uitgestoken, oren en neuzen afgesneden, handen afgehakt. (Stoicescu, 185)
De favoriete straf van de Osmaanse sultan Mehmed II (*14311481) is het doormidden zagen (Walachijse krijgsgevangen in 1462).

Sommigen brak men uit de mond hun tanden**

** tanden uitgeslagen: Appolonia, ook haar onderkaak wordt verbrijzeld.

en men hakte de ledematen af van anderen.***

*** ledematen afgehakt: Jacobus de Pers.
Het in stukken hakken, onthoofden, afhakken van ledematen, uitsteken van ogen zowel bij dode als levende mensen heeft in de middeleeuwen ook nog een functie over de grenzen van de dood heen: men gelooft dat de ziel van de overledene in dezelfde conditie zou verkeren als het lichaam dat hij heeft verlaten. Verminkingen zorgen voor een miserabel bestaan in het hiernamaals en zijn daarom een extra straf voor de terechtgestelde.
191

fielt* oren, lippen, neuzen snijden,

* Beheim gebruikt hier de term Knab (gezel, knecht). Andere benamingen voor Vlad zijn Schalk, Schalkhaffte, aanduidingen voor zot en dwaas, kwajongen, immoreel, zedeloos, trouweloos als tegenovergestelde van edel, ridderlijk, mannelijk en verstandig.




borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida
201

om de tijd te doden en zich te ontspannen*
* Deze in de bovengenoemde 4 coupletten opgesomde gruwelen hebben zich waarschijnlijk afgespeeld bij de vergeldings akties tegen Kroonstad (Brashov).

illustratie, © Wanita Resida 2006
211

de St.Bartholomeuskerk* doen verbranden

* De 13e eeuwse door cisterciënzermonniken gestichte Bartholomeuskerk kan heden ten dage nog worden bewonderd in Brashov en ligt in dezelfde wijk als de verdwenen St.Jacobskapel. Deze misdaad alleen al is voldoende om Vlad volgens het geldende recht de doodstraf te laten verdienen (Urkundenbuch VII, 4469) De kerkenschender Dracula toont in Walachije tegenover de Grieks-orthodoxe kerk een hele andere gezicht. Hij sticht het klooster Comana (1460/1461) en een kerk te Tirgsor (1461) beide gewijd aan St.Nicolaas, zijn patroonheilige. Verder bouwt hij een kapel te Balteni ter nagedachtenis van de moord op zijn vader. Ook in Constantinesti bouwt hij een kerk. Hij bedenkt de kloosters Snagov, Cozia, Tismana en Cotmeana, evenals het Panteleimonklooster op Athos met rijke schenkingen. Het klooster Snagov wordt door hem versterkt en uitgebreid met voorzieningen.
221

Het dorp heette Zeiding*;

* Codlea.
De kapitein die er niet in slaagt dit dorp te veroveren heet Calin.
N.B. Calin is de roemeense naam voor Gelderse Roos. Pius II is de enige, die de naam van deze ongelukkige officier noemt.


illustratie, © Wanita Resida 2006
231

heeft Dracula hem vermoord.*

* Matyas Corvinus laat in 1464 na het mislukte beleg van Jajce terechtstellingen uitvoeren in zijn leger. In 1456 na de nederlaag bij Belgrado steekt Mehmed II in zijn woede eigenhandig dienaren en slaven neer.
gereisd naar de Donau, richting Braila**

** Braila is de belangrijkste handelsstad van Walachije, zou zelfs meer inwoners tellen dan de residentie Tirgoviste. De genoemde kooplieden weigeren om Vlad's bepalingen ten aanzien van de handel in Walachije te volgen. Zo negeren ze de in 1457 ingestelde stapelmarkten te Tirgsor, Tirgoviste, Buzau en Braila.
Neagoe Bassarab (1512-1521) dreigt bijvoorbeeld de herders van Brashov en Szeklerland die ondanks een door hem ingevoerd graasverbod toch in Walachije komen met hun kudden gevangen te nemen en te doden en hun vee in beslag te nemen. "Zeg niet dat ik u niet heb gewaarschuwd". De inwoners van Brashov moeten vooral niet denken dat het land zonder heerser was, maar dat er integendeel een waardige vorst regeert.
Overigens heeft de stad Brashov het recht om vreemde (lees Walachijse) kooplieden die de rechten van haar kooplieden bedreigen "te spietsen, hangen of hen te radbraken" (Stoicescu, 66, Iorga, Histoire 157-158). In tegenstelling tot de conflicten met de Zevenburgers Saksers zijn de handelsrelaties met de Turken tot het uitbreken van de vijandelijkheden in 1461 uitstekend. Reden: Walachije maakt als vazallenstaat deel uit van het Osmaanse handelsrijk en de Walachijse kooplieden hebben algehele bewegingsvrijheid en dezelfde rechten en plichten als de inheemse Turkse kooplieden. Er is algehele vrijhandel tussen de twee naties. Geen enkele anecdote maakt melding van incidenten waarbij Turkse kooplieden zijn betrokken.
241

hij ontnam hen hun have en bezit.*

* Zie reeds eerder gemelde handelsmaatregelen van Vlad, die door de kooplieden zijn genegeerd. Verder moet Vlad zijn eigen onderdanen schadeloos stellen, wier bezittingen door Brashov en Sibiu zijn geconfiskeerd in de handelsoorlog en dat doet hij door zich te verhalen op de Zevenburgse kooplieden. Volgens een brief van Dan van begin april 1459 gaat het echter om 41 kooplieden.
Het is niet bekend hoe groot de schade is, die de kooplieden door Vlads optreden hebben geleden, evenmin is er geen opgave van de schade als gevolg van zijn acties in Transsylvanië.
Omgekeerd hebben de Walachen ook schade geleden omdat hun goederen in Transsylvanië in beslag zijn genomen. Vlad zelf heeft verlies geleden aan gederfde inkomsten uit zijn leengoederen in Transsylvanië en de door Matyas Corvinus van door Vlad gedode bojaren geconfiskeerde geldbedragen. Hoe groot de schade aan Walachijse kant is geweest is ook niet bekend. Wel verplichten Brashov en het Burzenland zich bij de in oktober 1460 gesloten vrede om Vlad een schadevergoeding van 15.5000 goudguldens te betalen in drie termijnen binnen een jaar. In 1462 hebben ze hiervan nog maar een bedrag van 4000 goudguldens aan Vlad terugbetaald. Men zou hieruit kunnen opmaken, dat de schade geleden aan Walachijse kant uiteindelijk hoger is geweest dan die geleden door de tegenpartij.
Een mogelijke reden voor de instelling van het stapelrecht door Vlad kan men omschreven vinden in een klacht van Bassarab Tzepelus vele jaren later: de kooplieden uit Brashov betalen de vastgestelde prijzen van de in Walachije gekochte waar niet op de afgesproken termijn. Daarom kunnen de Walachijse kooplieden van hun kant de Turkse kooplui, die deze waar leveren niet afbetalen en moeten ze op bevel van de sultan geboeid aan de Turken worden uitgeleverd. Verder is er het verbod voor Walachijse handelaren om in Transsylvanië goederen door te verkopen aan andere kooplui uit Hongarije. Het monopolie berust bij Brashov. Ook worden de toltarieven onaangekondigd verhoogd. Om deze redenen bepaalt Tzepelus dat handelswaar uit Transsylvanië aan de grens moet worden verkocht aan Walachijse kooplieden (Urkundenbuch VII, 4223). Ook Radu cel Frumos klaagt, dat de Turken zijn kooplieden bedrukken omdat Brashov in gebreke blijft bij het betalen van schulden aan Walachije.
251

en de mensen zijn erin gekookt, de armen*

* Het koken in een ketel met olie azijn, water of lood is vaak het lot van valsemunters.
Gekookt in ketels met olie of water: Cecilia, Fausta, Felicitas en haar 7 zonen, Joris en Juliana (beiden in kokend lood), Justina en Cyprian van Antiochië (beiden in ketel met pek).
Met kokend lood, olie of pek zijn overgoten: Cyriakus, Lucia.
In kokende olie geworpen: Vitus.






borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida
261

naar Zevenburgen, naar Talmetz* deze keer,

* Talmetz, grensstad met vesting is Hongaarse tolstad, ligt aan de Olt. Vlad verwoest bij deze aktie ook de burchten Landskroon en de Rode Toren. Deze burchten zijn in 1453 door Ladislaus Posthumus aan Sibiu geschonken. Sibiu verleent steun aan Vlad Calugarul, een halfbroer en mededinger van Vlad Tzepesh. Mogelijk vindt deze vergelding plaats op 24 augustus 1460.
De burchtheren van de Transsylvaanse tolvestingen hebben de Walachijse handelaren vaak lastig gevallen met onrechtmatige heffingen. Zie in het Urkundenbuch de klachten van de Walachijse prinsen bij de Transsylvaanse authoriteiten ten behoeve van hun beroofde onderdanen. Met name de kasteleins van het kasteel Bran zijn berucht om hun chicanes.






illustratie, © Wanita Resida 2006
271

noch Nero* zijn ooit zo ver gegaan

* Vlad wordt hier op een lijn gesteld met de kindermoordenaars Herodes I Acalonita de Grote, koning van Judea (73-4 v.Chr) en de grote Romeinse christenvervolgers; hij is zelfs nog erger; hij is antichristelijk. Herodes heeft behalve onnozele kinderen ook nog enkele van zijn echtgenotes (onder andere Mariamne) en zonen vermoord. Hij heeft zich slechts kunnen handhaven door met zijn meedogenloos militair apparaat opstanden op bloedige wijze te onderdrukken. Ook zijn zware belastingen hebben hem weinig geliefd gemaakt bij zijn onderdanen. Verder is Herodes een competent bestuurder geweest.
Nero (eigenlijke naam was Lucius Domitius Ahenobarbus, regeert van 54-68) heeft de Christenen bij voorkeur gespietst. Hij heeft verder zijn moeder Agrippina, zijn broer Britannicus en zijn vrouw Octavia omgebracht. Diocletianus (Gaius Valerius Aurelius Diocletianus) keizer van Rome (284-305) heeft de Christenen met name in de jaren tussen 303-305 vervolgd.
Andere christenvervolgende keizers zijn geweest:
Decius (249-251) en Valerianus (253-260).

Christenen zijn door de Romeinen onder meer beschuldigd van rituele kindermoord en het koesteren van "Haat tegen de mensheid" (odium generis humani).

In de 20e eeuw zou Vlad Dracula geen gek figuur slaan temidden van keizer Jean Bedel Bokassa (Centraal-Afrikaanse Republiek); Idi Amin Dada (Oeganda), die beiden onder andere van kannibalisme zijn beschuldigd; Papa Doc (Haiti), die met voodoo de angst erin heeft gehouden bij zijn onderdanen; A.Stroessner (Paraguay); Sadam Hoessein (Irak); Jozef Stalin (USSR); Pol Pot en de Rode Khmer (Cambodja); Adolf Hitler (Duitsland) en de Eik der Karpathen, Nicolae Ceausescu (Roemenië). De lezer kan deze opsomming naar believen aanvullen met zijn favoriete dictator.

en wreed pekelen hunne kwetsuren**

** pekelen: Joris werd zout in de wonden gewreven.
In sommige versies wordt verhaald, dat Vlad van zijn Turkse krijgsgevangenen de voetzolen laat villen, deze met zout heeft ingewreven en vervolgens door geiten heeft laten aflikken.
281

Velen zijn geroosterd en geheel verkoold*

* geroosterd: Vitus (op gloeiend rooster gelegd), Laurentius (idem), Fides (idem).

Velen zijn gekookt, velen is het vel afgestroopt**

** gekookt en gestroopt zie reeds eerder genoemde martelaren die in olie, pek of water zijn gekookt en gevild. Varianten op het villen is de huid verscheuren met nagels en wolkammen: Blasius, Margaretha.

gegooid en verdronken in de gier***

*** geworpen in privaten: heiligen die in de Cloaca Maxima te Rome zijn geworpen waren Sebastiaan, Felicula.
aan de haren opgehangen****

**** aan de haren ophangen: Euphemia, Juliana.

Velen zijn met de voeten op wrede manier*****

***** aan de voeten ophangen: Dorothea, Agapetus (boven vuur)

291

en stenen gooien naar het lijf*

* gestenigd: 10.000 martelaren, Kosmas en Damianus, Mathias, Pelagius en Philippus.





illustratie, © Wanita Resida 2006
301

Zekerheid of toeverlaat kon je wel vergeten*
* Beheim schetst hier een beeld van een toestand van permanente onrecht in Walachije onder Vlads bewind. In latere kronieken (als hij allang "veilig" dood is) echter wordt zijn wreedheid in een adem met zijn rechtvaardigheid genoemd. Bonfinius heeft het over "inaudite crudelitas et iustitie Draculam fuisse memorant." Zie verder ook Harmening over de 16e eeuwse exempelliteratuur, waarin Dracula behalve als wreed, bloeddorstig, tiranniek en streng ook als trouw en geloofwaardig, standvastig, eerlijk, dapper en oprecht wordt omschreven. Maar dan levert hij allang geen gevaar meer op voor zijn medemensen.

Men rukte de darmen uit bij velen**

** uitgerukte darmen: Erasmus, Ernst, Reparata.

met knoeten, kegels en kolven.***
*** ingeslagen en gespleten schedels: Benedikta.

dwars door de gehele pens****

**** nagels zijn geslagen in: Christina, Fausta, Ferreolus, Joris.





illustratie, © Wanita Resida 2006
311

Verscheidenen werden geworpen uit blijden*

* Cazacu vertaalt hier: velen werden van hoge daken gegooid!!!

schoot. Wat hebben ze toch moeten lijden**

** Beheim doet voorkomen alsof al deze mensen zonder enige reden zijn gedood. Nicolaas van Modrussa schrijft in 1464 dat mede als gevolg van de wisselende Hongaars-Turkse invloed in Walachije het land in een maatschappelijke chaos is geraakt, waarbij anarchie, strijd en misdaad hoogtij vieren. Ook de Roemeense versies van de Draculaverhalen benadrukken de algemene onveiligheid en misdaad die in het land heersen als Dracula aan de regering komt, en die hij met alle middelen tracht te bestrijden. Extremis malis, extremis remedia.
Andere tijdgenoten, die over de machtstrijd en anarchie in het 15e eeuwse Walachije schrijven zijn Eneas Sylvius Piccolomini (paus Pius II) en Nicolaus Olahus bisschop van Esztergom, achterneef van Vlad.

Dat Vlad Dracula's wrede strafoefeningen tot de toenmalige geldende rechtsgebruiken in Hongarije en Transsylvanië horen blijkt uit de brief, die Matyas Corvinus op 19 november 1466 schrijft aan de bestuurders en bewoners van Transsylvanië om tegen een bende criminelen op te treden met "palen, raden, galgen en andere folterwerktuigen, die algemeen gebruikt werden op te richten, om boeven, grafschenners en lijkenrovers, brandstichters, moordenaars, gifmengers en welke andere soorten misdadigers in die omgeving van Zentagatha in het openbaar en op heterdaad werden betrapt op de plek van de misdaad lijfelijk gevangen te nemen en gevangen te houden, volgens de geldende rechtsregels voorschrijven met de strop op te hangen, te radbraken, te onthoofden en te verbranden overeenkomstig hun misdaad en met elke andere verdiende straffen te doden en vernietigen, zowel de hele groep als de enkeling." (Cazacu, 1979 blz. 88-89) In Brashov toegepaste straffen: brandstichters worden verbrand, moordenaars achter paarden voortgesleept tot de dood, spionnen en verspieders gevierendeeld, inwoners uit Walachije en andere vreemdelingen en Turken onthoofd, vrouwen levend begraven. Deze straffen evenals het ook in Brashov toegepaste spietsen worden door zigeuners uitgevoerd.

321

naar beneden geworpen en ter aarde gesmakt*

* van grote hoogte gooien: Calixtus, Jakobus de Jongere, Maximus.

en ook in diepe bronnen en wateren gekwakt**

** verdrinken (de meeste heiligen krijgen een molensteen om de hals mee): Blasius, Caesaris (in een zak gebonden), Calixtus, Christina Florian, Quirinus van Siscia en Quirinus van Tegernster, Sigismund. 10.000 martelaren.
In Walachije worden betrapte stropers in de vorstelijke viswaters verdronken.

Hij heeft hen voeten en ook handen afgeslagen***

*** afhakken van handen en voeten: Ernst.
Menigeen heeft hij in mootjes gehakt****

**** in mootjes hakken: paus Alexander I.

331

met het hoofd in laten steken*

* Bij gelegenheid van Dan's nederlaag in 1460, zie boven.
De verwijzing naar de moord op de onnozele kinderen is hier heel duidelijk.
Stefan de Grote de alom geëerde neef van Vlad, een van de grote roemeense nationale helden in 1470: "shed much blood...and left not even the unborn babes alive, but cut their mothers' wombs and took them out" (Stoicescu, 186). Tegenwoordig wordt de regeringsperiode van Stefan ook wel omschreven als de Moldavische Renaissance. Enkele kloosters door hem gebouwd zijn verheven tot Unesco wereldmonument.
341

Waarna hij haar de borsten afsneed*, die hij

* afgesneden (of verscheurde) borsten: Afra, Agatha, Barbara, Christina en Reparata. Van Dorothea zijn de borsten met fakkels verbrand

aan hun mannen als lekkernij**

** "Ik zal in uw midden gerichten voltrekken voor de ogen der volken. Ik zal wegens al uw gruwelen aan u doen, wat Ik nog nooit gedaan heb en nooit meer doen zal. Daarom zullen vaders in uw midden hun kinderen opeten en kinderen zullen hun vaders opeten (Ezekiël 5:8-10)
In de benardheid en benauwdheid, waarmede uw vijanden u kwellen, zult gij de vrucht van uw eigen schoot eten... (Deuteronomium 28:53-54)
De handen van teerhartige vrouwen kookten haar kinderen; deze ware haar tot spijze (Klaagliederen 4:10) Ook zal ik hen het vlees van hun zonen en dochters doen eten, zij zullen elkanders vlees eten in de benardheid (Jeremia 19:9)
En ik zal uw verdrukkers hun eigen vlees doen eten, en van hun eigen bloed zullen zij dronken worden als van jongen wijn (Jesaja 49:26)

De tiran Cysenis (?) heeft ouders gedwongen om hun kinderen te eten. Mensenvreterij is ook toegedicht aan de Mongolen van Djengis Khan. Verderop in het gedicht zijn meer gevallen van gedwongen anthropofagie. Vanuit de joods-christelijke traditie is het eten van mensen­vlees een grotere zonde dan moord en staat gelijk aan sodomie en bestialiteit. Door iemand op te eten verhindert men de feitelijke wederopstanding van het vlees op de jongste dag. Vlad zelf bedrijft geen anthropofagie, maar volgens de salische wetten van Karel de Grote is ook het aanzetten tot het eten van mensenvlees, een misdaad, die met de dood moet worden bestraft (R. Tannahill) Ketters en heksen worden in de middeleeuwen ondermeer beschuldigd van het eten van mensenvlees. In feite wordt Vlad gelijkgesteld met een ketter of of duivelaanbiddende tovenaar. In de 15e eeuw is menseneter het ergste scheldwoord denkbaar naast sodomiet en ketter.
De term kannibaal is een verbastering van Caraibe en komt pas in de 16e eeuw in gebruik na de ontdekking van de Nieuwe Wereld.
Wat te denken van de beweringen van Sint Johannes Guldenmond, dat men niet terug hoefde te deinzen voor het eten van mensenvlees en het drinken van mensenbloed, "want opdat de discipelen niet van afschuw vervuld zouden zijn, dronk Christus eerst zijn eigen bloed en leidde hen zo zonder angst of vrees tot de gemeenschap van zijn mysterium" (R.Tannahill, 87, zie Hfst 3 voor de kannibalistische achtergrond van de christelijke eucharistie).

Tijdens de culturele revolutie in China zouden Rode Gardisten hun tegenstanders uit politieke overtuiging hebben opgegeten.

Anderen werden samengeperst en geplet***

*** samenpersen en pletten: Euphemia tussen stenen; Viktor van Marseille onder een zware steen; Vitus tussen ijzerplaten.
351

als hagedissen, padden en kikkers*.

* Kikkers of padden. In Zuid-Duitsland heeft tot in de 19e eeuw een oude gewoonte geheerst om gedurende 30 dagen vanaf 15 augustus padden te vangen en deze te folteren, onder andere door ze aan de achterpoten aan bomen te hangen of op een houtje (of scherpe palen van hekken en omheiningen) te spietsen om ze een langzame dood te doen sterven. Beheim en de schrijvers van de Duitse pamfletten gebruiken de vergelijking tussen de stervende slachtoffers van Vlad en de gefolterde reptielen en amfibieën zo overtuigend, dat men hen er kan verdenken de genoemde gruwelijke Duitse volksgewoonte uit eigen ogenschouw te kennen (vergelijk ook Harmening).
Het kronkelen doet ook denken aan de Duitse uitdrukking Krötentanz. Krötentanz: "nennt man figurlich eine schlechte Regierung, die aus lauter bá”ásen Rá„áten besteht unter unter welcher das Laster empor komt und die Unschuld unterdrückt wird" (Sloet, Dieren blz 353-354); deze beschrijving is zeer wel van toepassing op Vlads regering zoals verderop door Beheim beschreven.






illustratie, © Wanita Resida 2006
361

Joden*, Heidenen**, Zigeuners*** ach,

* Joden worden meestal in een adem genoemd met andere categorieën slachtoffers van Vlad. Er zijn echter geen anecdotes bekend waarin Joden in het bijzonder voorkomen. In 1476 neemt Stefan cel Mare de in Moldavië rondreizende joodse kooplieden uit het Osmaanse Rijk gevangen en perst hen de man 1000 aspers af onder dreiging hen het rechteroog uit te steken, oren en handen af te snijden. Ongelukkigen, die niet kunnen betalen worden op deze en andere wijze verminkt (Elia ben Alkana Capsali, Turkse Kronieken š1523). Deze wreedheden zijn tot voor kort op het conto van Vlad geschreven. Overigens is het Osmaanse Rijk in deze jaren voor de Joden het paradijs vergeleken met het christelijke Europa. Vele Joden emigreren opgeroe­pen door hun geloofsgenoten aldaar naar het Rijk van de Sultan.
** Heidenen, een ander begrip voor zigeuners, waarschijnlijk hier gebruikt om de Turken mee aan te duiden.
*** Zigeuner. Deze naam komt uit het Bulgaarse acigane via het Hongaars naar de westeuropese talen. De oorsprong zou het byzantijnse atsinganoi zijn, een benaming voor een groep Onaanraakbaren in Westanatolië. Zigeuners komen oorspronkelijk uit India (mogelijk ook daar behorende tot de onaanraakbaren, paria's?). Ze worden in de loop van de 15e eeuw steeds vaker beschouwd als bondgenoten en spionnen voor de Turken. De orthodoxe Walachen beschouwen het doden van Joden, ketters en Turken niet als een zonde, en in hun visie telt dat minder dan het doden van een mens, waarmee men een rechtgelovige bedoelt.

381

ons lang geleden gegeven door de roomse keizer,*

* Sigismund van Luxemburg, koning van Hongarije sinds 1392 (in 1434 Rooms-Keizer, sterft in 1437) verleent in 1417 te Lindau en later in 1423 te Zips genoemde vrijgeleide aan de zigeuners (Moorman van Kappen, Geschiedenis der Zigeuners in Nederland, Assen, 1965, p.23 en 38), Zigeuners hebben inderdaad met exact dezelfde smoes als hier genoemd geprobeerd in 1422 in Bologna zich aan straf voor diefstal te onttrekken (Moorman van Kappen, blz 43). Het betreft hier zigeuners, die Walachije waarschijnlijk vanuit Hongarije/Zevenburgen zijn binnengekomen en niet de inheemse zigeuners, die in dorpen wonen en daar hun eigen gemeenschappen vormen. Deze Walachijse zigeuners zijn lijfeigenen en eigendom van de voivode, de kloosters en grote landheren en werken voornamelijk als handwerkslieden, paardefokkers, smeden (en beulen). Vlad weigert het privilege te erkennen, want dat is een inbreuk op zijn almacht en souvereiniteit.

391

het vlees en ook de knoken*

* Andere tirannen die hun slachtoffers tot menseneten hebben weten te dwingen zijn behalve de reeds eerder genoemde Cysinus, Ptolemeus Lahurus (koning van Egypte 117-106 v.Chr) en Ptole­meus Physicon (koning van Egypte 171-117 v.Chr). Pal Kiniszy, held, Hongaars legeraanvoerder en groot Turkenbestrijder heeft in 1494 het garnizoen van de vesting Belgrado gevangen genomen, op verdenking de vesting aan de Turken te willen verraden. Pal Kiniszy heeft de mannen gefolterd en gedwongen elkaar op te eten (hij heeft ze gebraden aan elkaar opgediend), de laatste die overbleef heeft hij dood laten hongeren. (Bonfinius V,III 731).

hen zoals hij gewoon was te doen**

** Ook Piso heeft in Spanje voor zijn plezier tussen de terechtgestelde doden gewandeld en dit als een vorstelijk tijdverdrijf beschouwd. Cnaeus Calpurnius Piso een harde zelfbewuste man, is consul 7 v.Chr., gouverneur van Syrie 17 A.D geweest en is in het jaar 20 gedwongen zelfmoord te plegen.
Ferdinand (Ferrante) koning van Napels (1423-1494) heeft de beminnelijke gewoonte om zijn politieke vijanden te laten mummificeren, nadat hij hen heeft vermoord en hen in een koninklijk museum te plaatsen, waar hij hen aan zijn gasten toont (Florescu/McNally).
Deze charmante heer is vanaf 1476 de schoonvader van Matyas Corvinus.




borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





illustratie, © Wanita Resida 2006





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





illustratie, © Wanita Resida 2006





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





illustratie, © Wanita Resida 2006
401

in een groot lijkenwoud* bij elkaarin een groot lijkenwoud* bij elkaar

* Het woud der gespietsten: in Turkse bronnen genoemd als de "Tuin der Palen" omheind door doornenhagen en hekken, waarin palen zijn verwerkt. Aan de bomen die in deze tuin staan hangen aan bijna elke tak doden. Turkse namen voor Vlad: Kaziklubey, de Vorst der Palen en Kapuluk, de Spietser.
Vlad noemt deze plaats: "Het plein waar de doden een ommetje maken", een soort promenade des doods.

Niet alleen Beheim wijst er diverse malen op dat Vlad graag tussen zijn dode en stervende slachtoffers vertoeft.
Ook de Duitse, Russische en Roemeense anekdotes maken hiervan melding.

In de vorstenspiegel Secretum Secretorum staat geschreven, dat het voor een vorst beter is om te zijn als een "roofvogel temidden van de kadavers, dan een kreng omringd door de roofvogels." Vlad neemt deze beeldspraak wel erg letterlijk op.
De dodentuin van Vlad sluit verder aan bij de Roemeense opvattingen over het lot van de sterfelijke mens. De mens is een bloem (het leven) die wordt geplukt door de Dood, die deze bloem vervolgens in haar tuin (de begraafplaats) plant, echter niet om te bloeien, maar om te rotten. Zoals om elke tuin, is ook om de Gaarde van de Dood een hek, maar zij die binnentreden, keren niet terug. In deze tuin groeit geen leven, maar rotten de doden (Kligman, Wedding, blz 30/31 en 199)

Er zit nog een andere kant aan het wandelen onder de doden. De middeleeuwer heeft een heilige vrees voor de doden. Men gelooft dat de doden in hun graven letterlijk verder leven en zich manifesteren aan de levenden. Ze kunnen uit hun graven klimmen, tonen zich aan de levenden en spreken met hen, zorgen ook voor geestverschijningen (zijn soms ook afgezanten van de duivel of demonen); de duivel neemt bezit van het lijk. De begraafplaats is het territoir van de duivel. Om zijn macht uit te bannen en de doden tegen hem te beschermen moet de begraafplaats worden gewijd, maar dat biedt geen volledige garantie.
Als een gewijde dodenakker al tot het werkterrein van de Duivel behoort, dan zijn ongewijde plaatsen zoals galgenbergen en executieplaatsen, waar de doden niet worden begraven maar aan de elementen overgeleverd zeker zijn speelterrein. Normale mensen mijden deze desolate plekken van verdoemenis zoveel mogelijk. De beschrijving van deze duivelse dodengaarde als Vlads oord van verpozing heeft bij de 15e eeuwer nog heel wat meer huivering en ontzetting gewekt dan bij de gemiddelde 20e eeuwer, voor wie de duivel en hel geen realiteit meer zijn.

De laat middeleeuwse preoccupatie met de dood vindt zijn weerslag in de ars moriendi, de transi (grafkunst, waarbij rottende kadavers worden getoond) de danse macabre, de uitgebreide rituelen om de doden te herdenken. Door de mensen niet op ordentelijke wijze te laten begraven zorgt Vlad er voor dat de doden geen rust vinden en een miserabel bestaan hebben in het hiernamaals. Zo heerst er ook het geloof, dat mensen die niet op ordentelijke wijze zijn begraven of wier graven worden geschonden geen deel hebben aan de herrijzenis op de Jongste Dag. (Aries, 42-45).

Verder toont Vlad door regelmatig tussen zijn slachtoffers te wandelen, dat hij de doden niet vreest en daarmee ook niet de Dood zelf. Vanwege de magische kracht die aan het kadaver wordt toegeschreven is wordt de dode sinds de 12/13e eeuw in de Noord- en Westeuropese begrafeniscultuur steeds meer aan de blikken onttrokken. Het gelaat wordt bedekt, het lijk wordt geheel gewikkeld in een lijkwade, doeken en in een gesloten kist begraven.
Ook in de huidige Roemeense plattelandscultuur wordt de dode als gevaarlijk beschouwd. Op het ogenblik dat iemand sterft worden zijn ogen door de aanwezige vrouwen gesloten of toegedekt om te voorkomen dat op dat cruciale moment zijn blikken zich kruisen met de aanwezigen en hij hen zo tegen hun wil met zich meetrekt het dodenrijk in (Bernabá‚á, 44).
Na een sterfgeval moet de woning ritueel gereinigd worden en ook degenen die op een of andere wijze betrokken zijn bij de voorbereiding van de begrafenis vallen onder allerlei taboes en verboden, want de dood is besmettelijk. Zelfs degenen die afscheid nemen van de dode en hem komen bekijken lopen gevaar (Bernabé 38)

Het is zeker niet alleen de afschuw voor de stank, die de anonieme bezoeker Vlad doet waarschuwen tegen het rondwandelen onder de doden. De plek is in alle opzichten ongezond.

Vlad wandelt letterlijk in de vallei des doods, en vreest niet. Hij toont zijn macht over de doden en de Dood en maakt hiermee indruk op vriend en vijand, die hij angst aanjaagt.
Vlad onderdrukt zijn eigen angst voor de dood door middel van het geweld dat hij anderen aandoet.

N.B. Weerwolven, heksen en tovenaars vertoeven graag op kerkhoven en de Duivel houdt bij voorkeur zijn danspartijen met zijn aanhangers op galgebergen en galgevelden.

Met betrekking tot het genieten van de stank door Vlad:
Zie ook de bespreking van G. Bataille, De tranen van Eros in de Volkskrant van 2-1-1987, waaruit dit volgende fragment: "Zo beschrijft hij (in Histoire de l'oeil) hoe na een orgie de kamer is gevuld met 'een lucht van bloed, sperma, urine en braaksel die mij van afgrijzen deed terugdeinzen."
Vlad ondergaat de stank en de dood met een zekere erotische wellust. Zie de de verderop volgende opmerkingen over de necrofiele zijden van de 15e eeuwse doodsbeleving.

Verder uit bovengenoemde bespreking:
"De erotiek, waarin de wellust tot enig doel is verheven, vormt een doorbreking van de rationele orde, waarop onze beschaving berust. Terwijl de beschaving noodzakelijkerwijs gericht is op beteugeling, nut, en planmatigheid (waarbij aan arbeid de hoogste waarde wordt toegekend), is de erotiek juist gericht op verspilling, ontketening, losbandigheid. De mens die zijn lusten gehoorzaamt, luistert niet meer naar zijn verstand; hij vergeet zichzelf en doorbreekt zo de grenzen die hem door de beschaving worden gesteld. Bataille ziet hierin een onmiskenbaar gewelddadig element, dat zijns inziens vooruitloopt op het ultieme geweld dat voor ieder van ons de dood vertegenwoordigt. Niet voor niets wordt het hoogtepunt van de seksuele vervoering 'de kleine dood' genoemd. Wellust en dood hebben alles met elkaar te maken."

Het beeld van Vlad gepresenteerd in dit gedicht is dat van een man die zich in alles door zijn lusten en hartstochten laat leiden, daarbij mensenlevens verspillend, losbandig en met wellust genietend van het lijden dat hij aanricht (de term sadisme is voordat de geschriften van de 18e eeuwse Markies de Sade onze wereld verrijken nog niet bekend); verstand en rede zijn bij hem ver te zoeken; hij opereert buiten de grenzen van de beschaving, is een woesteling en barbaar. In visie van zijn tijdgenoten moet een dergelijk mens zich wel aan de duivel hebben overgeleverd of op zijn minste gek zijn. Maar ook de oorzaak van krankzinnigheid moet worden gezocht in demonische bezetenheid.

In hoeverre zou necrofilie gebruikt kunnen worden als verklaring voor Vlads voorliefde voor dood en verrotting? De late middeleeuwen kennen naast een sterke levensdrang ook een sterke necrofiele gerichtheid, voortvloeiende uit de apocalyptische pestepidemieën, die Europa sinds de 14e eeuw teisterden.

In de 15e eeuw heerst een grote fascinatie voor de dood en verrotting in het algemeen. Een voorbeeld hiervan zijn de transi in de grafkunst waarbij ontbindende kadavars tot in de details worden uitgebeeld. Ook in deze tijd begint de relatie dood-erotiek op te komen, die in de 16e eeuw in de kunst verder zal worden uitgewerkt om in de 18e-19e eeuw een hoogtepunt te bereiken. In de 15e eeuw echter is deze relatie nog geen uitgesproken thema, het leeft onderhuids maar zeker niet minder intens beleefd. De obsessie met de lichamelijke ontbinding is een reactie op de buitengewone zinnelijkheid van de eeuw (Aries, 374; Huizinga, 136-139)
Geliefd thema waarin erotiek-dood wordt uitgebeeld: beelden van jonge schone vrouwen, die aan de achterzijde een kadaver waren vol wormen, padden en slangen.
De "dodendans der vrouwen" als voorloper van de erotische symboliek in de 16e eeuwse kunst waarbij jonge weelderige vrouwen worden afgebeeld in de omarming van de knekelman (Huizinga, 141-142)
Zedeprekers en dichters schilderen met wellust de vergankelijkheid van de lichamelijke (lees vrouwelijke) schoonheid, die in alle weerzinwekkende details wordt opgenoemd (Huizinga, 136; Aries, 111, 120-121), met als doel afkeer van wellust en erotiek op te wekken.
Schoonheid en jeugd (seksualiteit en erotiek) zijn vergankelijk en worden onherroepelijk gevolgd door ontbinding. Verrotting is de toestand van de dood en de dood is het gevolg van de erfzonde. Dit beeld van verschrikking in combinatie met schoonheid heeft de zinnelijke aangelegde 15e eeuwer tot het diepst bewogen. "In the midst of health and youth, the enjoyment of things was tainted by the sight of death. At this point death...became carrion, corruption...physical death, suffering and decomposition" (Aries, 138). De laatmiddeleeuwse midlifecrisis was sterk verbonden aan het idee van sterfelijkheid en verlies van wereldse goederen en geneugten.

Beroemde middeleeuwse liefdesverhoudingen met necrofiele inslag: De geschiedenis van Pedro I (De wrede),(19-4-1320/18-1-1367) koning van Portugal tussen 1357-1367. Pedro heeft een buitenechtelijke verhouding met Inez de Castro, hofdame van zijn vrouw zeer tegen de zin van zijn vader en hoge hofedelen. Inez is in 1355 vermoord. Als Pedro in 1357 wordt gekroond laat hij haar opgraven en met veel pracht en praal herbegraven. Volgens latere overleveringen zou Pedro bij die gelegenheid het lijk hebben gekroond en naast hem op de troon hebben laten zetten en de rijksgroten hebben gedwongen haar hand te kussen.
Een andere bekende geschiedenis is die van Johanna van Castilië, bijgenaamd de Waanzinnige (6-11-1479/12-4-1555) gehuwd met Philips de Schone van Bourgondië. Na de dood van Philips in 1506 reist Johanna met het lijk van haar man door Spanje. Ze weigert hem te begraven, want ze gelooft niet in zijn dood. Ze zou reeds lang voor zijn dood tekenen van verstandsverbijstering hebben getoond.

Er zit in de Roemeense begrafenisgebruiken ook een macaber tintje. Na een vastgesteld aantal jaren graven de nabestaanden de overledene op om vast te stellen hoever het ontbindingsproces is gevorderd, want daaraan kan men zien of de ziel inderdaad is afgereisd. Als het ontbindingsproces niet naar behoren is verlopen, dan woont de Duivel in het lijk en worden er uitdrijvingsrituelen toegpast om de demon te verdijven zodat de ziel alsnog wordt bevrijd. De beenderen worden gereinigd van vleesresten, gewassen met water en wijn en in een plechtig ritueel herbegraven. Ditzelfde gebruik kenden ook de Grieks Byzantijnse monniken. Hoe anders is het gebruik om op Westeuropese begraafplaatsen de graven na verloop van tijd te ontruimen en de botten in een knekelhuis of andere daarvoor bestemde ruimte op te slaan
411

bezit en goed van zijn naaste*

* Zie ook de (apocriefe) bijbelteksten:
Wee hem, die zich verrijkt met wat niet van hem is...Wee hem, die onrechtmatig gewin bijeenbrengt...(Habakuk 2:6-)
Verlaat u niet op onrechtvaardig goed: want het helpt niet als de aanvechtingen zullen komen (Jezus Sirach 6:10)
God geeft aan de vromen goederen, die blijven en wat hij geeft gedijt altoos (Jezus Sirach 12:15-16) Wie zijn huis bouwt met het goed van andere lieden, vergadert zich stenen tot zijn graf (Jezus Sirach 22:9) Want terwille van ijdele goederen doen velen onrecht, en wie rijk willen worden wenden de ogen af (Jezus Sirach 27:1-2)
Wie van onrechtvaardig goed offert, diens offer is een bespotting; maar zulk een bespotting der goddelozen behaagt God in het geheel niet. De gaven der goddelozen behagen den Hoogste in het minst niet, en de zonden zijn niet te verzoenen met vele offers (Jezus Sirach 34:21-24)
Alle geschenken en onrechtvaardig goed moeten ondergaan, maar de waarheid blijft eeuwig...(Jezus Sirach 40:12-14)
"De male queasitis non (vix) gaude tertius haeres: van onrechtvaardig verkregen goed zal zelfs de derde erfgenaam geen plezier hebben".

421

verbrokkelde* de verdorven druiloor

* Deze eetgewoonte wordt tot op heden nog in ere gehouden in Roemenië, in 1987 zag ik het met eigen ogen.

uit de soep met zijn lepel op,**

** Dit is alleen maar mogelijk indien Dracula en de pastoor samen uit dezelfde soepkom hebben gegeten. Gezamenlijk van een bord eten is in de middeleeuwen niet ongewoon, en wordt in veel landen nog gedaan, onder andere nog in afgelegen plattelandsdorpen in bepaalde streken in Roemenië (Kligman, Wedding...) In The Travels of Makarius wordt ook beschreven hoe in de 17e eeuw de voivode van Walachije samen met zijn gast, de rondrei­zende patriarch van Antiochië Makarius uit een bord eet en uit een beker drinkt.

Vergelijk ook het Roemeense gezegde "Steek uw lepel niet in vreemde schotels"

Volgens sommige versies heeft Dracula de stukjes brood voor zich op tafel gelegd en de priester heeft daarvan zonder na te denken een korst genomen.

431

Dit is bepaald geen vrome handelswijze."*

* Zie ook de (apocriefe) bijbelteksten:
Wanneer gij bij een heerser tafelt bepaal dan uw aandacht alleen bij wat voor u staat en zet u het mes op de keel als gij een gulzig mens zijt. Begeer zijn lekkernij niet, want het is bedriegelijke spijs (Spreuken 23:1-3) Als gij aan eens rijken mans tafel zit, sper uw keel niet open, en denk niet: Hier is veel te eten; maar denk, dat een ontrouw oog nijdig is (want wat is nijdiger dan zulk een oog?), en het weent als het iemand ziet toetasten. Tast niet naar wat een ander ziet en neemt niet hetgeen voor hem in de schotel ligt. Ga bij uw zelf na, wat uw naaste gaarne of ongaarne heeft; en houdt u verstandig in alle stukken. Eet als een mens wat u voorgezet is, en eet niet te gulzig, opdat men op u niet toornig worde. Om de betamelijkheid, houd het eerst op; en wees geen onverzadelijke vraat, opdat gij geen ongunst verkrijgt. Als gij bij velen zit, zo tast niet het eerst toe (Jezus Sirach 31:12-21)
Eet niet het brood van wie boos van oog is, begeer zijn lekkernijen niet, want als iemand, die zijn eigen plannen maakt, zo is hij: "eet en drinkt" zegt hij tot u, maar zijn hart is niet met u; de bete, die gij gegeten hebt, zult gij uitspuwen, en uw vriendelijkste woorden hebt gij verspild (Spreuken 23:6-8)

Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een dwaas verslinden hemzelf. Het begin der woorden uit zijn mond is onverstand, en het einde van zijn spreken is verderfelijke dom heid (Prediker 10:12-13)

441

Toen ze het maal* hadden genoten

* Grigore Ureche zegt in zijn Moldavische Kroniek over Stefan cel Mare ondermeer: "Hij was geen groot staatsman, hij was boos en genegen onschuldig bloed te vergieten" en bij voorkeur zond hij de opperste rechter vanuit de verhitte gastmalen zijn gasten rechtstreeks de dood in zonder enig rechtzaak of vonnis (Iorga, Istoria Stefan cel Mare)




borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida
461

die noemde minder dan zeven;*

* Tussen 1386 (aanvang van de regering van Mircea de Oude, de grootvader van Vlad) en 1456 regeren minstens 12 vorsten, uit het geslacht Bassarab, die elkaar meerdere malen verjagen, met wisselende steun uit Hongarije en het Osmaanse Rijk. Vlad Dracul bijvoorbeeld regeert tussen 1436-1442 met Hongaarse steun, en wordt in 1443 door de Turken gevangen die hem een jaar later weer aan de macht brengen. De held van ons gedicht wordt in 1448 door de Turken op de troon gezet en in 1456 gesteund door de Hongaren. De vorsten van Moldavië en Walachije bemoeien zich wederszijds in de strijd om de macht met elkaars rivalen.

Een overzicht:
1386-1418 Mircea de Oude, 2x
1394-1397 Vlad de Usurpator
1418-1420 Mihail I
1420-1432 Dan II, afwisselend 5x
1421-1427 Radu de Kaalkop (ook Leeghoofdige) 4x
1431-1436 Alexandru Aldea
1435-1436 Dan III
1436-1442, 1443-1447 Vlad Dracul
1442, april-juni/juli Mircea.
1442-1443 Bassarab 2x
1447-1456 Vladislav-Dan II, 3x
1448-10/11 Vlad III Dracula-Tzepesh
1449 Radozla
1456-1462 Vlad III Dracula-Tzepesh (Stammtafeln III,1)

De toestand in buurland Moldavië is tussen het overlijden van Alexander de Goede in 1432 en de troonsbestijging van Stefan de Grote in 1457 niet veel beter.

De wederzijdse inmenging door Hongaren en Turken zorgt voor anarchie in Walachije, de maatschappij raakt ontwricht (Modrussa, Pius II). Ook de Bulgaarse balladen verhalen van de toestand in Walachije voor 1456: "Walachije wordt uiteengescheurd, het volk vlucht naar de bergen, weg van de wrede Turken, weg van de Hongaarse barbaren. Ze slachten de oude mannen af en maken slaven van de jongelingen, ze verkrachten de meisjes en de jongens vangen ze en dwingen hen in hun legers. Waar ze langskomen verbranden ze de dorpen." (Treptow, Essays blz 175).

De intriges van bepaalde bojaren worden ook in een brief van Bassarab Tzepelus aan de kaak gesteld. Hij stelt hen verantwoordelijk voor de val en dood van Vladislav II in 1456, de val van Vlad Tzepesh in 1462 en andere samenzweringen (Urkundenbuch VII, 4320).


borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; © op de foto W.Resida

471

in uw land heeft gehad?*

* Maar zij stoken hun hart als een oven met arglist...zij verteren hun regeerders, al hun koningen zijn gevallen (Hosea 7:6)

het waren er wel vijfhonderd.**

** Waarschijnlijk is dit het drama van Pasen 1457, toen Vlad een groot aantal bojaren met hun gezinnen tijdens de feestviering gevangen heeft genomen en deels heeft gespietst en deels heeft ingezet als dwangarbeiders bij herstelwerkzaamheden en uitbreidingen aan de burcht Poenari. Deze wraakactie vanwege het feit, dat de bojaren en rijke burgers van Tirgoviste in 1447 zijn broer Mircea folteren en levend begraven. De bojaren bestrijden elkaar en vormen facties, die tegen onwelgevallige prinsen steun zoeken in het buitenland, waar altijd wel ergens een tegenkandidaat in ballingschap te vinden is (Modrussa, Bocignoli). Ook tussen de verwanten van de familie Bassarab heerst wantrouwen en rivaliteit. Dat Vlad zijn eigen familieleden niet ontziet blijkt uit de memoires van bisschop Nicolaus Olahus (humanist en tijdgenoot van Erasmus waarmee hij correspondeert), een achterneef van Vlad, waarin hij beschrijft hoe Vlad een oom van hem laat doden, waarop de nog jeugdige vader van Nicolaus naar Transsylvanië vlucht om zijn leven te redden en voortaan verder afziet van een politieke loopbaan in Walachije. Het doden van mogelijke rivalen in de familie wordt standaardprocedure onder de vorsten in Walachije en Moldavië.
Ook Vlad slaagt er niet in een eind aan deze toestanden te maken. En in de 16e eeuw wordt gezegd, dat als iemand uit het geslacht Bassarab tot prins van het land wordt gekozen hij zijn begrafenis kan gaan voorbereiden en zijn testament kan opmaken, want een dergelijke keuze staat gelijk aan een doodvonnis. Men hoeft maar de chaotische politiek toestand in Roemenië sinds de decemberrevolutie van 1989 te denken om zich een beeld te kunnen vormen van de 15e eeuwse strijd om de macht.
Tijdens en vlak na de decemberrevolutie is Ceausescu vergeleken met een bloeddorstige vampier, een "Dracula".
Tijdens mijn verblijf in augustus 1990 in Roemenië is mij herhaalde malen verzekerd, dat veel mensen van mening zijn, dat het land een nieuwe Dracula, een nieuwe Tzepesh nodig heeft om orde en rust te brengen en de misdaad aan te pakken.

Van slechts 3 door Vlad gedode bojaren zijn de namen bekend.
Mihail Logofat (Kanselier), die in 1458 wordt onthoofd.
De vornik (major domus) Koldrea of Codrea die in het voorjaar 1459 zijn hoofd op het blok moet leggen. Albu de Grote met zijn clan en aanhang, die in 1459 worden gespietst. Albu is erfvijand van Vlad en diens vader Vlad Dracul.

Stefan cel Mare laat in 1467 na de slag bij Baia 20 hoge bojaren onthoofden en 40 lagere bojaren spietsen op beschuldiging van verraad, samenzweren en lafheid in de slag om Baia.
Op 16 januari 1471 laat Stefan drie hoge bojaren onthoofden op beschuldiging van verraad. Enkele maanden later verslaat hij Radu de Schone van Walachije en hij laat al diens bojaren terechtstellen. Stefan organiseert tussen 1471/1476 regelmatig massaexecuties onder proturkse bojaren.
Radu de Schone op zijn beurt keert terug met turkse steun en hij laat alle commandanten van de vestingen, die door zijn tegenstander Laiota waren benoemd onthoofden.

481

dat zijn lief beslist niet had gelogen*
* Cazacu vertaalt de 6e en 7e regel van dit couplet verkeerd:

"die in deze zaak kon hij geloven
zeker de waarheid onthullen zou"

Er staat echter dat deze vrouw van mening was, dat zij (de minnares) in deze kwestie de waarheid had verteld.
Volgens alle andere versies echter heeft de vrouw in kwestie wel degelijk gelogen en is ze niet zwanger.

van haar schaamte af naar boven**

** Zie vergelijkbare verhalen van over Nero en zijn moeder, Ezzelino III da Romano, 1194-1259, wiens wreedheden in allerlei kronieken zijn beschreven; de tiran Valerio in Agrigentum (Agrigentum op Sicilie, mogelijk in 210 v.Chr. toen Agrigentum door consul M.Valerius Laevinus gestorven 200 v.Chr. is veroverd?) en bisschop Badegisilius (?) en zijn vrouw.
Sultan Murad II (regeert van 1421-1451) laat een van zijn soldaten, die ervan wordt beschuldigd melk van een boerin te hebben gestolen de maag opensnijden om haar beschuldiging te controleren.
Zijn zoon Mehmed II (regeert van 1451-1481) geeft bevel de buik open te snijden van een tuinman die ervan wordt verdacht een augurk van zijn heer en meester te hebben verorberd.
Dit incident is de enige directe verwijzing naar Vlad's sexleven. Modrussa geeft een gedetailleerde beschrijving van het uiterlijk van Vlad in 1463/1464: "Hij was niet lang, maar breed en krachtig gebouwd, met gespierde ledematen. Zijn uiterlijk was koud en had iets afschrikwekkends over zich. Hij had een arendsneus, gezwollen neusvleugels, een enigszins rood, mager gezicht, waarin de zeer lange wimpers grote, wijdopen gesperde groene ogen omschaduwden; zwarte borstelige wenkbrauwen gaven hem een dreigende uitdrukking. Hij droeg een snor en was verder geschoren. Wijd uitlopende slapen deden zijn hoofd nog groter lijken. Een trotse rechte stierennek verbond zijn hoofd, waarvan zwarte krullende lokken hingen met zijn breedgeschouderde lichaam.
Dit uiterlijk komt deels overeen met het middeleeuwse stereotype van de mannelijke wellusteling: bleek of blozend gelaat, grote uitpuilende ogen, zwart stug, steil haar, grote neus (duidt op grote zinnelijkheid).
491

op de dag van Sint Bartholomeusmartelaar,*

* 24 augustus 1460. Vlad heeft inmiddels vrede gesloten met Brashov, en richt nu al zijn overredingskracht op Sibiu en omgeving, om hen op indringende wijze van zijn gelijk te overtuigen. Het hertogdom Amlas is zijn leen, waar veel aanhan­gers van Vlad Calugarul wonen.

op een vroege ochtend trok door het Woud**

** Geografische aanduiding van gebieden in Transsylvanië, Hinter dem wald, Uber dem Wald.

en alle Walachen*** jong en oud,

*** De Roemeense bevolking van het hertogdom Amlas, dat Vlad in leen had van de Hongaarse kroon.




illustratie, © Wanita Resida 2006
501

hij heeft er wijd en zijd* rondgereden

* Verwoest zijn:
- Noul Roman, eigendom van Peterman, een aanhanger van Dan en Vlad Calugarul.
- Gebieden rond Orastie (Broos), Sebes (Muhlbach), Mures en Miercurea (Reussmarkt, Rosia), die toebehoren aan Peter Gereb de Ruffomonte de Veresmarth (Van Wijngaarden) Vlads grote tegenstander; ook een aantal van deze plaatsen zelf namelijk Broos en Miercurea worden verwoest.

N.B. Peter Greb de Ruffomonte wordt in 1467 terechtgesteld door Matyas Corvinus in verband met zijn rol in de opstand der Saksische edelen.
- Nocrisj, eigendom van Peter Gereb (mogelijk in 1457 in plaats van 1460).
- Sercaia, eigendom van Bogdan Doboka een aanhanger van Dan en verder Mica, Talmetz, Salisjte, Apodul de Sus en Tilisjca, Cacova, Galesj, Vale, Sibiel, Silisjtea, Foltesti.
Er zouden in het hertogdom Amlas 64 hoven en verder in de overige dorpen 155 hofsteden en 15 huizen zijn verwoest. De plaats Amlas zelf zou Vlad trouw zijn gebleven en daarom zijn gespaard.

met messen, sabels en zwaarden**

** Haar bevolking liet hij naar buiten brengen en in stukken delen met zagen, ijzeren klingen en bijlen (1 Kronieken 20:3)
521


Groot-Shistov* gemarcheerd:
* De stad Nicopolis in Bulgarije.

Christenen en heidenen** van allerlei soort:

** Turken. Volgens de Russische Draculakroniek heeft Vlad de Christenen uit deze gebieden mee naar Walachije genomen, waar hij hen land heeft geschonken. Zijn vader heeft in 1445 bij een campagne langs de Donau hetzelfde gedaan: vele duizenden christelijke Bulgaren zijn bij die gelegenheid naar Walachije gevlucht, waar ze zich hebben mogen vestigen. Bij een vredesverdrag met de Turken in 1446 heeft hij zich echter verplicht om de Bulgaren weer terug te sturen.

wel vijfentwingduizend*** bij elkaar

*** Vlad geeft zelf in een schrijven van 11 februari 1462 een getal van 23.884 slachtoffers toe ("...niet meegeteld, degenen die in hun huizen zijn verbrand, of wiens hoofden niet aan onze officieren zijn getoond.."). De steden en vestingen die werden verwoest: Obluctitza, Novoselo, Rahova, Samovit, Ghighen, Giurgiu, Silistria, Cirtal, Aldemir, Dripotrom, Orsova, Vectrem, Turtucaia, Marotim, Nikopolis, Turnu, Batin, Novigrad, Shistov. Per stad geeft Vlad het dodental op in deze fascinerende en verschrikkelijke brief, met een nauwkeurigheid en grondigheid waarvoor Eichman zich niet zou hebben geschaamd. Hij stuurt zakken vol met hoofden neuzen etc. naar Matyas als bewijs. Wat het tonen van de hoofden betreft: "Zowel van de Scythen als van de Chinezen werd verwacht dat ze hun bevelvoerder de hoofden van alle in de strijd gedode vijanden overhandigden...het hoofd was een soort kaartje waarmee de soldaat zich toegang kon verschaffen tot zijn aandeel in de buit.." (R.Tannahill, 238). Ook Hongaren en Turken zijn in deze bloedige tijden enthousiaste verzamelaars van hoofden en neuzen van gedode vijanden.

531

dat hij hen tot bruid zou geven*

* Dit lijkt nogal onwaarschijnlijk. De motieven van deze hovelingen zijn niet zo zuiver. Ze zouden deze knappe vrouwen eerder als slavinnen buit hebben willen maken.
De grootste slavenmarkt in deze regio in deze dagen is de Genuese handelskolonie Kaffa aan de Zwarte Zee, waar onder andere de produkten uit het Verre Oosten aangevoerd via de Zijderoute worden verhandeld.


illustratie, © Wanita Resida 2006



illustratie, © Wanita Resida 2006
541


Dracula was aan de Turkenheer*

* Sultan Mehmed Fatih, de Veroveraar *1431 (1451-1481) +1481.

naar hem gestuurd als zijn legaten**

** De Griekse secretaris Thomas Katabolenos leidt het gezantschap.

betalingen verschuldigd aan hun heer***;

*** Vlad heeft het tribuut al drie jaar niet betaald, het geduld van de Turken is op. De delegatie eist als interest de bloedtijns, de knapenbelasting (devsjirme): 500 ongehuwde exemplaren uitgezocht uit de mooiste, intelligentste en sterkste jongens van het land dient Vlad te leveren.
Mogelijk eisen de Turken ook zijn zoons als gijzelaars.
De voivoden werden door de sultan door middel van een firman in hun functie bevestigd. De tekst van een dergelijke firman is beschreven in Dimitrie Cantemir, Descriptio Moldaviae.... De voivode als vertegenwoordiger van de sultan krijgt de absolute macht over bojaren en volk: "Maar een ieder, die zich maar ook in het geringste onbehoorlijk en en eigenzinnig zal gedragen en niet naar zijn bevelen wil luisteren, ongeacht zijn stand zal zijn zijn boosheid en eigenzinnigheid bestraft vinden met het zwaard of een andere soort straf of genoegdoening, die hij (de voivode) passend gelooft te zijn, hij zal hem vonissen en hem treffen...hoed u ervoor ook maar een andere gedachte te koesteren of iets tegen hem te ondernemen."

551

was het tribuut zelf* naar de sultan

* Vlad wordt uitgenodigd om zelf met het tribuut naar Istanbul te komen. Met de ervaring van zijn vader uit 1442 in gedachten weigert hij, maar stemt wel toe om met de gezanten naar de grens te reizen om daar enige grenskwesties te regelen.
Er is een hinderlaag opgezet in samenwerking met Hamzapasja en Yunuspasja, de sandsjakbey's van Vidin en Silistria om hem te vangen en hem aan de sultan uit te leveren, maar ze zo worden op hun beurt door Vlad verschalkt.

Hij liet van de Turkse pennelikker**

** Thomas Katabolenos wordt samen met Hamzapasja gespietst, mogelijk wordt een lagere diplomaat op deze wijze verminkt teruggestuurd. Alleen de versie van William Wey (Documents, 17-19) vermeldt ook deze verminkingen. In feite is deze belediging een oorlogsverklaring aan de Turken.
Stefan de Grote treedt in 1469 op vergelijkbare wijze op na de gevangenname van de zoon van de Tatarenkhan Mamak. De khan stuurt 100 gezanten, waarvan 99 worden gespietst, de zoon van de khan wordt onthoofd en een gezant wordt teruggestuurd minus neus en lippen.
De Turken konden er trouwens ook wat van. Gezanten van Michael de Dappere, voivode van Walachije aan het eind van de 16e eeuw werden bij aankomst in Constantinopel aan de haak gehangen, of hun ledematen werden afgehakt (Documents,... blz 134 en 139)
561

wel 25.000* mensen verloren het leven

* Zie reeds eerder genoemde brief van 11 februari 1462 van Vlad aan Matyas Corvinus, waarin hij alle door hem verwoeste plaatsen en vestingen met de aantallen slachtoffers (totaal 23.884) opsomt: een ware boekhouding van de dood. Dit couplet is een herhaling.
Het volledig plunderen en verwoesten van vijandelijke gebieden is een normale strijdwijze in de middeleeuwen. R.P. Märtin stelt, dat dergelijke totale verwoestingen niet tot de gebruikelijke turkse strijdwijzen behoren. De gevolgen van de Turkse veroveringen voor de Balkan, de verwoesting van land, steden en ontvolking zijn echter uitvoerig beschreven door D. Angelov, La conquete des peuples balkaniques par les Turcs.
In Transsylvanië zijn in 1455 nog verscheidene plaatsen geheel ontvolkt als gevolg van de turkse inval van 1438.
Vergelijkbare verwoestingen richtte de reeds eerder genoemde Michael de Dappere aan bij zijn invallen in het Osmaanse Rijk in 1595 (Documents,... blz 12)
571

dat was geheten Fagaras*

* Bij dezelfde gelegenheden, waarbij de voorsteden van Brashov en het Burzenland worden bezocht in 1457 en 1460.
Vlad is hertog van Fagaras, dat hij in leen heeft van de kroon van Hongarije.
In het grensgebied tussen Transsylvanië en Walachije zijn ook veel roversbenden actief, die regelmatig over de grens aan het gezag ontsnappen. Ze brengen onder andere de handel veel schade toe. In het Urkundenbuch kan men diverse voorbeelden hiervan vinden. Verschillende benden houden zich op in de Walachijse lenen Fagaras en Amlas.
Het is niet ondenkbaar sommige van Vlad's invallen in Transsylvanië ook zijn gericht tegen dergelijke benden. Als leenman was hij belast met het bestuur en handhaving van de orde in zijn leengoederen
581

en op vele andere wijzen omgebracht.*

* Dit is het reeds eerder genoemde palenwoud, Vlad's ogenlust, waar hij regelmatig een luchtje gaat scheppen om zich te verkwikken. In juni 1462 loopt het sultan Mehmed II dun door de broek als hij bij zijn opmars in Walachije een dergelijk Palenwoud van tienduizenden gespietste Turken ontdekt. Hij kan niets anders zeggen, dan dat hij een man, die zulke grote dingen voor elkaar krijgt en die op zo'n bovennatuurlijke wijze zijn macht en zijn onderdanen weet te gebruiken zijn land onmogelijk af kan nemen. Hij voegt eraan toe, dat deze man, die deze daden weet te volbrengen het waard is om nog grotere dingen te doen.
(Chalcocondylas).


illustratie, © Wanita Resida 2006
591

hij zijn schatten had verscholen;*

* Deze anekdote komt ook in diverse versies voor:
1. Hij zou zijn schat hebben begraven in de berg onder de burcht Poenari , waar tot op heden een demon over deze schat waakt. In het Roemeense volksgeloof worden verstopte schatten vaak door een boze geest bewaakt totdat de rechtmatige eigenaar ze weer opgraaft.
2. De schat wordt in het Snagovmeer verzonken.
3. Dracula laat zijn schatten in een rivierbedding begraven. Dit laatste verhaal (inclusief de moord op de dienaren) wordt trouwens ook verteld over de laatste Dacische vorst Decebalus, die in 106 door keizer Trajanus verslagen zelfmoord heeft gepleegd.
De meeste voivoden bewaren hun privéschatten op geheime plaatsen of in speciale gebouwen, kastelen en kloosters.
Tijdens oorlogen voert de voivode zijn staatsschat met zich mee of verbergt deze.
De zorg van Vlad over de veiligheid van zijn schatten is niet ongegrond. Radu cel Frumos raakt bij een verloren veldslag naast zijn vrouw en dochter ook zijn schatten, legertros, vaandel en skepter kwijt aan Stefan cel Mare.
In 1480 rooft Laiota Bassarab de schat (en vrouwen) van Bassarab Tzepelus (Urkundenbuch, VII no's 4337-4354)
In Walachije is in de 14e-15e eeuw veel geld in de grond verborgen. Onder andere bij Tirgoviste zijn in de 19e-20e eeuw veel middeleeuwse geldschatten opgegraven.
Verborgen schatten worden geassocieerd met duistere magische krachten. Zie ook de beschrijving in de roman Dracula van B.Stoker, waarin begraven schatten op bepaalde nachten, dat de boze geesten vrij rondwaren gelokaliseerd kunnen worden door de blauwe vlammen boven de plek waar ze begraven zijn.
601

en mestte krabben* vet met deze resten.

* Krabben worden in de middeleeuwen ook aangeduid als kreeft. Het dier wordt zeer gevreesd en in verband gebracht met kanker. "wie hem (de kreeft) aanziet krijgt den kanker en moet sterven." (Sloet, Dieren..., blz 453)
611

en gegeten van uw makkers*";

* In mijn middelbare schooltijd in Suriname vertelde mijn leraar maatschappijgeschiedenis het volgende verhaal: tijdens WOII voer hij als jongmaatje op een reddingsboot om lichamen te bergen en drenkelingen te redden wanneer er schepen voor de kust tot zinken werden gebracht (de routes van geallieerde schepen uit de VS naar Europa liep onder andere langs de noordkust van Zuid-Amerika). De lijken die uit het water werden opgevist zaten vol met garnalen, een in Suriname zeer gewaardeerde lekkernij. De garnalen werden van de lichamen afgeplukt en geserveerd bij de maaltijd. Heden ten dage komen de visserschepen uit Korea en Japan voor de Surinaamse kust garnalen vangen.
621

"Ik kook, spin, was en bak"*: Hij

* Volgens een andere versie ondervraagt Vlad de betreffende boer eerst of hij wel vlas gezaaid en geoogst heeft, waarop de boer hem zijn ruime voorraad vlas toont. Overtuigd dat de man zijn taak naar behoren heeft vervuld confronteert hij de vrouw met haar plichtsverzaking. In dit verhaal komt de in Roemeense ogen ideale rolverdeling tussen man en vrouw heel duidelijk naar voren.
In andere versies gaat het om:
1. Een priester of bisschop die slecht gekleed gaat en om die reden door Vlad wordt terechtgesteld.
2. Een vrouw die zo smerig is en met zulke vieze kleren rondloopt, dat Vlad beveelt haar in het water te gooien.
631

voordat je te biecht hebt kunnen gaan."*

* Sterven zonder biecht en absolutie is het ergste wat een middeleeuwse christen kan overkomen. Vlad staat er meestal op, dat zijn slachtoffers hun christelijke plichten kunnen vervullen voor hun terechtstelling. Dat hij de vrouw op deze wijze bedreigt geeft aan dat hij deze keer wel bijzonder geërgerd is.
In de Russische kronieken kan men lezen welke zeer strenge zedelijke normen Vlad over vrouwen erop nahoudt. Overspelige echtgenotes, meisjes die voor het huwelijk hun maagdelijkheid verliezen en onkuise weduwen worden op huiveringwekkende wijze gestraft: hun geslachtsdelen worden gevild of afgesneden, ze worden naakt in de ijzers gesloten tentoongesteld, tepels worden afgesneden, een roodgloeiende ijzeren staak wordt in hun vagina gestoken tot hij er door de mond weer naar buiten komt, ze worden gevild en hun huid wordt aan een staak gehangen. Ze worden naakt of gevild gespietst en hun kadaver moet aan de paal blijven hangen totdat het vlees van de botten loslaat of geheel door de vogels is verslonden.
641

Van de monnikenorde van Sint-Bernardus,*

* Cisterciënzers.

die de barrevoeters** opdroeg uit bedelen te gaan

** Bedelmonniken zijn Franciskaners of Dominikaners. Beheim haalt hier de orden door elkaar. In Zuid-Transsylvanië ligt de Cisterciënzer abdij Monasterium Beata Maria Virginis in Candelis de Kerch, in de wandeling Kerz genoemd waarmee de relaties (reeds onder Vlads vader Dracul) problematisch zijn. De abten van dit klooster zijn in de 15e eeuw berucht vanwege hun immorele en materialistische levenswijze. In Tirgoviste zelf ligt het Franciskaner Baratziaklooster aan hetzelfde plein als de prinsenhof. Vlad's grootmoeder is Mara Tomaj van Balaton, een Hongaarse, die het Rooms-Katholieke geloof heeft aangehangen en dit klooster heeft laten bouwen. In 1431 heeft de troonpretendent Vlad Dracul privileges en rechten verleend aan de Franciskanerorde in Walachije.
Ook zou rond 1450 tijdens de regering van Vladislav II in Tirgoviste het Peregrinantenkonvent, een Dominikanerklooster zijn gesticht. De Dominikaner- en Franciskanerorden leverden de inkwisiteurs van de kerk.
651

dat wij daar reeds het paradijs mochten genieten*,

* De Rooms-katholieke hagiografie wordt in tegenstelling tot de byzantijnse gekenmerkt door een brandend verlangen bij de heiligen naar de hemelse gelukzaligheid in vereniging met God. Vlad is niet te beroerd om de monniken tot de gewenste staat van zaligheid te bevorderen.


illustratie, © Wanita Resida 2006

671

naast de broeders op een paal.*

* Het is monniken verboden paard te rijden, volgens de regels van St. Franciscus mogen de Franciskaners zelfs niet op een ezel rijden of een dier economisch gebruiken. Een andere versie verhaalt, dat Vlad een bedelmonnik tegenkomt gezeten op een ezel. Hij straft hem voor de overtreding van de orderegels door beide op een paal te spietsen, maar de ezel boven op de monnik. In de middeleeuwse denkwijze is een dier betrokken bij een strafbaar feit ook strafbaar en moet dan ook gevonnist en gedood worden. Mogelijk speekt hier ook Vlad's bizarre humor een rol, waarbij hij ezels hoger inschat en acht dan monniken? In het algemeen lijken Rooms-katholieke monniken eerder het slachtoffer van zijn wreedheid dan de inheemse Grieks-orthodoxe geestelijkheid. Rooms-katholieke monniken brengen missie en inkwisitie, kerkelijke belastingen en bemoeienis van Rome mee. Mehmet II gebruikt ook rondtrekkende monniken als verspieders en spionnen.
De ezel wordt in de middeleeuwen ook beschouwd als een luxerijdier en wordt gezien als een negatief symbool voor luxe en genotzucht, tegelijkertijd is de ezel het nederige dier waarop de Koning der Koningen Jeruzalem binnenrijdt. De ezel naast de twee monniken is een omkering van Jezus naast de twee dieven.
In de late middeleeuwen verandert de maatschappelijke houding tegenover armen en armoede en daarmee ook de zelf verkozen armoede van de bedelorden, die een object worden van spot en minachting. Armoede wordt beschouwd als een maatschappelijk kwaad in plaats van een apostolische deugd. Arbeid en productiviteit worden hoger gewaardeerd dan beschouwing en afzien (Huizinga, Waning of the Middle Ages, blz 173-174).

681

uit het Servische land*, waar hij

* Uit geen enkele andere bron is bekend dat Vlad akties heeft gevoerd in Servië. De enige bekende gelegenheid waarbij aan de grens met Servie heeft gestreden, is in 1458 als hij een Turks leger aangevoerd door Groot-Vizier Mahmud Angelovic(1420-1474), dat in Servië plundert en haar activiteiten tot in Walachije heeft uitgestrekt bij de terugtocht over de Donau heeft aangevallen en in de pan heeft gehakt. Van de 18.000 Turken ontsnappen er maar 8000. Servië wordt in 1459 geheel door de Turken veroverd en geldt vanaf dat moment voor Vlad als vijandelijk gebied.
Er zijn twee mogelijkheden voor deze hier genoemde aktie:
1. De stamvader van de rivaliserende tak van de Bassaraba's de Danesti, Dan I (1385-1386) is getrouwd met een Maria van Servië. Mogelijk is deze Maria verwant aan de later regerende familie Brankovitsch, die tot de turkse verovering in 1459 de koningen van Servië leveren. Dat zou betekenen dat de Brankovitschi mogelijk de rivalen van Vlad steunen en het hier om een strafexpeditie zou gaan.
2. Deze aktie vindt plaats tijdens de oorlog van 1461/1462.

een klooster, dat heette Gorion,**

** In Tirgoviste ligt het reeds eerder genoemde Franciskaner Baratziaklooster en mogelijk het Peregrinantenkonvent. Er zijn verder in de omgeving van Tirgoviste geen Rooms-katholieke kloosters bekend. Het klooster Gorion (Obernburg) ligt in Servië. In 1461 worden de monniken uit dit klooster verjaagd door Sigismund van Lemberg bisschop van Lubljana. Enkelen van deze monniken komen volgens sommige schrijvers in Tirgoviste terecht, waaronder de monnik Hans (verblijft in 1436 in het klooster Melk, moet dus al aardig op leeftijd zijn in 1461). In de Chronicon Mellicense worden de wreedheden van Dracula ook beschreven). Het is echter niet ondenkbaar dat de monniken uit Tirgoviste na het hieronder beschreven incident juist naar Gorion vluchten, waar ze in 1461 worden verjaagd. Hoe het ook geweest mocht zijn, Beheim haalt ook hier weer een aantal feiten en gebeurtenissen door elkaar.

691

Dracula riep Michael* bij zich

* Mogelijk Michael de Tirgoviste plebanus, reeds genoemd in 1439, die door Dracul is benoemd tot abt van het klooster Kerz, maar door de tegenwerking van de monniken aldaar na enkele jaren zou aftreden.



illustratie, © Wanita Resida 2006
701

niet voor hem in de hemel bidt met grote vlijt*

* In de traditie van de pomana (dodenverering) geloven de Roemenen dat, indien de levenden hard genoeg bidden en vasten voor de zielen van de doden, dit de doden goed doet in het hiernamaals en dat de doden op hun beurt uit dankbaarheid bidden voor de zielen van de levenden, die hen eren en gedenken (Kligman, Wedding, blz 158)
Vlad interpreteert het geloof wel op een zeer cynische wijze.
De Grieks-orthodoxe Vlad stelt de volgende kwestie aan de orde tegenover Rooms-Katholieke monniken: het vagevuur (purgatorium, refrigerium interim), de plek waar de niet geheel volmaakten van hun zonden gereinigd kunnen worden, is tot dogma verheven in 1336 door Paus Benediktus XII. De Orthodoxie erkent het vagevuur niet. Het wordt onherroepelijk hemel of hel. De op aarde begane en niet bij het leven geboete zonden kunnen in het hiernamaals niet meer ongedaan gemaakt worden. Ook kent de Orthodoxie in tegenstelling tot de Rooms-katholieke leer, in oorsprong geen onderscheid tussen dagelijkse zonden en doodzonden. Elke zonde weegt even zwaar en is een overtreding van Gods geboden en wordt even zwaar gestraft als ze tijdens het aardse bestaan niet is berouwd en geboet.
Volgens byzantijnse opvattingen bepaalt het hele leven en niet alleen de laatste ademtocht waar men in het hiernamaals zal terechtkomen, de bekering op het sterfbed is niet altijd voldoende om in de hemel te komen.
711

of hij was de allerheiligste uit het menselijk geslacht,*

* Dracula stelt zich hier op een lijn met Christus. Het toppunt van hoogmoed.

ook al heeft hij zijn genade pas laat geopenbaard."**

** Ars Moriendi. Of men na zijn dood de hemel of de hel zal betreden hangt geheel af van hoe men zich opstelt tijdens zijn laatste ogenblikken.
Niet de dood op zich dient men te vrezen maar de onverwachte of onvoorziene dood (Mors improvisis), waarop men zich niet heeft kunnen voorbereiden. Het ideale sterfbed wordt omgeven door riten, rituelen, sacramenten (het laatste oliesel, viaticum), gebeden die kunnen leiden tot een redding van de verdoemenis na een slecht of zondig leven, of het behoud van de ziel na een vroom en deugdzaam leven (Aries, 303). Op het ogenblik van het sterven wordt iemands lot onherroepelijk bepaald. Een vroom en deugdzaam leven is geen garantie, want men kan op het laatste ogenblik verliezen, door bijvoorbeeld te vervallen in de zonde van de wanhoop. Goed en kwaad strijden om de ziel. Volgens sommige 15e eeuwse opvattingen bepaalt het oordeel van de stervende mens zelf over zijn leven de uitkomst. De duivel poogt de stervende tot zonden te verleiden:
Hij houdt hem zijn zonden en ondeugden voor om hem te doen wanhopen. Lukt dit niet, dan spiegelt de Boze hem zijn goede levenswijze voor om hem te verleiden tot tevredenheid en zelfgenoegzaamheid.
Ook probeert de duivel de stervende aan het leven te binden door hem de aardse geneugten voor te spiegelen, zoals materiele zaken en familie en vrienden (de late middeleeuwer is evenals de gemiddelde twintigste eeuwer zeer gericht op aardse goederen).
(Aries, 109)
Dante laat een stem uit de Hel roepen, bij een ziel die op het nippertje aan de eeuwige verdoemenis ontsnapt: "Waarom berooft ge me, ge neemt het eeuwige deel van hem voor één traantje, dat hem van mij ontvreemdt" (Boase, 124). In dit licht gezien is het antwoord van broeder Michael niet ongewoon. Er is redding mogelijk voor de grootste zondaren tot het ogenblik van hun laatste ademtocht, net zoals de vromen en deugdzamen op het laatste moment hun zaligheid kunnen verspelen. In de 16e eeuw komt er van de zijde der humanisten en reformatoren groeiende kritiek op deze opvattingen.
Overigens zijn het vooral de monniken van de bedelorden, die zich bezighouden met het begeleiden van stervenden en de uitvaartrituelen. Het is dus niet toevallig dat Vlad deze vraag aan Franciskaner broeders stelt. Het kan natuurlijk ook dat Vlad gewoon last van zijn geweten heeft en oprecht bezorgd is over zijn zieleheil.
721

en jammerklachten in de hel,*

* Voor elke zonde is er in de hel een toepasselijke straf. Welke straf kan Vlad die tegen alle geboden zondigt verwachten?
In een moderne bewerking van Dante door Jerry Pournelle en Larry Niven, Inferno, New York, 1976, blz 191, 193-194 komt Vlad in de afdeling van de zaaiers van tweedracht en moet hij tot in eeuwigheid met een paal in zijn lijf rondlopen. Overigens laten de schrijvers tegen het einde op pagina 233 Satan zeggen dat God nog het nodige van Vlad zou kunnen leren over moraliteit.




illustratie, © Wanita Resida 2006



illustratie, © Wanita Resida 2006
731

kotsen, anders zal je hem geheel toebehoren*

* Als Dracula geweigerd wordt in hemel en hel, wat blijft er anders voor hem over dan rusteloos rond te zwerven tot in eeuwigheid gevangen in een schemerwereld tussen leven en dood? Precies het lot beschreven door Stoker in zijn beroemde vampierroman

verdoemd tot over je oren.**

** De mening van broeder Hans weerklinkt door in een gedicht van Vacsile Alecsandri:

"Zwart als de hel is je ziel
en verbijstert zelfs de bloeddorstige Satan,
Duister zijn je gedachten,
en ze kunnen je slechtheid niet zien,
terwijl ze als de blinde nacht zonder sterren aan de hemel in het donker tasten."(Vlad Tzepes en de Eik, 1874 in: Legende, Bukarest 1900, blz. 96-99)
741

razende woesteling, erger dan een Turk*

* Dit is vrij vertaald. Een christen, die zich nog erger dan een Turk gedraagt. Hoewel Beheim dit nergens expliciet zo steld is het duidelijk dat de "christelijke" Dracula, die toch beter moet weten zich gedraagt als een Turk of nog erger. Hij zondigt willens en wetens. In de 15e eeuw is de Turk het summum van wreedheid en barbarij in westerse ogen (ook van Beheim). De naam Turk wordt tot aan de 20e eeuw alleen door niet-Turken gebruikt om de Ottomanen mee aan te duiden. Elke zichzelf respecterende inwoner van het Osmaanse rijk noemt zich Osmanli of Ottomaan. De naam Turk gebruikt hij om daarmee de ongemanierde en in zijn ogen onbeschaafde boeren uit Anatolië aan te duiden. In het poppenspel Karagóz, dat reeds in de middeleeuwen wordt opgevoerd komt ook een karakter, genaamd de Turk voor, die de stereotype domme provinciaal voorstelt. Overigens heerst in het middeleeuwse Avondland de algemene opvatting dat een slechte christen te verkiezen is boven een goede moslim.

wat hebben de kinderen je aangedaan,**

** Kinderen als slachtoffer van machtstrijd en politiek. In een rapport van Amnesty International over 1993 kunnen we lezen dat er jaarlijks wereldwijd ruim 200.000 kinderen slachtoffers worden van politieke moord en marteling. Elk jaar stijgt het aantal.
751

nee nog geen drie uren geleden het levenslicht zagen*

* Vlad zou ook kleine kinderen met het hoofd tegen stenen en rotsen te pletter hebben laten slaan. Zie de eerder hierbovengenoemde opmerking over Stefan cel Mare, die ongeboren kinderen uit de moeders laat snijden.
In zijn voetsporen treedt de 16e eeuwse moldavische prins Stefan Petriceicu, die zwangere tataarse vrouwen laat opensnijden en hun babies laat opspietsen (Stoicescu, 186)

houdt, dan vermoord je daarom velen,**

** Dushegubina: bij een onopgelost misdrijf wordt de hele familie, buurt, wijk of zelfs het dorp aansprakelijk gesteld voor de boete of schadevergoeding (zie de Zakonik, artikelen 52, 58, 71, 92, 99, 100, 111, 126, 145-147, 158, 173, 191 van Stefan Dushan, ook in gebruik in Walachije voor het strafrecht)
Ook Turkse kronieken verhalen over de collectieve straffen die Vlad toepast op zijn onderdanen.
Orthodoxe opvattingen, die ook in het Walachijse volksgeloof zijn doorgedrongen: gedoopte kinderen onder de 7 jaar gaan als ze sterven rechtstreeks naar de hemel.
761


Als men onkruid* wil rooien,

* Zie opmerkingen bij het volgende couplet. Vlad vergelijkt zijn tegenstanders met onkruid.


illustratie, © Wanita Resida 2006
771

Aan die kleintjes, die er zijn*
* Wanneer zij nog kinderen zouden voortbrengen zal ik de lievelingen van hun schoot doden (Hosea 9:16)

en daarom ook de wortels** uitsteken;

** De term wortel (radacine) wordt in Roemenie gebruikt voor de oorsprong en herkomst van een familie, maar ook voor het hele geslacht. In de wortels liggen de goede en slechte eigenschappen, die van de voorouders op hun nakomelingen worden doorgegeven. Iemand van goede afkomst heeft sterke wortels, wordt vergeleken met een goede sterke plant (Kligman Wedding, blz 32 en 328). De jonge kinderen, zijn de wortels, waaruit de toekomstige generaties zullen groeien. Deze vergelijking van families met planten doet oorspronkelijk Roemeens aan, en deze woorden zouden inderdaad wel eens letterlijk door Vlad gezegd kunnen zijn.

op mij of de mijnen willen wreken."***

*** Deze woorden klinken zeer authentiek en weerspiegelen Vlad's ervaringen: de dynastieke strijd in Walachije en Moldavië, die al bijna een halve eeuw duurt en het leven van naaste verwanten heeft gekost en hem uiteindelijk ook het leven zal kosten, evenals dat van zijn zoon Mihnea cel Rau (de Boze), zijn vader, zijn broer Mircea, zijn oom Bogdan (vorst van Moldavië 1449-1451, vader van Stefan cel Mare) en mogelijke vele ons onbekende familieleden. De in hem aanwezige haat en wraakgevoelens verwacht hij (niet ten onrechte na wat hij heeft aangericht) ook bij zijn overlevende vijanden.
Ook Neagoe Bassarab in de "Leerreden voor zijn zoon Theodosie" vergelijkt zijn bojaren met planten in de tuin (van zijn bestuur)
781

jij domme zot, dove gevoelloze* blaaskaak,

* Gevoelloosheid ten aanzien van de kwellingen van veroordeelden wordt in de late middeleeuwen en renaissance vereist van rechters en bestuurders."point d'entrailles, nulle humanité chez le juge. Son premier devoir est l'impassabilité...sa plus grande préoccupation d'épouvanter les malfaiteurs..." Hij moet folteringen toepassen, die visuele indruk maken, die de verbeelding aanspreken, en door hun angstaanjagende ingewikkeldheid de gruwelijkheid van de gepleegde misdaad weerspiegelen. Deze folteringen dienen in het volle daglicht te worden uitgevoerd op de meest dramatische en spectaculaire wijze. (Stoicescu, 187)
Zelfs al zou een perverse wellust van Vlad ten grondslag hebben gelegen aan de folteringen en executies uitgevoerd op zijn bevel, dan is er een groot verschil met de meest bekende perverse lustmoordenaar uit de 15e eeuw, Gilles baron de Rais (1404-1444), die op de brandstapel is geeindigd. Zijn slachtoffers zijn kinderen, meest jongens, die in zwarte missen na seksueel te zijn misbruikt aan de Satan worden geofferd (D.A. Berents, Gilles de Rais, de moordenaar en de mythe,'s-Gravenhage, 1982). De Rais heeft gepoogd zijn activiteiten zo geheim mogelijk te houden, wat hem uiteindelijk niet is gelukt. Gilles de Rais wordt in latere eeuwen verbonden met de sprookjesfiguur Blauwbaard.
De Hongaarse gravin Elisabeth Bathory, die rond 1600 heeft geleefd, is de lesbische vrouwelijke tegenhanger van De Rais, ze heeft letterlijk gebaad in het bloed van maagden na deze te hebben doodgefolterd en ze heeft daarnaast zwarte magie bedreven. De Rais heeft van de Duivel goud en geld verlangd, het is Bathory te doen geweest om eeuwige jeugd en schoonheid. Het sexuele element is bij allebei zeer sterk aanwezig in hun duivelsaanbidding.
Niks geheimhouding en stiekem gedoe bij Vlad Dracula; hij staat in zijn recht en er is niks verkeerds aan zijn daden, want hij handelt in overeenstemming met de wetten en zeden, hij is de Gesel Gods.

het hellevuur, dat is jouw lot."**

** Letterlijk vertaald: Je ziel is verdobbeld.
791

sloeg hij hem in de bol,*

* In de slag bij Possada in 1330, waarbij de Hongaren door de Walachen in de pan zijn gehakt hameren de Walachen hun Hongaarse gevangenen, waaronder ook monniken en priesters houten nagels in de schedels.
stak omhoog naar het hemelzwerk.**
** De Russische Draculakroniek bevestigt dat Vlad de monnik die hem terechtwijst spietst en de vleier laat lopen. Roemeense en 15e eeuwse Duitse versies echter vertellen een ander verhaal. Dracula ontvangt twee monniken en vraagt hen naar de mening van zijn onderdanen over hem en zijn bestuur.
De monnik, die de onder het volk levende kritiek durft te uiten blijft leven omwille van de waarheid, maar de vleier wordt vanwege zijn leugens terdood gebracht. Vlad heeft hem nog een tweede kans gegeven om de waarheid te zeggen, maar door zijn valse gevlei te herhalen verspeelt hij zijn leven.
Waarschijnlijk heeft broeder Jacob aan Beheim een verdraaide versie van de feiten gegeven (wel meer feiten en gegevens in dit gedicht kloppen niet helemaal, zoals is gebleken). Ideologisch komt het namelijk beter over dat de duivelse tiran Dracula de christelijke waarheid niet kan verdragen.
801

kwam hij aan in Neustadt*

* Wiener-Neustadt

aan het hof van onze keizerlijke heer,**

** Friedrich III 1440-1493, van Habsburg, keizer van het Heilige Roomse Rijk, vijand van Vlad steunt onder meer troonpretendent Dan, die in 1460 op zo jammerlijke wijze in de klauwen van Dracula is geëindigd.



illustratie, © Wanita Resida 2006
811

Waar ik Michael Beheim* menige keer

* Beheim verkeert in deze jaren aan het hof van Friedrich III, waar hij tussen 1462/1464 aan dit gedicht werkt. Hij noemt broeder Jacob als zijn enige directe informatiebron.
Andere informanten die hem direct of indirect zijn stof hebben geleverd:
1. De Hongaarse delegaties, die in 1463/64 Wenen bezoeken om te onderhandelen over de overdracht van de Stefanskroon.
2. Thomas Ebendorffer (overleed in 1464), docent aan de universiteit van Wenen, die over Dracula schrijft in zijn kroniek Cronica regum Romanurom (Kaiserchronik), 1463.
3. Zevenburger Saksers, die studeren en doceren aan de Weense universiteit en contacten onderhouden met hun vaderland. Zo onderhoudt Johannes Reudel stadspaap van Brashov, ex-student van de Weense universiteit persoonlijke contacten met andere Zevenburgse studenten en docenten aldaar.
4. Reeds circulerende pamfletten over Vlad.

dat men er nog steeds uitgebreid over uitweidt.**

** Dracula is "hot news".
Vergelijk de volgende bijbelteksten:
"Zie, Ik maak u tot een schrik voor u zelf en voor al uw vijanden (Jeremia 20:4)
Ja vele volken zal Ik over u in ontzetting brengen, hun koningen zullen om u met huivering bevangen zijn (Ezechiël 32:10)
Gij zult een een voorwerp van ontzetting worden, een spreekwoord en een spotrede onder alle volken, naar wier land de Here u wegvoert (Deuteronomium 28:37) Toen Beheim aan dit gedicht werkte verbleef Vlad als gevangene en balling in Hongarije.
Ik maak hen tot een schrikbeeld van alle koninkrijken der aarde, tot een voorwerp van verwensing, van ontzetting (Jeremia 29:18)
821

allemaal uit hun groep.*

* Een van de middeleeuwse vooroordelen tegen zigeuners: ze eten mensenvlees.






illustratie, © Wanita Resida 2006
841

Toen de paarden van de Turkenschaar*

* Waarschijnlijk een afdeling akindji's die op rooftocht in Walachije zijn. De akindji's, licht bewapende ongeregelde ruiterbendes, leven normaal van landbouw en veeteelt in het grensgebied en worden tijdens oorlogen door de Sultan ingezet bij intocht op vijandelijk gebied om angst te verbreiden, te branden, plunderen en slaven buit te maken. Ze ontvangen geen soldij. De relaties tussen Walachije en het OsmaanseRijk zijn sinds 1458 gespannen, en het is niet ondenkbaar dat de akindji's vanuit Constantinopel de vrije hand hebben gekregen om naar believen Walachije binnen te vallen in de hoop Vlad tot de orde te roepen.
Dit voorval zou ook in de oorlog van 1462 plaats hebben kunnen vinden.





illustratie, © Wanita Resida 2006





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida





borstbeeld van Vlad Dracula vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida

De zorg voor armen, zieken en minderbedeelden is de graadmeter van de beschaving van een maatschappij. De Endlösung van de Nazi's voor geestelijk en lichamelijk gehandicapten, door middel van gedwongen sterilisatie en moord is wereldwijd bekend en berucht. Weinigen weten dat de Duitsers zich onder andere hebben laten inspireren door de Verenigde Staten. Tussen 1907-1974 zijn in de USA en in het bijzonder in de staat Virginia duizenden mensen soms op zeer jonge leeftijd gedwongen of onder valse voorwendsels gesteriliseerd in het kader van eugenetica. Het blanke ras dient te worden gezuiverd van erfelijke kwalen. Blinden, doven, tuberculose patienten, epilepsielijders, geestelijk gehandicapten, geslachtszieken en sociaal zwakkeren, die het etiket instabiliteit opgeplakt kregen zijn het slachtoffer geworden van dit beleid dat door het Hooggerechtshof is gelegaliseerd.
861

zijn in de diepe wateren verzonken.*

* In het 16e eeuwse Frankrijk nemen edelen zigeunerbenden in krijgsdienst, die als aparte militaire eenheden zijn georganiseerd (Moorman van Kappen, Geschiedenis van de Zigeuners..., blz 53 noot 127). In de Tziganiada van Ion-Budai Deleanu geeft Vlad zigeuners eigen grond, dorpen en vrijheden in ruil voor krijgsdienst tegen de Turken. Budai-Deleanu (1760-1820) voert Vlad op als het ideaal van de verlichte despoot; hij wordt echter door de onderling verdeelde zigeuners in de steek gelaten.

Veel zieken*, blinden, kreupelen, miserabelen

* Zieken: mogelijk worden hier melaatsen bedoeld. In de middeleeuwen wordt melaatsheid, een kwaal sterk geassocieerd met sexuele zonde ook aangeduid met "De Ziekte".

toen ze klaar waren met zuipen en vreten**

** Maar wanneer gij een feestmaal aanricht nodig dan bedelaars, misvormden, lammen en blinden. En gij zult zalig zijn omdat zij niets hebben om u terug te betalen. Want het zal u terugbetaald worden bij de opstanding der rechtvaardigen (Lucas 14:13-14)
Hij heeft over de armen geschenken uitgestrooid, en zijn gerechtigheid blijft van eewigheid tot eeuwigheid; want hij heeft allen verrijkt en gesterkt uit de onuitputtelijke schatten die hem door God geschonken zijn (nog opzoeken waar deze tekst uit is)
Wie den armen geeft, leent den Heer (Spreuken 19:17) en het hieruit voortgekomen gezegde: "la main du pauvre est la bourse du Dieu".
De dood is beter dan een ziek leven of gestadige krankheid (Apocriefe boeken, Jezus Sirach 30:17) O dood, hoe wel doet gij de nooddruftige die zwak en oud is, die in alle zorgen steekt en niets beters hier te hopen noch te verwachten heeft (Jezus Sirach 41:3-4)
Mijn kind begeef u niet tot bedelen, het is beter te sterven dan te bedelen. Wie zich op eens anders tafel verlaat, denkt zich niet met ere te onderhouden: want hij moet zich bezondigen om vreemde spijs. Maar een verstandig, wijs man wacht zich daarvoor. Bedelarij smaakt de onbeschaamde mond wel, maar hij zal ten laatste een kwade koorts daarvan krijgen (Jezus Sirach 40:29-31)
De begeerte van de luiaard brengt hem ten dode, want zijn handen weigeren te werken (Spreuken 21:25) Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen (Exodus 23:25)
Doch de nietswaardigen- zij zijn allen als verstrooide doornen, voorwaar zij worden niet met de hand aangevat; moet iemand ze aanraken, dan voorziet hij zich van ijzer of lansschacht, en met het vuur worden ze op de plaats zelf geheel verbrand (Samuel 23:1-7)

Ook in de Nederlanden is het thema van de brassende (en hebzuchtige) bedelaar bekend. De vertegenwoordigers van de anti-maatschappij worden zo afschrikwekkend mogelijk weergegeven in de beeldende kunsten voorzien van alle tekenen van uiterlijk verval die de 'bewijzen' vormen van een door en door zondige levenswandel. Het zijn vaak "Macabere afbeeldingen van vechtend, moordend en zich volvretend uitvaagsel: soms zie je op de achtergrond een galg of een heel galgenveld met tentoongestelde lijken, de ondubbelzinnige verwijzing naar het definitieve eindpunt van een buitensporig leven" (Boeventucht, Dirck Volckertszoon Coornhert.....Muiderberg, 1985, p.26-28).

tot as verbranden in een houten huis***

*** Een soortgelijk verhaal bestaat over de 9e eeuwse bisschop van Mainz, Hatto en de muizetoren te Bingen, waarbij de bisschop tijdens een hongersnood de armen heeft uitgenodigd voor een maaltijd, maar hen levend laat verbranden. Zijn commentaar op het geschreeuw van zijn slachtoffers: "Hoor ze piepen als muizen." Als straf vreten de muizen zijn graanvoorraden in de toren op en achtervolgen de bisschop tot boven in zijn toren waar ze hem verslinden. De muizen zijn in dit verhaal symbool voor de teruggekeerde wraakzoekende zielen van de bedrogen slachtoffers. Overigens is Hatto in werkelijkheid gewoon in bed gestorven.
Gezien het feit, dat de maaltijd in een houten gebouw is georganiseerd, zou men bijna kunnen vermoeden, dat het incident in de winter heeft plaatsvonden. Feestmalen voor grotere groepen mensen vinden als het weer het enigszins toelaat in de open lucht plaats.
Ebendorffer is de enige uitzondering. Hij schrijft dat de bedelaars na een verkwikkend maal worden gespietst. Vlad stuurt zijn slachtoffers niet hongerig de eeuwigheid in.

zijn commentaar was: "Dit volk is niet pluis";****

**** In de traditionele agrarische Roemeense samenleving worden families sociaal gerangschikt onder goede/sterke geslachten (neam bun) en zwakke slechte geslachten (neam rau/slab): de goede en slechte eigenschappen worden door middel van het bloed van generatie op generatie doorgegeven (Kligman, Wedding...)
In Vlads ogen en waarschijnlijk van vele andere tijdgenoten zijn deze bedelaars en leeglopers niets anders dan neam rau.
In de Roemeense folkore nemen de sjolomonari, de weertovenaars vaak de gedaante aan van kreupele of lamme bedelaars. Ze dragen altijd vuile lompen en hebben verwarde haren. Ze slapen in holen, bossen en hutjes. Ze worden soms als heilig, maar vaker als boosaardig (want ze hebben hun ziel aan de Duivel verkocht in ruil voor hun bovennatuurlijke krachten) beschouwd. De weermakers sturen hagelbuien naar de plaatsen waar de mensen hen geen aalmoezen geven of hen bespotten. Ze eten mensenvlees (Rumänische Sagen..., blz. 65). In de roemeense folkore nemen God en Petrus vaak de gedaante van bedelaars aan en wandelen zo rond op aarde om het gedrag van de mensen gade te slaan.
Overigens motiveert Vlad volgens andere versies zijn gruweldaad met het argument, dat hij deze arme mensen van hun ellende en lijden heeft willen bevrijden en zijn land heeft willen verlossen van armoedzaaiers.
ARMOEDE IN EUROPA IN DE 15e EEUW IN HET KORT:
Vlads optreden moet worden gezien in het licht van de houding in andere Europese landen tegenover de armen.
De schepenen van Gent bijvoorbeeld zijn gerechtigd om uit hun gemeente die burgers te verdrijven, die naar hun oordeel daar van geen enkel nut zijn. Men heeft elders waarschijnlijk niet zulke rigoreuze maatregelen genomen als Vlad, maar menig bestuurder zou er wel van gedroomd hebben.
Aan het einde van de middeleeuwen hoort men de algemene klacht dat de armen en met name de bedelaars toenemen. De bedelaars als groep worden beschouwd als een bedreiging voor de maatschappelijke orde. De vooral in grote groepen optredende bedelaars worden gezien als een bron van gevaar en misdaad, ze kunnen gemakkelijk oproerig worden of tot geweld overgaan. Armoede brengt misdaad voort.
Bedelaars en armen leven op straat overgeleverd aan de elementen, hun leven is hard en wreed, er is weinig onderlinge solidariteit.
De typische bedelaars zijn zieken, ouden, weduwen, wezen en voormalige soldaten.
Ook misbruik wordt in deze dagen gesignaleerd: krachtige en gezonde mensen, die kunnen werken gaan uit bedelen uit luiheid (werkschuw tuig zou men in de 20e eeuw zeggen). Men leent kinderen om zich voor te doen als zeer kinderrijk, men verminkt zich opzettelijk of speelt de lamme, kreupele, blinde of verminkte, simuleert ziekten om de beurzen van de burgers te openen. Overheden pogen het bedelaarsprobleem onder controle te krijgen door bedelvergunningen te geven of vreemde bedelaars te verjagen, en dreigen met lijfstraffen voor werkweigeraars. Er wordt dan reeds onderscheid gemaakt tussen het niet kunnen en niet willen werken.
De Engelse koning Hendrik VIII voert in 1531 zelfs straffen in voor degenen die in de behandeling van de armen zijn regels niet naleven: men kan gestraft worden voor het geven van aalmoezen aan bedelaars, die zonder vergunning bedelen.
Sommige groepen bedelaars worden ondergebracht in maatschappelijk oneerlijke beroepen zoals prostituées, toneelspelers, beulen, goochelaars, en vuilophalers. Ze worden beschouwd als oneerlijke lieden.
De middeleeuwse armoede kent diverse oorzaken; ouderdom, teveel kinderen, gebrek aan land, hongersnoden, conjuncturele veranderingen in de economie, natuurrampen, oorlogen, persoonlijk ongeluk.
In het 15e eeuwse Walachije kan men als oorzaken zien: oorlogen, de interne strijd en chaos, pest (onder andere in 1455/­1456), misoogsten als gevolg van grote droogte zoals in 1456. Hoeveel armen er in Walachije voorkomen is onmogelijk te zeggen. In de 15e eeuwse steden in Westeuropa leeft tussen de 39% (Dresden) en de 73% (Frankfurt) van de bevolking in diepe armoede, waarbij het gemiddelde boven de 50% uitkomt. Walachije is dan echter grotendeels een agrarische samenleving en de steden in dat land kennen voornamelijk een dorpsstructuur. Het grootste deel van de inwoners is ook nog afhankelijk van landbouw en veeteelt. De sociale structuur in de steden in Walachije laat zich dan ook niet vergelijken met die in andere europese landen.
Armoede is waarschijnlijk ook in dit land de normale toestand van een groot deel van de bevolking. De familie is de eerste opvang voor de armenzorg. In aanmerking voor openbare steun en giften komen de weduwen, wezen en zij zonder verwanten. Men let er wel op dat alleen de armen uit de eigen gemeenschap worden geholpen, vreemde zwervers en bedelaars moeten zoveel mogelijk geweerd worden.
In Brashov (Kronstadt) worden in de 15e-16e eeuw de armen, zieken, bejaarden, gebrekkigen volgens oude gewoonten onbarmhartig veracht aan het lot overgelaten. Ze liggen overal in straten en stegen verspreid in kou en regen, jammerlijk klaaglijk smekend om hulp en aalmoezen.
Het aantal vagebonden en zwervers in Europa kan rond 1500 wel 10% van de bevolking uitmaken.
In de agrarische gemeenschappen van gezeten boeren in Walachije worden nog steeds zwervers en vagebonden als zeer bedreigend ervaren. De houding van van de 20e eeuwse Roemeense boeren tegenover zigeuners onderscheidt zich niet wezenlijk van hun 15e eeuwse voorouders.
De middeleeuwer onderscheidt 2 soorten armoede; de vrijwillig gekozen armoede uit godsdienstige overwegingen. Deze wordt hooggeacht. Daarnaast is er de onvrijwillige armoede, die negatief wordt gewaardeerd. Ze wordt geïdentificeerd met immoraliteit, domheid, oneerlijkheid. Arm zijn die mensen, die in een toestand van zwakheid, behoefte en gebrek leven; het ontbreekt hen aan lichaamskracht om te kunnen werken en zich te verdedigen en materiele zaken, maar meer nog aan sociale kracht, die het gevolg is van aanzien en invloed, het om kunnen gaan met wapens, rechtsposities, zekerheid door sociale bindingen, kennis en politieke macht. Ze behoeven bescherming, ze hebben geen macht en geen bezit en zijn altijd van geringe stand, ze hebben geen verwanten en zijn eenzaam, verlaten en vol kwalen. Ze kunnen geen of nauwelijks aanspraak maken op bescherming en rechten van de zijde van de overheid, net als de ter dood veroordeelde die al zijn rechten kwijt is.
Persoonlijk ongeluk als gevolg van lichamelijke gebreken:
Lichaamsgebreken kunnen het gevolg zijn van: ongelukken, oorlogen, lijfstraffen en ziekten: infectieziekten zoals lepra, polio, jicht. Slijtage, vitaminegebreken die vergroeiingen of blindheid veroorzaken, vergiftiging met het moederkoorn waardoor ledematen afsterven. En dan zijn er ook nog aangeboren afwijkingen. Van veel afwijkingen is de biologische oorzaak niet duidelijk voor de middeleeuwer.
Lichamelijke gebreken en armoede worden geassocieerd met zonden; de armen en gebrekkigen worden gestraft voor hun eigen zonden of die van hun ouders. De samenleving als geheel behandelt gebrekkigen wreed. Alle mogelijke ziekten en misvormingen zijn het gevolg van seksuele zonden van de ouders, die op verboden tijden gemeenschap hebben gehad met name tijdens de menstruatie. Kinderen verwekt tijdens de menstruatieperiode worden geboren met de volgende gebreken: blindheid, doofheid, stomheid, dwaasheid, epilepsie, bezetenheid van de duivel, bochel, krom, een grote krop, melaatsheid. Rood haar en sproeten zijn nog de onschuldigste gevolgen.
De zonde van seksuele gemeenschap wordt vooral toegeschreven aan het lage volk, dat onwetend en ongeletterd is en nauwelijks naar de kerk gaat. Melaatsen worden in Westeuropa ondergebracht in speciale melatenhuizen of zwerven rond uitgestoten uit de gemeenschap. In Walachije zwerven de groepen melaatsen rond of leven mogelijk in aparte dorpen (aparte leprozendorpen bestaan nog in het huidige Roemenië). Ook in de ogen van de kerk zijn kreupelen vleesgeworden schande en zonde, maar volgens de kerkelijke leer hebben de ongelukkigen daar zelf geen schuld aan.
Verminkende lijfstraffen gaan uit van dezelfde grondgedachte dat de straf voor de zonde op deze wijze wordt geuit. De voivoden van Walachije moeten in navolging van de byzantijnse keizers lichamelijk volmaakt zijn en geen gebreken hebben. Verschillende voivoden schakelen hun rivalen uit door hen in het gelaat te verminken (neus, of lippen worden afgesneden, neus wordt gespleten, ogen uitgestoken)

Het waren er mischien wel meer dan zeshonderd*****

***** Andere versies spreken van 200 bedelaars.

allen kwamen om, geen een uitgezonderd******

****** Met belangrijke feestdagen verdeelt de vorst van Walachije geld en brood onder de armen, die zich voor zijn paleis verzamelen, onder andere op Paaszondag. Het verdelen van brood en aalmoezen onder arme mensen hoort in de traditie van pomana (dodenherdenking in het kader van voorouderverering); door het uitdelen van aalmoezen eert men de zielen der voorouders, hoe vrijgeviger, hoe beter de voorouders het hebben in het dodenrijk, hun zielen vinden rust. Houden nabestaanden zich niet voldoende aan de pomana, dan kunnen de verstoorde zielen terugkeren en hen kwellen en straffen door middel van rampen en ziekte. Van de pomana wordt vooral misbruik gemaakt door zigeuners, die tot ergernis van de gevers en omstanders grote hoeveelheden brood en giften meenemen.
Liefdadigheid in de middeleeuwen heeft algemeen ten doel het veilig stellen van het eigen zieleheil en minder het opheffen van de armoede. De rijke heeft de arme nodig om in de hemel te komen. Armoede behoort tot de sociale door God ingestelde orde, men kan ze lenigen maar niet opheffen. Door de armen en daarmee de armoede uit de wereld te helpen gaat Vlad in tegen de door God ingestelde orde.

Overigens neemt Vlad ook andere maatregelen, waarvan sommigen wel en anderen niet primair het doel hebben de armoede (en werkloosheid) te bestrijden:
- Opbouw en uitbreiding leger. Beheim geeft al in zijn gedicht aan dat Vlad criminelen, zwervers en lui van laag allooi in dienst neemt.
- Ontginning van woeste gronden en het stichten van nieuwe dorpen in de ontgonnen gebieden om in de behoefte aan land onder de landlozen te voorzien. De door Vlad gestichte en van belastingen vrijgestelde dorpen zijn Vladaia, Albutele en Troianesti.
- Bevordering van handel en nijverheid door bescherming van de eigen kooplieden tegen buitenlandse concurrenten.
- Publieke werken: de bouw, uitbreiding en reparatie van vestingwerken, het bouwen van kerken en kloosters. Zo worden de vestingen Poenari en Bukarest hersteld en vergroot. Het paleis te Tirgoviste wordt voorzien van de Chindeiatoren. Kerken worden gebouwd te Tirgsor, Constantinesti, Balteni en een nieuw klooster gesticht te Comana. Het klooster Snagovwordt van uitgebreide verdedigingswerken voorzien, evenals een klokkentoren en drinkwatervoorzieningen en een gevangenis.
Het is echter duidelijk dat niet alle categorieën van armen en criminelen met deze maatregelen worden geholpen.

N.Ceausescu is een groot bewonderaar van Vlad geweest en heeft zich graag met hem vereenzelvigd. En deze bewondering is er de oorzaak van dat bovengenoemde anekdote over het verbranden van de bedelaars, die ook in de Roemeense folklore voorkomt (en bij toneelschrijvers een zeer populair thema vormt) is weggelaten uit de editie uit 1973 van V. Adascalitei, De la Dragos la Cuza-Voda, Legende populare romanesti, Bucuresti terwijl deze sage nog wel in de uitgave van 1966 is te vinden.

Mihail Eminescu vraagt Vlad aan het einde van zijn gedicht; "De derde brief" om het land te bevrijden van maatschappelijke en politieke corruptie:

"Herrijs nog een maal. O Tzepesh. Grijp en verdeel deze lui
in twee grote groepen van gekken en boeven, en sluit
ze daarna met geweld op in grote stadsgestichten,
en steek met één enkele fakkel de brand in gevangenis en gekkenhuis". (1877)

Ook Alexander Macedonski roept aan het begin van de 20e eeuw in zijn gedicht "Ik begrijp je, O Tzepesh" Vlad op om uit zijn dodenslaap te ontwaken en zijn graf te verlaten en weer onder de Roemenen te leven, want de dichter voelt dezelfde woede van de prins en deelt diens sombere visioenen. (Al. Macedonski, Opere 3. Bukarest, 1967).


871

Ik weet, dat verschillende Walen,*

* Italianen, waarschijnlijk Genuezen. Er wordt veel handel gedreven tussen Walachije en de Genuese handelskolonie Kaffa aan de Zwarte Zee. Pikant detail: Genua onderhoudt een uitstekende relatie met het Osmaanse Rijk in tegenstelling tot haar rivaal Venetië. Genua wordt er dan ook regelmatig verdacht van het kiezen van de zijde van de Turken in conflicten met de christelijke rijken van Europa.



borstbeeld van Vlad Dracula en vitrine vervaardigd door Bert Doesburg, 1987, geplaatst op deze site met toestemming van de kunstenaar; copyright op de foto W.Resida
901

en zo leerde hij hen mores op deze wijze*;

* Quattor Coronati worden de vier gebroeders genaamd, martelaren die door middel van ijzeren punten kronen op hun hoofden vastgenageld hebben gekregen en zo de staat van heiligheid hebben verworven.

Andere versies verhalen van Turkse gezanten in plaats van Italianen. De Turken weigeren hun hoofd te ontbloten voor Vlad onder verwijzing naar hun gewoonte, dat ze zelfs voor de Sultan hun hoofd bedekt houden.
Over Iwan de Verschrikkelijke (1530-1584) die is grootgebracht met de russische Draculakroniek en met de daden van Vlad bekend is wordt een identiek verhaal verteld.
Diplomatieke onschendbaarheid is in het algemeen een nog onbekend begrip in deze dagen. Vergelijk ook de byzantijnse houding tegenover incompetente gezanten.
Dat de Turken op hun beurt ook niet bijster zachtzinnig omspringen met hun onwelgevallige ambassadeurs kan men beschreven vinden "De Turkse brieven" van Ogier Ghislain de Busbecq, die rond 1550 gezant is geweest in Constantinopel.
De Russische Draculakroniek maakt ook gewag van de wijze waarop Vlad omgaat met gezanten.
Een anecdote gaat over de Hongaarse gezant Benedikt de Boithor, die in 1458 namens koning Matyas Corvinus Vlad bezoekt en hoe hij door slimme antwoorden op Vlad's strikvragen zijn leven weet te redden.
Van de Pool Muzilo de Buczacz, die in 1461 in opdracht van Stefan cel Mare naar Vlad reist zijn geen wederwaardigheden bekend. Hij overleeft zijn missie.
Andere Walachijse voivoden zijn ook niet altijd te spreken over de kwaliteit en gezindheid van gezanten naar hun hof (Urkundenbuch VII, 4228)
Zo stuurt Brachov bij een gelegenheid slechts "een voerman" naar Vlad Calugarul (een halbroer van Vlad Tzepesh), die diep beledigd een andere gezant eist (Urkundenbuch VII, 4460)
911

De wrede boosheid*, die hij had bedacht,

* Deze wreedheid wordt alleen maar overtroffen in de verzameling heiligenlevens waarmee Vlad en Beheim ongetwijfeld zeer vertrouwd zijn geweest.

De meeste schrijvers die zich met Dracula hebben bezig gehouden pogen zijn wreedheden te plaatsen in het kader van de algemeen heersende wreedheid van de late middeleeuwen, met name folteringen in de wereldlijke en geestelijke rechtspraak, de wrede neigingen van andere heersers in oost en west. Volgens sommige opvattingen zijn de wreedheden van Vlad sterk overdreven als gevolg van de anti-propaganda gevoerd door zijn vijanden en door de bloeddorstige smaak van het sensatiehongerige publiek (R.Märtin, Dracula, 1980, blz 127-138). Wat dit laatste betreft: "In de 15e eeuw is er in Noord-Europa sprake van een ziekelijk zwelgen in walging, dat beantwoord moet hebben aan een behoefte, die we tegenwoordig moeilijk kunnen begrijpen" (Boase, 106). Deze voorgaande opmerking is echter gemaakt voor de intrede van het verschijnsel videotheek. Tegenwoordig kan de laat 20e eeuwse burger zijn behoefte aan walging bevredigen door middel van video's als "Faces of Death", waarin de laatste momenten van mens en dier zijn opgenomen. Deze videofilms zijn een huiskamervervolg op het 60ger jaren bioscoopsucces "Mondo Cane".

In de gewelddadige samenlevingen van de late middeleeuwen behoren wreedheden tot de normen van de militaire elite (waar Vlad deel van uitmaakt). De mannen uit de krijgerskaste worden opgevoed om hun lichaam en lichaamskracht en affektieve reserves op elk moment accuut en tot het uiterste in te zetten als de noodzaak zich voordoet om zijn eer te verdedigen. Hij moet met gepaste woede kunnen reageren op beledigingen, smaad en aanvallen. Aggressie, waaronder seksuele aggressie is de kern van de mannelijke identiteit. Fysiek geweld is bijna het belangrijkste onderdeel van zijn bestaan. Het is voor hen een vitale noodzaak, om op elk ogenblik een maximum aan lichaamskracht en de bijbehorende emotionele driften (woede, aggressie etc) op te brengen en in zich op te roepen. Geweld is de sociale norm. Tegelijkertijd moeten de uitingen van dit geweld worden gekanaliseerd en binnen de perken worden gehouden om doelmatig gebruikt te kunnen worden. Uitspattingen van wreedheid sluiten iemand niet uit van de maatschappij en de sociale groep waartoe hij hoort. Er rust geen maatschappelijk taboe op wreedheid; het kwellen en doden van anderen (met name minderen, lagere klassen en gevangen en verslagen vijanden van lagere rang) is toegestaan en als sociaal vermaak aanvaardbaar. De maatschappelijke inrichting van de samenleving versterkt deze tendensen (Märtin, blz. 131). Ridderlijkheid bestaat alleen maar tegenover leden van de eigen ridderlijke stand. De opkomst van de burgerij, handel, steden betekent het ontstaan van een samenleving met andere belangen dan van de militaire kaste, die leeft van roof en moord. De anecdotes over Vlad moeten deels gezien worden in het licht van dit conflict.
Een ander element: er is in de late middeleeuwen onder theologen en andere geleerden een stroming, die de onverbiddelijke totale onderwerping van het individu aan de gemeenschap (waarvan de vorst het hoogste symbool is) predikt. De ideologie van het Pro Patria Mori. Sterven en doden voor het vaderland worden beschouwd als een heilige offerdaad. Geleerden aarzelen niet vanachter hun schrijftafels en lessenaars zeer bloeddorstige taal uit te slaan. Zie: Guilelmus Durandus die in Speculum juris verklaart, dat het voor de verdediging van het vaderland geoorloofd is zelfs de eigen vader te doden, en de florentijnse kanselier Coluccio Salutati "Wanneer de verdedi­ging of zelfs maar de uitbreiding van het vaderland op het spel staat, acht hij het geen misdaad de bijl te slaan in 's vaders hoofd, broers te verpletteren, of het ongeboren kind met het zwaard uit de schoot van de echtgenote te nemen." Gruwelen in de naam van God en het vaderland en het algemeen welzijn bedreven aan de eigen familie zijn welgedaan (Weiler). Deze opvattingen zullen Vlad zeer zeker hebben aangesproken, die er zeker geen kwaad in ziet om zijn vijanden en tegen­standers te offeren voor God, Vaderland en Orde.
Voor de gemoedsrust van de lezer: er zijn in deze tijd ook geleerden met andere opvattingen over de plaats van het individu in de samenleving.
Overigens wordt in de Turkse kroniek Tevarih al-i Osman van Sjemseddin Ahmed bin Suleiman Kemal-Pasja-zade letterlijk over Vlad geschreven: "Voor hem was het geen zonde om ook zijn eigen bezittingen te verwoesten en zelfs het bloed van zijn vrouw en van zijn kinderen te vergieten".

en aan velen** had volbracht,

** Velen. De bisschop van Eger schat in 1476 het aantal slachtoffers van Vlad op meer dan 100.000. Volgens een anecdote doodt hij tussen de 20-40 mensen per dag, maar op sommige dagen brengt hij er veel meer om (Harmening).
Gezien de onbetrouwbaarheid van de meeste getallen genoemd door Beheim en anderen is het bijna niet mogelijk een exacte berekening te maken van zijn slachtoffers. De enige nauwkeurige opgave is een brief van 11/2/1462 waarin Vlad het aantal slachtoffers van zijn wintercampagne langs de Donau noemt: 23.884. Met de niet getelde doden stijgt dit cijfer waarschijnlijk ver boven de 24.000. Telt men de doden van de voorgaande jaren hierbij op dan komt men zeker boven de 30.000. Hoe hoog men het aantal wil schatten, tussen 30.000 en 100.000 zoals McNally en Florescu doen, hangt af van de gevoelens die men over Vlad koestert, maar mijns inziens ligt de gruwelijkheid niet zozeer in aantallen maar in de intentie en methode. Is er een moreel verschil tussen 30.000 of 100.000 of zelfs tussen 1 en 100.000?
Overdrijven is zeker niet alleen een 15e eeuwse deugd. We hoeven alleen maar te wijzen op de aantallen doden genoemd tijdens de dagen van de decemberrevolutie in Roemenië en de mediahysterie rond de gruwelijk verminkte lijken gevonden te Timisoara (Temesvar). Deze "slachtoffers van de Securitate" blijken later lijken van daklozen te zijn, waarop sectie was verricht voordat ze op de armenbegraafplaats zijn begraven. De "martelkamers" van de Securitate zijn niets anders geweest dan de mortuaria waar de doden zijn gelegd om ze gereed te maken voor de begrafenis enz. Maanden na deze beelden en berichten is de massamoord van Timisoara als een zeepbel uiteengespat.

Van de 17e eeuwse moldavische prins Vasile Lupu schrijft men, dat hij 14.000 oneerlijke lieden heeft laten doden, nadat hij hen voor hun eerste vergrijp de oren heeft laten afsnijden; en wat overspelige vrouwen en zondige meisjes betreft heeft hij er genoeg van gekregen om hen de neus af te snijden en heeft hij hen bij duizenden laten verdrinken (Stoicescu, 186).
In 1442 rijden in Buda in de triomfantelijke intocht van Janos Hunyadi nadat hij de Turken uit Transsylvanië heeft verdreven twee karren volgeladen met hoofden van gedode Turken mee.
Dezelfde Hunyadi verovert in 1450 het fort Moldva bij Kassa en laat hij van de overlevende verdedigers 1 oog uitsteken en oren en handen afhakken. Zijn zwager Mihaly Szilagyi laat van opstandige burgers in Bistritz in 1457 ogen uitsteken en armen afhakken. Overigens wordt Szilagyi bij de belegering van Bistritz gesteund door Vlad.
Stefan cel Mare laat bij de verovering van de Walachijse vesting Teleajen in oktober 1474 de gehele bezetting onthoofden.
In 1467/1468 laat Matyas Corvinus opstandige edelen in Transsylvanië onder gruwelijke folteringen terechtstellen. Zo worden van een aantal het vlees met nijptangen afgerukt voor ze worden onthoofd.
Nog zo'n lekker dier is Johan II hertog van Sagan (1435-1504), een legeraanvoerder van Matyas Corvinus, die om de hertogstitel te verkrijgen zijn eigen broer, de rechtmatige hertog in 1472 in een kerker heeft laten verhongeren.

En om naar de twintigste eeuw terug te keren: de politionele akties van het Nederlandse leger tussen 1945-1948 tegen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijders hebben zo'n 200.000 mensenlevens gekost.
Ook in 1993 concludeert Amnesty International, dat van alle moordenaars de regeringen de grootste zijn. Door de gruwelijkste middelen plegen ze massamoord op eigen onderdanen (zie oa Dili in Oost-Timor). "Ze worden doodgeschoten door hun moordenaars of in grote groepen afgeslacht. Ze worden doodgestoken, gewurgd, verdronken of vergiftigd. Hele families worden in een hut levend verbrand. Ze worden in kuilen gegeooid, met te veel mensen in treinwagons gepropt, uitgehongerd of in benauwde kerkers achtergelaten (Volkskrant 21-10-1993 p.4>

921

ongeacht hun oorsprong,*

* Uit de bronnen (oorkonden en brieven) blijkt, dat Vlad's bojarenraad is samengesteld uit Walachen en een enkele Zeven­burger Sakser. Sommige bojaren komen uit bekende bojaren­families, anderen zijn van onbekende afkomst. Vlad neemt in zijn leger huurlingen in dienst, en waarschijnlijk doelt Beheim op deze lieden, waarmee mogelijk werden speciale veilig­heidstroepen, Sonderkommando's avant la lettre zijn gevormd, die de slachtpartijen voor hun rekening nemen en terreur zaaien. Vlad heeft mogelijk ook in zijn persoonlijke lijfgarde huurlingen, omdat hij vanwege de vele intriges zijn landgenoten niet vertrouwt. Vergelijk ook de gewoonte van de byzantijnse keizers om huurlingen uit oa Turkije, Hongarije, het Saracenenrijk en zelfs Vikingen in hun lijfwacht op te nemen. Deze lieden zitten echter niet in de sfat domnesc, de bojarenraad. Chalcocondylas schrijft neutraal, dat Vlad in korte tijd het gehele openbare leven en bestuursapparaat in Walachije heeft gereorganiseerd en ingrijpend heeft veranderd.

De zeden aan zijn hof waren een wilde beestenboel**

** Beheim is hier duidelijk in tegenspraak met de Roemeense en Russische verhalen, die benadrukken dat Vlad staat op orde, discipline, netheid, vlijt, goed gedrag en zedelijkheid.
Beheim roept het beeld op van een onbeschaafde ordeloze en zedeloze hofhouding, zonder hier echter details te geven.

N.B. Een pikant detail in deze. Beheim is Duitser en de Duitser in de late middeleeuwen staat niet overal even goed bekend in Europa: uit de geschriften van Italiaanse humanisten uit de 14e-16e eeuw komt een beeld naar voren van de Duitser als: dronkenlap, vraatzuchtig, smerig en stinkend, ongemanierd met weerzinwekkende eetgewoonten, woest en wreed in de oorlog (furor teutonica, rabia teutonica), barbaars, roofzuchtig, inhalig, hooghartig wellustig, platvoers en dom. Zijn enige deugd: hij werkt hard en heeft een talent voor de "ars mechanica"; is een goed handwerker, trouw en loyaal (op een slaafse en aanhankelijke manier: zijn trouw ontaardt in fanatisme). In feite presenteert Beheim in Vlad een beeld, dat in andere delen van Europa van de Duitse natie bestaat. In het huidige Duitse spraakgebruik staat Walachije synoniem voor wanorde: "Es sieht's ja aus wie in der Walachei"

De vorst die zich met geboefte omringt is overigens een geliefd thema van Beheim.
Dat het aan het Walachijse hof niet altijd even verfijnd toegaat kan men lezen in "The Travels of Makarius", waar uitgebreid de 17e eeuwse drinkgelagen bij de diners aan het hof worden beschreven. De vorst en zijn bojaren zuipen behoorlijk, er gaan soms wel 30 glazen wijn per persoon doorheen.
Verder zijn er een aantal aardig ruige volksgebruiken, die mogelijk ook op het 15e eeuwse hof hun invloed hebben, zoals bij de viering van de calujs, de nieuwjaarsfeesten en bij dodenwaken.
Uit beschrijvingen weten we dat het Hongaarse hof in de 15e eeuw ook een ruig oord is: men eet en drinkt zich ongans, ruwe omgangsvormen heersen er tussen de edelen, het hof is boerser dan de westerse hoven; er is nauwelijks sprake van etikette.

Hier volgen een aantal Russische en Roemeense anecdotes hoe Vlad rust en orde in zijn land handhaaft: 1. "Dracula heeft bij een afgelegen fontein een gouden drinkbeker laten plaatsen opdat alle voorbijgangers hun dorst daarmee kunnen lessen. Zolang hij regeert neemt niemand deze beker mee."
2. "Een koopman is bestolen. Dracula geeft opdracht om de dief binnen een etmaal op te sporen, anders zal hij zijn hoofdstad verwoesten. De koopman vergoedt hij het gestolen bedrag uit zijn eigen schatkist, maar voegt er een dukaat aan toe. De koopman telt het geld en gaat naar Dracula en vertelt dat er een dukaat te veel is. Daarop laat Dracula hem weten, dat als hij niet zou hebben toegegeven, dat er een dukaat teveel was, hij hem naast de inmiddels gevangen dief zou spietsen." In een andere variant geeft Dracula een koopman, die om bewaking vraagt opdracht om zijn koopwaar en geld onbewaakt gedurende een nacht in een afgelegen steeg achter te laten. De volgende dag vindt de koopman zijn spullen onaangeroerd terug.

N.B. De Roemeense versies weten te vertellen dat het om een koopman uit Florence zou gaan. Frappant is dat tussen 1443-1472 in Sibiu een Cristofor Italicus Zanobia de Florencia als burger en later ook kamergraaf van Baia Mare wordt genoemd.
Bonfinius schrijft "zo groot was zijn strengheid, dat men in zijn onbeschaafde land veilig met zijn bezit in de dichtse wouden kon verkeren."

Waardigheid, eer en fatsoen waren er schaars.***

*** Cazacu vertaalt hier, dat Vlad en zijn handlangers zich schandalig verrijkten, hij slaat de plank hier helemaal mis.

was het evenbeeld van Satan's Gruwelpoel****

**** Vlad wordt gelijk gesteld aan de Duivel, zijn hofhouding was de hel. Een ware deugdzame vorst streeft ernaar zijn rijk zoveel mogelijk te doen gelijken op Gods rijk op aarde.

De morele verontwaardiging die Beheim hier toont doet wel heel merkwaardig aan als men bedenkt dat Beheim onder andere in dienst is geweest van Ulrich graaf van Cilly (1407-1456) en diens neef Ladislaus Posthumus. Ulrich is bekend als een perverse wellusteling, net als zijn vader Friedrich (1379ª1454) berucht als notoire boemelaar en rokkenjager. Friedrich laat het intrigeren over aan zijn gewetenloze, eerzuchtige en arrogante zoon, die zijn slappe vader minacht.
Friedrich van Cilly is gehuwd met Elisabeth van Modrus en Veglia. Hij verstoot zijn vrouw ten gunste van de Kroatische Veronika van Desinic, met wie hij in zonde leeft. Door zijn vader Hermann en koning Sigismund wordt hij gedwongen zijn vrouw weer terug te nemen die hij in 1422 vergiftigt. Hij trouwt in hetzelfde jaar met Veronika. Friedrich en Veronika worden gevangen genomen. Vader Hermann probeert Veronika dood te hongeren, maar ze blijkt taaier dan hij verwacht en uiteindelijk laat hij haar in 1425 verdrinken, afhankelijk van de versie die men kiest in de waterput of de badkuip.
Barbara van Cilly (1392-1451), de zuster van Friedrich en echtgenote van Sigismund van Luxemburg, staat bekend als de "Hongaarse Messalina" (een naam die ze met haar dochter Elisabeth deelt) wegens haar overspelig gedrag, en ze wordt beschuldigd van alchemie en valsemunterij, ketterij en zwarte magie. Ze zou zelfs door zwarte magie uit de dood zijn teruggehaald en als vampier rondspoken in Graz. Haar echtgenoot Sigismund is zo mogelijk nog overspeliger en wellustiger dan zijn vrouw.
Friedrich en Ulrich oefenen vooral tussen 1453/1456 een funeste invloed uit op de jonge en makkelijk te beinvloeden Ladislaus Posthumus (kleinzoon van Barbara, zoon van Elisabeth, 1440-1457), die door hun voorbeeld in een lichtzinnige en zedeloze feestvierder verandert zonder interesse in staatszaken. Ze plunderen de schatkist, leven in grote weelde en organiseren aan het hof drinkgelagen, uitspattingen en hoererijen.
Voor 1408 worden de Cilly's beschouwd als een oud, maar onaanzienlijk geslacht, dat pas in 1341 door de koning van Beieren, in de gravenstand wordt verheven, wat in 1372 door de hertog van Oostenrijk wordt erkend. Hun macht en rijkdom en hoge titels verwerven ze pas na 1408. (zie voor geschiedenis van de familie Cilly literatuur genoemd in Lexicon des Mittelalters en Europäische Stammtafeln, Marburg 1984, Band III, Teilband 1. literatuur bij Tafel 45).

Het beeld dat Beheim schetst van Vlad's hofhouding lijkt eerder geinspireerd op dat van zijn broodheren, dan op ware kennis van de huishouding van de walachijse prins, die de Cilly's en Habsburgers vijandig gezind was.
Overigens stonden de Walachen in de 15e en 16e eeuw bekend als een ruw, barbaars, inhalig roofzuchtig bijgelovig volk, dat verslaafd was aan wichelarij, toekomstvoorspellingen en het omverwerpen van de regering en vorstenmoord, hierbij geholpen door de inmenging der Hongaren en Turken (Modrussa, Aeneas Sylvius de Piccolomini, Nicolaus Olahus, Bocignoli, Verancsis, Petancius, Bonfinius, Doukas)
931

waren leugenachtig en onbetrouwbaar*

* Dat Vlad zijn onderdanen wel degelijk tot trouw en moed heeft kunnen inspireren, al was het alleen maar door angst bewijst Chalcocondylas in zijn verslag van de Turkse veldtocht in Walachije in 1462. Bij een nachtelijke aanval op het Turkse legerkamp door de Walachen raakt een aantal van Vlads mannen krijgsgevangen. Een van de gevangenen wordt persoonlijk ondervraagd door de grootvizier Mahmud Pasja. De man weerstaat alle druk om de verblijfplaats van Vlad en diens leger te onthullen: "De man antwoordde dat hij dat heel goed wist, maar uit vrees voor hem, hierover niets kon zeggen. Daarna, nadat zij herhaalden, dat ze hem zouden doden, slaagden ze er maar niet in hem uit te horen, hij op zijn beurt herhaalde steeds, dat hij gereed was te sterven op welke wijze dan ook, maar hij durfde het gevraagde niet te onthullen. Mahmud heeft grote bewondering voor zijn antwoord en hij zou de soldaat hebben terechtgesteld, maar zou hieraan hebben toegevoegd zegt men, met een zekere angst voor de situatie, waarin hij zich bevond, dat als deze man over een groot leger zou beschikken hij tot zeer grote macht zou kunnen komen." (Chalcocondylas) Ook andere kronieken (Callimachus, Verancics, Boccignoli, Modrussa en de Russische Draculaverhalen) geven weer hoe Vlad zijn mannen tot moed en doodsverachting kon bewegen, ondermeer door zelf bij beslissende veldslagen het goede voorbeeld te geven en zich persoonlijk in het heetst van de strijd te begeven.
941

slechts door gebrek aan onderlinge eenheid*

* Er heerst zeker gebrek aan eenheid onder de Walachijse bojaren (zie Modrussa en Bocignoli, Nicolaus Olahus, Verancics, Aeneas Sylvius de Piccolomini), die geen gesloten front tegen de vastbesloten Vlad kunnen vormen.

en tegen God, eer en recht misdaan**.

** Tegen God, eer en recht is een gangbare middeleeuwse uitdrukking om aan te geven, dat de persoon in kwestie heeft gezondigd tegen de bestaande feodale orde en hierarchie (Nijsten, blz. 322 noot 125) Vergelijk het beeld dat Beheim oproept over de machthebbers in Walachije met de woorden van bisschop Janos Vitez van Zredna (...-1472) over Hongarije en Transsylvanië: "De waarheid wordt verzwegen, alle fatsoen is verdwenen, de teugels van de wet zijn verslapt, ijzeren wil en oncontroleerbaar geweld moorden, de rechten van iedereen worden genegeerd, haat, verrraad en de bitterste onderdrukking vieren hoogtij (I.Minea, Vlad Dracul si vremea sa, blz. 169)
951

tegen de Turk tekeer was gegaan,*

* zie de hierboven gemelde acties in de winter 1461/1462.

was deze laatste** zeer verstoord.

** Sultan Mehmed II.

in zijn hele rijk*** van dit wedervaren

*** Met behulp van de efficiënte tatarenpost kan in korte tijd het uitgestrekte Osmaanse rijk het nieuws ontvangen.


illustratie, © Wanita Resida 2006


illustratie, © Wanita Resida 2006
961

met een reusachtige legermacht*

* De Turkse veldtocht in de zomer (mei-juni) van 1462 geschiedt met het grootste leger sinds de verovering van Constantinopel, 150.000 man, waar Vlad maar 30.000 man tegenover kan stellen

was.** Door zulk een grote macht

** Vlad biedt wel degelijk weerstand tegen de Turkse inval. Zie de eerder genoemde kronieken en de intensieve briefwisseling van Italiaanse diplomaten in de zomer van 1462.
Zijn verdediging:
- Vrouwen, kinderen en bejaarden worden met hun have en vee naar veilige vluchtplaatsen in de bergen, bossen (Walachije was in die tijd grotendeels bedekt met dichte en ontoegankelijke oerwouden) en moerassen gestuurd. De gehele mannelijke bevolking vanaf 12 jaar en ouder wordt in dienst geroepen en gemobiliseerd. Het volk is traditioneel verplicht tot leger­dienst tussen St.Joris (23 april) en St. Demetrius (26 oktober).
- De Turken het moeilijk maken bij de oversteek van de Donau Konstantin van Ostrovitza geeft in zijn Memoires een gedetailleerde en levendige beschrijving van de problemen die het Turkse leger heeft ondervonden bij deze oversteek, maar ook van de superieure organisatie en bewapening der Turken. - Een geregelde veldslag vermijden, maar achterhoedegevechten leveren en turkse patrouilles en verkenners afslachten. Alleen in actie komen in de gunstigste terreinomstandigheden, waarbij de tegenstander zijn gebruikelijke taktieken niet volledig kan toepassen. In de 19e eeuw wordt er een naam voor deze wijze van oorlogvoeren uitgevonden "guerilla". In tegenstelling tot wat sommige al te onkritische bewonderaars beweren, is Vlad beslist niet de uitvinder van deze strijdwijze. Ook zijn grootvader Mircea cel Batrin vocht op dezelfde manier tegen Bajazid I en versloeg hem in 1395 bij Rovine.
- Op de weg die het turkse leger volgt bij haar opmars voor de Turken uit, alle huizen en akkers en weilanden verbranden en bronnen en vijvers vergiftigen.
- Nachtelijke verrassingsaanval half juni, die demoraliserend werkt op de Turken en de turkse terugtocht zeker verhaast.
Sommige schrijvers beweren dat Vlad ook nog een soort biologische oorlogsvoering heeft toegepast door mensen geïnfecteerd met besmettelijke ziekten te laten infiltreren in het Turkse leger. Hoewel een dergelijke strijdmethode zeker niet beneden Vlads waardigheid zou zijn geweest moeten deze beweringen echter met een grote berg zout worden genomen, want geen van de eigentijdse bronnen maakt melding van een dergelijke taktiek. Wel breekt de pest uit in het Turkse leger, maar dat is niet de verdienste van Vlad. Besmettelijke ziekten breken bijna altijd uit in middeleeuwse legers op veldtocht als gevolg van de slechte leefomstandigheden.
In de jaren 1595-1596 voert Michael de Dappere een bijna vergelijkbare strijd tegen de Turken, die Walachije zijn binnengevallen (Documents..., blz.72-107)
991

zo luidde zijn conclusie*

* Er wordt hier gesuggereerd, dat Vlad een complot heeft gesmeed met Mehmed tegen de Hongaren. De Turkse inval in juni 1462 in Walachije en het redelijk succesvolle verzet van Vlad hiertegen, waardoor Mehmed II zich zonder resultaat heeft moeten terugtrekken worden niet genoemd. Uiteindelijk verliest Vlad door het uitblijven van de toegezegde Hongaarse militaire steun in juli-september de strijd tegen zijn broer Radu de Schone, die door de Turken wordt ingezet en gesteund als alternatief, en moet hij in het najaar 1462 naar Transsylvanië uitwijken.
Met de op schrift gestelde en gezegelde belofte van Vlad wordt verwezen naar de verraadsbrieven die Vlad op 7 november 1462 "Ex Rothel" in Transsylvanië zou hebben geschreven en "bij toeval" worden ontdekt. Zeer waarschijnlijk is Johannes Reudel, de stadspaap van Brashov de auteur van deze verraadsbrieven. De tekst van de brief is in afschrift te vinden in de Commentarii van Pius II, die erbij vermeldt dat de oorspronkelijke tekst Bulgaars (cyrillisch) was en dat Vlad ook nog dergelijke brieven heeft geschreven aan de voivode van Moldavië en de Groot-Vizier met het verzoek om bij de sultan voor hem te bemiddelen.
1001

en schreef* de Hongaarse koning daarop snel

* De brief van 11 februari 1462 en volgende (niet meer bewaar­de) brieven geschreven in het voorjaar van 1462. Volgens deze versie van Beheim zou het complot reeds voor 11 februari 1462 gesmeed zijn. De verraadbrieven van Vlad, waarin hij de sultan om vergeving smeekt en aanbiedt zijn legers naar Transsylvanië te leiden om zo Hongarije te veroveren zijn gedateerd op 7 november 1462. Florescu/McNally beschouwen in hun laatste publikatie over Vlad Johannes Reudel, plebaan van Brashov als de auteur van deze verraadbrieven.
1011


nam met zijn leger de snelste weg* naar

* Deze snelste weg duurt 3 maanden. Matyas vertrekt op 30 juli 1462 uit Buda en komt pas begin november in Brashov aan.



illustratie, © Wanita Resida 2006
1021

en bracht veel volk* mee in zijn achterban

* Volgens Roemeense verhalen over zijn vlucht uit Walachije, heeft Vlad maar een handjevol getrouwen over. Mogelijk zijn er aanhangers uit Walachije, die voor Radu en de Turken zijn gevlucht in Brashov in afwachting van de afloop van de besprekingen tussen Matyas en Vlad. De namen van een aantal bojaren, die Vlad tot in Transsylvanië trouw gebleven zijn bekend: Mihai, Stan, Mircea en Minzea of Manzilla, een bloedverwant van Vlad.
Waarschijnlijk heeft Vlad zijn onderkomen in de wijk Schei, waar veel Walachijse kooplieden wonen. Deze wijk heeft hij bij zijn beruchte strafexpedities tegen Brashov zorgvuldig gespaard. De stad Brashov zelf is voor hem nogal ongezond.

Minstens vijf weken lang**

** Vijf weken. Gevangen name van Vlad vindt plaats op 26 november. Dat zou betekenen dat hij zich in de 3e week van oktober bij Matyas heeft gevoegd.
1031

En het dodelijke verraad,*

* Hoogverraad is een van de misdaden die in het middeleeuwse Hongarije gestraft kan worden met de paal (Stiassny, 36). Zo heeft koning Sigismund een aantal hoge edelen, die ooit tegen hem hebben samengezworen laten spietsen. Als Vlad inderdaad zich aan dit bovengenoemde verraad heeft schuldig gemaakt moet hij zich zeker bewust geweest zijn van het risico dat hij heeft gelopen "The stakes were high." De troon die hij op deze wijze poogt te herwinnen zou wel eens het spitse uiteinde van een paal kunnen zijn.

1041

een afstand van ongeveer 6 mijlen.*

* Het kasteel Bran is de grenstol met Walachije
1051

bij zijn kasteel genaamd Koningstein,*

* Piatra Craiului ligt 6 km ten noorden van de Walachijse tolstad Rucar en is ook bekend als de vesting Dimbovitza.

Namelijk heer Jan Gyskra van Brandys,**

** Boheems Hussietenleider, tegenstander van Janos Hunyadi. In 1461 sluit hij vrede met Matyas, waarbij hij zich tegen flinke betaling onderwerpt. Na de mislukte veldtocht van 1467/1468 in Moldavië valt Gyskra in ongenade en is zijn rol verder uitgespeeld. Beheim stelt in ander gedicht Gyskra voor als de verpersoonlijking van het ridderideaal. Dracula, uitgerust met alle negatieve eigenschappen, die Beheim kan bedenken wordt gevangen genomen door een man die volgens Beheim in alles zijn tegenpool zou zijn. Deze positieve visie is mede ingegeven door het feit dat Gyskra tot zijn overlopen naar Matyas zich altijd een aanhanger van de Habsburgers heeft getoond. Beheim zou Gyskra persoonlijk hebben kunnen ontmoet tijdens het beleg van Wenen in 1461 door Hertog Albrecht. (S. Andreescu/ R.T.McNally, Exactly where was Dracula captured in 1462. In: East European Quarterly, XXIII no 3, september 1989, blz 269-281.

deze lafhartige vijand.***

***De arrestatie vond plaats op 26 november.
Volgens de overleveringen heeft Vlad zich hevig tegen zijn gevangenname verzet. Men heeft hem echter opzettelijk van het grootste deel van zijn troepen gescheiden: de burcht Koningstein ligt op een steile berg en mensen en materieel moeten naar beneden getakeld worden. Op het moment dat het merendeel van Vlads leger onder aan de berg staat, wordt hij aangehouden tot grote opwinding en machteloze woede van zijn aanhangers die niets kunnen uitrichten.
Andere verhalen melden het in deze periode gesloten huwelijk tussen Vlad en een bloedverwante van Matyas Corvinus. In maart 1462 schrijven Italiaanse gezanten in Buda in hun brieven over de officiele verloving tussen Vlad en een verwante van Matyas. Beheim noemt dit huwelijk echter met geen woord.
Over de eigentijdse verslagen, rapporten en brieven die melding maken van de moedige strijd van Vlad tegen de Turken zie de eerder gemaakte opmerkingen.




illustratie, © Wanita Resida 2006





illustratie, © Wanita Resida 2006





illustratie, © Wanita Resida 2006





illustratie, © Wanita Resida 2006





illustratie, © Wanita Resida 2006










Lijst van bij deze annoties gebruikte literatuur.
1061

zorgde voor heel wat drukte, onsteltenis,*

* In en buiten Hongarije komt deze arrestatie als een grote verrassing. De redenen blijven voor velen ook jaren later nog (zie Bonfinius) in Hongarije onduidelijk. Kennelijk overtuigt het complotverhaal niet erg. De Venetiaanse gezanten in Buda krijgen van de Signoria nadere instructies om diepgaand maar discreet de ware redenen van Vlad’s gevangen name te onderzoeken. Het is niet bekend of ze succes hebben gehad. Rome en Venetië hebben sind het Congres van Mantua in 1459-1460 de Hongaars-Walachijse kruistocht tegen de Osmanen zwaar gesubsidieerd, maar Matyas heeft dit geld aan andere doeleinden besteed:
1. Jan Gyskra de Brandysa, de Boheemse Hussietenleider wordt in het voorjaar van 1462 door hem omgekocht om in Hongaarse dienst te treden,
2. In het geheim betaalt Matyas losgeld voor de Stefanskroon, die in handen is van Friedrich
Het complotverhaal is ook vooral bedoeld voor Rome en Venetië en mogelijk ook voor het Duitse Rijk, waar een kruistochtbelasting wordt geheven, die via Rome in de hongaarse schatkist terecht is gekomen. Reeds in 1456 wordt op de Kurfürstentag te Frankfurt a. Main een Gravamina opgesteld, waarin de Duitse Natie bezwaar maakt tegen een monsterlijke belastingdruk aan de Duitsers opgelegd door de Kerk van Rome, waarbovenop nog de in Duitse ogen hoogst overbodige Turkentiende is gekomen. De klachten tegen deze belastingen weerklinken ook nog de jaren na 1456.
Verder heeft Matyas al veel eerder dubbel spel gespeeld. Hoewel hij zich op het congres te Mantua in 1459-1460 heeft verplicht om het voortouw te nemen in de geplande kruistocht tegen de Turken en hiertoe in 1460 zich met Vlad verbindt en een alliantie sluit met de Oosterse staten Georgië en Trebizonde. Geheel volgens deze overeenkomst vallen de Oosterse staten in 1461 het Osmaanse Rijk aan met het doel Mehmed en zijn leger naar het andere einde van zijn rijk te lokken om daarmee de westerse bondgenoten vrij spel te geven. Terwijl Mehmed Trebizonde in het najaar van 1461 belegert en Vlad volgens de afspraken de aanval in december van dat jaar opent met zijn gruwelijke wintercampagne onderneemt Matyas niets tot grote verbazing van zijn bondgenoten. Op 1 december 1461 weet de Bosnische koning Stefan Tomasevic 1 aan Venetië te melden, dat hij zeer sterke aanwijzingen heeft dat de koning van Hongarije een geheime vrede met de sultan heeft gesloten, zodat deze zijn campagne in het oosten kan voeren (Cazacu, 1979).
Als er verraad is gepleegd, dan wel door Matyas Corvinus die in juni/juli 1462 in het geheim met Mehmet II overeenkomt om zich niet te mengen in de Turks-Walachijse oorlog, op voorwaarde dat in Walachije de status quo ante bellum blijft gehandhaafd. Mehmet sluit deze overeenkomst om zich uit Walachije terug te kunnen trekken om een opstand elders in het Osmaanse Rijk neer te slaan.
Vergelijk verder het zogenaamde verraad van de Bosnische koning Stefan Tomasevic in 1459 door Matyas Corvinus met veel misbaar wereldkundig gemaakt om zijn gebrek aan steun aan deze koning die door de Turken wordt belaagd te verdoezelen. Stefan wordt beschuldigd Smederovo voor een grote hoeveelheid goud aan de Turken te hebben verkocht. Deze beschuldigingen worden in eerste instantie door de Paus voor zoete koek geslikt. (Late medieval Balkans, p. 575/576)
Vlad blijkt vervangbaar te zijn door zijn broer Radu de Schone. Een oorlog tussen Hongarije en het Osmaanse Rijk komt beide staten erg ongelegen. Mogelijk vreest Matyas een Pools-Moldavische aanval als hij op veldtocht gaat tegen de Osmanen. Zowel Polen als Moldavië zijn bondgenoten van de Turken. Bovendien wil Matyas wel van zijn lastige en eigenzinnige bondgenoot af. Vlad dreigt een onberekenbare en storende factor te worden in de machtsverhoudingen in de Balkan. Hij is te onafhankelijk en heeft tot dan iets te veel succes in het bereiken van zijn doelen. Zijn politiek bedreigt ook de Zevenburgse en Hongaarse handelsbelangen in het Zwarte Zeegebied.
Toch kan men het de Hongaarse koning niet helemaal aanrekenen dat hij Vlad niet op tijd te hulp komt. Mehmet II verspreidt voor hij naar Walachije vertrekt geruchten dat Belgrado het doel is na zijn veldtocht. Matyas kan het niet riskeren zijn legers naar Transsylvanië en Walachije te sturen. Als het duidelijk is dat de Turkse aanval tegen Walachije is gericht is het te laat om te hulp te komen.
Curieus in deze hele kwestie is de rol van het vredesverdrag dat op 20 januari 1451 tussen Hunyadi en de Turken is gesloten en waarin de tweeherigheid van Hongarije en het Osmaanse Rijk over Walachije wordt geregeld. Dit verdrag wordt elke drie jaar verlengd en geldt ook voor de opvolgers van Vladislav II (1447-1456), dus ook Vlad wordt geacht zich hieraan te onderwerpen. In dit verdrag zijn namelijk strafsancties opgenomen. Als de Walachijse prins zijn verplichtingen tegenover een van zijn leenheren niet nakomt, dan is ook de andere leenheer gerechtigd hem hiervoor te straffen. (Dracula, Essays..., blz 37) Tot nu toe heeft geen enkele schrijver de arrestatie van Vlad verklaard tegen de achtergrond van dit verdrag.

Ongetwijfeld speelt de aankomst van een Weense delegatie in oktober/november 1462 in Transsylvanië, die steun en hulp komt zoeken bij Matyas tegen Friedrich III ook een rol in het besluit om Vlad definitief te laten vallen. Matyas wil deze gunstige gelegenheid benutten om de Stefanskroon sneller in handen te krijgen. De Venetiaanse gezant Petro Thomassio, die het gehele jaar door uitvoerig heeft bericht over de strijd van Vlad tegen de Turken en die in gezelschap van Matyas mee naar Brashov is gereisd, weet te melden, dat de Hongaren de verzending naar Venetië van zijn verslagen gemaakt tijdens deze weken in oktober en november met opzet tegen houden tot na de aanhouding van Vlad.

om zich te verantwoorden voor zijn soeverein**

** Er wordt kort na de arrestatie begonnen met een justitieel onderzoek tegen Vlad, met de kennelijke opzet een showproces te beginnen, maar om duistere redenen wordt dit onderzoek en het aangespannen proces al heel snel afgebroken.

en hij werd gebracht naar het slot de Plintenburg***

*** Visegrad ten noorden van Budapest. Dit oude paleis is vaker gebruikt voor de huisvesting van hoge politieke gevangenen en gijzelaars. Vlad wordt werd hier begin 1463 naar toe overgebracht, na eerst opgesloten te hebben gezeten in de Stompe Toren (Csonka Torony) te Budapest. Volgens sommige bronnen verdrijft hij in de cel de tijd met het spietsen van door hem gevangen muizen op miniatuurstaakjes en verdient hij de kost als kleermaker. Hij verblijft tot de kroning van Matyas in maart 1464 in Visegrad.
Andere kastelen waar hij mogelijk ook opgesloten zou zijn geweest: de vestingen Belgrado en Vacz.
Uit een brief van 6 juli 1464 van Franciscus Literatus de Kezi kastelein van Hunyad blijkt dat deze wordt belast met het toezicht op Dracula, die op bevel van de koning aan zijn huishouding is toegevoegd (Urkundenbuch, V nr 3389).
Mogelijk verblijft Vlad in deze periode ook een tijd op de Hunyadiburcht.

Tussen 1464-1474 woont Vlad met zijn hongaarse vrouw in Pest in een huis, dat hem ter beschikking is gesteld door Matyas. Ze krijgen samen 2 zoons. In 1474 wordt Vlad officieel in ere hersteld en beschouwd als kandidaat voor de troon van Walachije. Een mogelijke bekering tot het Rooms-katholieke geloof zou hierin een rol hebben gespeeld. In de jaren 1474-1476 verblijft hij met zijn gezin in Sibiu, waar hij een huis heeft laten bouwen.
In februari 1476 neemt Vlad als legeraanvoerder deel aan de Bosnische campagne van Matyas Corvinus. Samen met de Servische prins Vuk Brankovitsch Zmaj Ogneni (de Vuurdraak) verovert Vlad de zilverstad Srebernitza en de vestingsteden Kuslot en Zwornik, die allen worden geplunderd en verwoest, waarbij hij bij deze gelegenheid een onverminderde geestdrift bij het uitoefenen van zijn favoriete tijdverdrijf toont. In het najaar van 1476 verovert hij met behulp van Stefan van Moldavië en een Hongaars leger onder aanvoering van Istvan Bathory (de latere voivode van Transsylvanië) de macht in Walachije. Kort daarop echter trekken zijn bondgenoten zich terug nog voor dat hij de gelegenheid heeft gehad om een eigen leger te vormen en lieten hem achter. Op verzoek van Vlad laat Stefan 200 Moldavische lijfwachten achter. Rond de jaarwisseling vallen de Turken Walachije binnen om de door Vlad verjaagde Laiota Bassarab weer op de troon te helpen en Vlad Dracula sneuvelt onder duistere omstandigheden, samen met 4000 soldaten en zijn Moldavische lijfgarde, waarvan slechts 10 man de slachting overleven. Over zijn dood doen vele versies de ronde. Volgens sommige bronnen is zijn hoofd als trofee naar Istanbul gestuurd. Vreemd genoeg maakt van dit laatste feit geen enkele Turkse bron, die toch zeer uitvoerig ingaan op zijn wreedheden, de veldtocht van 1462 evenals de vrijlating en latere strijd, waarin Vlad sneuvelt melding.
Vlad zou rond dezelfde tijd zijn gesneuveld als Karel de Stoute van Bourgondië. Zijn dood wordt in bijna een adem genoemd met die van de hertog in een brief van Leonardus Botta uit Venetië van 1 februari 1477 aan de hertog van Milaan.
De overlevering noemt de kloosterkerk van Snagov als zijn laatste rustplaats. Roemeense legenden vertellen, dat er tijdens de begrafenis van Vlad een hevige storm heeft gewoed, waarbij een (door zijn voorganger Vladislav II gebouwde) kapel van haar fundamenten is gerukt en in het meer is geblazen. Als het heel hard waait luidden de klokken die op de bodem van het meer liggen. Uit andere bronnen blijkt inderdaad dat grote delen van Europa rond de jaarwisseling van 1476/1477 werden geteisterd door hevige kou en zware sneeuwstormen. In deze periode verschijnt er ook nog een komeet boven Europa. Bij opgravingen in 1931 blijkt dat het graf waarin Vlad Dracula volgens de overleveringen zou rusten leeg te zijn.

Het bovenstaande Famosum Carmen dient te worden gezongen op de melodie van de "Osterweise".
illustratie, © Wanita Resida 2006



Welkom La Folia Tekeningen Dracula