|
Commentaar en annotaties op het gedicht van
Michael Beheim
|
Een tiran
genaamd Dracula, voivode van Walachije |
1
Dracula Voivode* is zijn naam
Vlad Tzepesh, voivode in 1448, 1456-1462, najaar 1476 ook bekend onder
de naam Dracula, leeft van ca. 1430- eind 1476/begin 1477
De betekenis van de naam Dracula: Drac= duivel. Dracul= de duivel.
Dracula= zoon van de duivel, zoon van Dracul.
Vlad zelf tekent tussen 1474-1476 zijn brieven en oorkonden met
Dragulya, Dragkulya. In zijn regeringsperiode van 1456-1462 tekent hij
met zijn naam Vlad.
De bijnaam Dracula is al heel lang in gebruik onder de Roemenen in de
Balkan voor mannen die zich onderscheiden door moed, driestheid,
slimheid, durf, onverschrokkenheid maar ook wreedheid.
Etymologisch ligt drac, dracul vlak bij het latijnse/grieks draco=
draak= symbool voor de duivel. Roemeense woorden voor draak zijn zmeu,
balaur.
De vader van Vlad Tzepesh is lid van de orde van de Draak, hij wordt
Dracul of Dracula genoemd, met name door zijn vijanden. Sommige
verklaringen: oorspronkelijke naam zou Dragul, de Beminde zijn. Draga
is een slavisch woord wat liefde, bemindheid betekent. Door vijanden
zou de naam veranderd zijn in Dracul, de duivel. De naam Dracula wordt
ook voor Vlads jongere broer Radu gebruikt, het bijna een familienaam
geworden. In ieder geval lijkt Dracula te worden gebruikt als een soort
geuzennaam onder de leden van dit geslacht, een eretitel waarmee men
zich onderscheidt van de rest van de familie. Zie ook Draculya de
Sintesti en de nakomelingen van Vlad in de vrouwelijke lijn, die de
naam Dracula tot halverwege de 17e eeuw aan hun familienaam blijven
toevoegen.
Dracula gaat over op een landgoed gelegen in Szeklerland, dat door zijn
nakomelingen tot in de 17e eeuw in eigendom is bezeten. Dit landgoed
wordt tot in de 19e eeuw met deze naam aangeduid, het laatst in 1869
als Drekula. Dit landgoed ligt in het Komitaat (graafschap)
Prundu-Borgo, hetzelfde graafschap, waar Bram Stoker het
kasteel
van graaf Dracula situeert. (P. Binder, Une famille noble roumaine de
Transylvanie: les Drakula de Sintesti. In: Revue Roumaine d'Histoire,
XXVII,4, p. 301-314. 1988.)
en Walachije** is het land,
** Walachije maakt deel uit van het huidige Roemenië, de
oppervlakte is ongeveer gelijk aan dat van het huidige
Nederland.
Het wordt begrensd door de Donau in het westen en zuiden, de Karpaten
of Transsylvaanse Alpen in het noorden en de Zwarte Zee in het oosten. |
11
Ook zijn vader* heerste in dit Walachije,
* Vlad Dracul, regeert in 1436-1442, 1443-1447.
met veel geweld en onrechtvaardigheid.**
** Tijdgenoten noemen Vlad Dracul, "een man zeer beroemd om zijn moed
en wijsheid" (De Wavrin), een dappere, onvermoeibare strijder tegen de
Turken (Bonfinius).
Zij spreken Beheim tegen in zijn karakterschildering van Dracul. Hier
is duidelijk: de appel valt niet ver van de boom. Zo vader zo zoon.
De byzantijnse kroniekschrijver Doukas: "De bastaardzoon van Mircea,
genaamd Draculion, en deze was boosaardig en slecht, hij wiens naam het
effect van zijn werken aantoonde, want Dragulios betekent slecht".
en verloor hij zijn gekroonde hoofd.***
*** December 1447. Vlad Dracul wordt onthoofd, zijn oudste zoon Mircea
wordt gefolterd en levend begraven en een niet met name genoemde
minderjarige jongste zoon zou zijn blind gemaakt. (Giraudo, 75).
Hunyadi's actie is om twee redenen: Dracul heeft zich in 1446 met de
Turken verzoend en hij wil zich wreken voor het feit dat hij na de
nederlaag bij Warna in november 1444 door de Walachijse vorst, hiertoe
aangezet door zijn zoon Mircea, op vernederende wijze was gearresteerd.
hij regent over de Magyaren,****
**** Tussen 1445-1453 was Hunyadi regent van Hongarije
|
21
en zijn broer* met hem
* Radu de Schone, voivode van Walachije 1462-1475 (met onderbrekingen)
samen veel ketterse afgoden**
** Vlad en Radu zijn Grieks-orthodox, Beheim suggereert dat ze na de
dood van hun vader tot het Rooms-katholieke geloof zijn overgegaan.
Volgens de bronnen verblijven Vlad en Radu tijdens deze gebeurtenissen
als gijzelaars aan het Ottomaanse hof (tussen 1443-1448).
om voor het ware christendom*** voortaan
*** De romeinse versie van het Christendom.
In dit gedicht wordt uitgebreid verhaald hoe Dracula geestelijken
kwelt, vermoordt en kerken plundert, hiermee schendt hij deze eed: door
zijn ontrouw aan de (Rooms-katholieke) kerk en God toont Dracula zich
als een ketter.
|
31
plus zes* na
* 1456 is het jaar van de komeet van Halley, het beleg van Belgrado
door de Turken, en een grote pestepidemie in de Balkan. "Voor Hem uit
gaat de pest en koortsgloed volgt Hem op de voet" (Habakuk 3:5)
zowel verre als nabijgelegen.**
** De Walachijse lenen in Zuid-Transsylvanië, Amlas en
Fagaras, grenzen aan Walachije.
Verderop in Transsylvanië liggen de lenen Vintz, Vurpar,
Bologa en Geoagiu.
|
41
Vladislav* de voivode en vorst
* Vladislav II, regeert december 1447- zomer 1456, wordt door Hunyadi
aan de macht geholpen. Vladislav is mede verantwoordelijk voor de dood
van Vlad Dracul en diens oudste zoon Mircea (*1428-1447), die levend
wordt begraven na te zijn gefolterd.
Vladislav II wordt op 22 augustus 1456 te Tirgsor gedood en ligt
begraven in het Dealu-klooster bij Tirgoviste. De versies over zijn
dood verschillen. Hij zou of onthoofd of levend begraven zijn. Volgens
andere varianten zou hij door bojaren zijn vermoord.
"Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem die geen
barmhartigheid bewezen heeft "(Jacobus 2:13).
In moderne internationale verhoudingen zijn voor het nemen van
represailles tegen een buitenlandse macht en/of diens onderdanen 3
voorwaarden vereist, die zeker ook zouden kunnen worden toegepast op de
internationale omgangsvormen ten tijde van Vlad.
Er moet opzettelijke schending van de zijde van de andere partij aan
vooraf zijn gegaan.
Pogingen om genoegdoening te krijgen moeten zijn mislukt.
En tenslotte moet de vergelding in redelijke verhouding staan tot de
geleden schade.
Aan de eerste twee voorwaarden is hier zeker voldaan.
De Zevenburgers verlenen steun aan Vlads tegenstanders en negeren zijn
schriftelijke (en mogelijk ook diplomatieke) verzoeken om daarmee op te
houden.
Of Vlad zich met zijn moord- en plundertochten ook aan de derde
voorwaarde heeft gehouden laat ik gaarne ter beoordeling over aan de
lezer.
In tegenstelling tot het beeld dat Beheim en de pamflettenschrijvers
oproepen moordt en brandschat Vlad wel degelijk zeer selectief in de
gehuchten waaruit de kooplieden en bestuurders die zijn vijanden
steunen hun inkomsten ontlenen. Men treft een vijand het hardst in zijn
portemonnee.
Ook beschaafde staten in de 20 eeuw oefenen terreur uit op de bevolking
van andere staten om daarmee de betreffende regering te dwingen hun
welgevallige maatregelen te nemen.
|
|
51
Daarna liet hij alras*
* April 1457.
dorpen en gehuchten,**
** Vergeldingsmaatregelen voor de steun, die enkele rijke kooplieden
Peter Gereb van Wijngaarde en Peterman uit Sibiu aan een halfbroer van
Vlad, genaamd Vlad de Monnik geven, die hen in ruil handelsprivileges
verleent op Walachije en de inkomsten uit de tol van Rucar.
Overigens verzoekt Vlad het bestuur van Sibiu eerst vriendelijk per
brief om hun steun aan zijn rivaal te staken. De hiergenoemde dorpen
zijn eigendom van deze kooplieden.
Verwoest worden: Satul Nou ook Noul Roman genaamd (Neudorff),
Klosterholz en Holtzmenya (Hosmanul) en Casjolt; verder Benesti,
eigendom van Nikolaas Sachs, aanhanger van troonpretendent Dan, april
1457. Verder het dorp Nocrisj, eigendom van Peter Gereb van Wijngaarde.
N.B. Peter Gereb van Wijngaarde behoort tot de opstandige saksische
edelen die in 1467 door Matyas Corvinus werden onthoofd.
Overigens is Vlad niet de enige Walachijse voivode, die uit vergelding
bruut optreedt in Zuid-Transsylvanië. Zijn voorganger
Vladislav II
voert tussen 1453-1456 diverse raids uit in Fagaras ten gevolge van
politieke onenigheden met de authoriteiten in Transsylvanië en
vanwege hun steun aan Vlad, die als troonpretendent in
Transsylvanië leeft.
Er is een lijst uit 1453 waarin de schade door Vladislav II en zijn
aanhangers aangericht wordt opgesomd. Uit deze lijst blijkt dat er ook
(in opdracht van Vladislav II) geplunderd, gebrandschat en gemoord
wordt door zijn aanhangers.
Hij poogt zelfs met behulp van moordaanslagen (onder andere bij
Geoagiu) Vlad uit te schakelen.
Gelijke repressailles neemt Laiota Bassarab (de voivode die rond de
jaarwisseling 1476/1477 samen met de Turken Vlad Tzepesch doodt) in
1475/1476 uit onvrede met de steun die Vlad in Transsylvanië
geniet vanwege diens hernieuwde kandidatuur voor de Walachijse troon.
Tussen 1479-1480 dreigt Bassarab Tzepelus (ook Vlad Tzepelus, de Kleine
Spietser genaamd) een aantal dorpen in Transsylvanië, waarvan
de
inwoners zijn uit Walachije verdreven rivaal Laiota Bassarab steunen te
verbranden en schade toe te voegen.
Ook Neagoe Bassarab (1512-1521) waarschuwt de inwoners van Brashov om
zich niet tegen hem te verzetten, "want hoedt u dan en weet dat ik het
Burzenland zodanig zal veranderen dat niemand het ooit nog zal weten te
vinden". (Stoicescu, 66-67). Stefan cel Mare (1457-1504) van
Moldavië plundert en brandschat in 1461 en 1467 het
Szeklerland vanwege onenigheid met Matyas Corvinus, die zijn grote
tegenstander en moordenaar van zijn vader, Petru Aron asiel verleent.
Omgekeerd wordt er ook vanuit Transsylvanië in Walachije
geplunderd (Urkundenbuch VII, no 4389)
De verhouding tussen Walachije en Transsylvanië wordt (getuige
de
documenten in het Urkundenbuch) vooral gekenmerkt door problemen rond
de handel, genoegdoening in juridische kwesties, de Turkse dreiging en
het verblijf van rivalen van de Walachijse voivode en hun aanhangers in
Transsylvanië.
|
61
En Beckendorff* in het Burzenland
* Beckendorff of Bod wordt verwoest in mei 1460 als repressaille voor
de inval van Dan, die wordt gesteund door Brashov en Sibiu (zie
verderop). In 1470 schrijft Radu de Schone aan Brashov: "Wij van onze
zijde hebben nooit iets aangevangen.
En Neagu de minister van Bassarab Tzepelus enkele jaren later:"
...herinner u goed, wie er de oorzaak was van het spietsen van mensen?
Steeds weer de vluchtelingen en u zelf, want u heeft Dan in uw midden
verheven en om die reden was Vlad Voivode toornig op u en hij bracht u
schade toe en spietste hij mensen en kwam hij met vuur over u."
(Stoicescu, 66, zie ook Urkundenbuch, VII, no 4351)
mensen van alle leeftijden en beide geslachten**
** Het hele gedicht door wordt nadrukkelijk erop gewezen, dat Vlad
zonder aanziens des persoons doodt: vrouwen, kinderen en bejaarden
horen tot zijn slachtoffers.
Een kleine bloemlezing van bijbelteksten, waaraan de diverse
beschrijvingen van moordpartijen in het gedicht doen denken:
...hun jonge mannen zult gij met het zwaard doden, hun zuigelingen zult
gij verpletteren en hun zwangere vrouwen zult gij openrijten (2
Koningen 8:12-13)
Door het zwaard zullen zij vallen, hun kleine kinderen zullen worden
verpletterd, hun zwangere vrouwen zullen worden opengereten (Hosea 14:1)
Op de straten liggen ter aarde knaap en grijsaard, mijn jonkvrouwen en
jongelingen zijn gevallen door het zwaard; ten dage van uw toorn hebt
Gij hen gedood, meedogenloos geslacht (Klaaglied 2:21)
Ik breng hun, over moeder en jongeling een verwoester op de middag. Ik
doe onverhoeds op hen vallen angst en verschrikking (Jeremia 15:8)
Wanneer zij nog kinderen zouden voortbrengen zal ik de lievelingen van
hun schoot doden (Hosea 9:16)
Geef daarom hun kinderen aan de honger prijs, lever hen over aan de
macht van het zwaard, zodat vrouwen van kinderen beroofd en weduwen
worden, hun mannen slachtoffers van den door, hun jongelingen geslagen
door het zwaard in de strijd (Jeremia 18:21)
Ieder die men vindt, zal doorstoken worden en elk die men grijpt zal
door het zwaard vallen; en hun kinderen zullen voor hun ogen
verpletterd worden, hun huizen geplunderd en hun vrouwen
geschonden...zij kennen geen erbarming met de vrucht van den schoot en
zelfs kinderen ontzien zij niet (Jesaja 13:15-16,18-)
Buitenproportionele vergelding en wraak behoren niet exclusief tot de
15e eeuw; vergelijk de raketaanval op Bagdad van Bill Clinton,
president van de USA van 26 juni 1993 zogenaamd uit wraak vanwege de
vermeende samenzwering van Irak om een aanslag te plegen op zijn
voorganger G. Bush tijdens diens bezoek aan Koeweit in april 1993.
Clinton voert zelfverdediging aan als motief.
|
71
Hij bracht hen naar Walachije*
* Eigenlijk is dit onlogisch. Men zou verwachten dat Vlad zijn
slachtoffers ter plekke in Transsylvanië zou spietsen als
afschrikwekkend voorbeeld voor anderen die mogelijk overwogen zijn
vijanden te steunen.
Executies in Walachije zouden dit gewenste effect wel eens minder
kunnen hebben. De strafexepeditie is naar men kan aannemen in de eerste
plaats bedoeld voor Transsylvanië. De Wavrin schrijft dat in
1445
de Walachen de lijken van de door hen gedode Turken naakt in rijen op
de Donauoever leggen.
aan palen** rijgen en afslachten.
** Spietsen of empaleren: Servile supplicium. Ultimum poena.
Crucifixos. Crux. Crux maxime crucians. Crux acuta. Sudibus acutis. Op
enkele Etruskische vasen wordt Prometheus gespietst afgebeeld in plaats
van aan een paal gebonden. Een oude Slavische naam voor paal is Dr'kol
(Cazacu, 1979). Ook genoemd : "The stool of repentynge" (Het
zondaarsbankje) en "Het eenbenige paard berijden" (Ambrose Bierce, The
Devil's Dictionary, New York, 1958, p. 61-62). Vlad past bij voorkeur
de orientaalse variant toe, waarbij de gepunte paal in het lichaam
wordt gestoken en met het uiteinde in de grond wordt vastgezet en het
nog levende slachtoffer aan zijn lot wordt overgelaten. Vaak wordt de
paal via het achterwerk een eind in het lichaam gebracht.
Verschillende technieken om de paal naar binnen te brengen: hij wordt
naar binnen geslagen met een hamer (zie Ivo Andric, de brug over de
Drina..), of de persoon wordt als het ware om de paal heen getrokken
met behulp van ossen, paarden of mankracht, terwijl de paal door
anderen op zijn plaats wordt gehouden, deze methode in gebruik in
Hongarije en Polen(zie afbeelding van de hongaarse stad Papa uit Braun
en Hogenberg Civitatis Orbis Terrarum). De doodstrijd duurt van enkele
uren tot drie dagen, afhankelijk van de handigheid van de beul om
belangrijke organen te vermijden en de eventuele scherpte van de punt
en conditie van de patient. Bij de 16e eeuwse russische vorst Dmitri
Sjevirev bereikt de spiets zijn hart pas na een week. Een afgeronde
punt veroorzaakt minder zware verwondingen en daardoor minder hevig
bloedverlies. Wat de paal in het menselijk lichaam aanricht weten we
dankzij de sectie, die Jean Dominique Baron de Larrey uitvoert op het
lichaam van de moordenaar van generaal Klebér in 1800. De
dader
leeft 4 nog uren na het begin van zijn executie en sterft nadat hij
water te drinken heeft gekregen.
Uit het sectieraport: de ingewanden, zenuwen en bloedvaten in het
bekken zijn kapotgescheurd, het heiligenbeen en 2 lendewervels zijn
gebroken en de paalpunt heeft zich vastgeboord in het ruggemergkanaal.
(Stiassny, 12). Ongetwijfeld heeft deze laatste verwonding verlammingen
en gevoelloosheid van het onderlichaam ten gevolge.
Het spietsen geldt door alle eeuwen heen als een zeer onterende straf
en vindt reeds toepassing onder de Assyriers (krijgsgevangenen), Perzen
(Haman!!!) Herodotus schrijft dat deze straf zeer gewoon is onder de
barbaarse volkeren. De Balkan kent een lange traditie vanaf het moment,
dat de Hunnen en opeenvolgende ruitervolken en veroveraars deze straf
meevoeren naar Hongarije. Verder is deze straf toegepast in China,
Tibet, het Caraibisch gebied, het Osmaanse Rijk (dieven, slaven die
proberen te vluchten en ongelovigen die worden betrapt tijdens seksueel
verkeer met Turkse jongens of vrouwen), Noord-Afrika, het
Midden-Oosten, Rusland, de Roemeense vorstendommen, Hongarije (de
opstand van Bobilna in 1438 en Gyorgy Dosza in 1516) en Polen evenals
India en in het Zoeloerijk van koning Shaka (zie Grube und Pfahl,
Stiassny, Giraudo). In Turkije en op de Balkan zijn vooral zigeuners
ingeschakeld om dit karwei te klaren.
De Skythen offeren gedode ruiters vastgespietst op hun paarden bij de
graven van hun koningen.
Een wijze van offeren, die aan het spietsen doet denken is in zwang
geweest bij de Daciers, de oude bewoners van het huidige
Roemenië.
Ze offeren namelijk elke 4 jaar een aantal uitgelezen strijders die als
boodschappers naar hun godheid worden gezonden met de boodschappen en
verzoeken van hun natie door hen op rechtopstaande speren te werpen.
Over de symboliek van het spietsen zie Sturm.
De paal heeft in het middenoosten in bijbelse tijden als symbool voor
de boom gegolden. De boom is oorspronkelijk een Godheid en later
offerpaal. In Kanaan zijn de goden aanbeden in de gedaante van een
paal, die doortrokken is van de goddelijke kracht. Aan de paal is in de
grijze oudheid een offercultus verbonden. Aan een paal hangen kan
betekenen ophangen,kruisigen of spietsen.
De functie van het bevestigen van een terechtgestelde aan een paal
(lees boom) door middel van hangen, vastbinden, vastnagelen en spietsen
is die van afschrikking en ook vernedering van de dode, en ook het
onschadelijk maken van de magische krachten van de misdadiger, want hij
komt niet meer in aanraking met de aarde, terwijl hij tegelijkertijd
door de paal wordt vastgehouden. Men kent in het Europa van vroegere
tijden dieven demonische en magische krachten toe, die met hun dood
niet afnemen. Slechts door ze niet te begraven en ze aan de luchtgoden
in de gedaante van elementen en vogelvraat over te laten wordt hun
gevaarlijke toverkracht onschadelijk gemaakt. Ze mogen vooral niet meer
met de aarde in aanraking komen, want dan kunnen ze hun krachten weer
opladen. (Sturm, blz 66, 101-102, 139-140, 148) In verschillende
anekdotes wordt benadrukt dat Vlad het de nabestaanden verbiedt om de
gehangenen en gespietsten weg te halen en te begraven. Ze moeten in de
openlucht blijven en vergaan door de elementen en ongedierte.
Vlad spietst niet als enige massaal (krijgs)gevangenen. Zijn neef
Stefan cel Mare, de voivode van Moldavie (1457-1504) gaat zich bij
gelegenheid hier ook aan te buiten, maar Vlad blijft de onbetwiste
meester in dit vak. Zo spietst Stefan in 1473 2300 walachijse
krijgsgevangen door hun navel heen boven elkaar. In 1476 geeft Stefan
enige duizenden Turkse krijgsgevangen, die hij in 1475 heeft gevangen
genomen dezelfde behandeling.
In Transsylvanië wordt deze straf door de fijngevoelige
Hongaren
en Duitsers met voorliefde uitgevoerd op rebelse en ketterse Walachen.
(Stoicescu, 187). Berucht zijn de massale terechtstellingen door middel
van de paal van de opstandelingen van Bobilna (1437) en Dosza (1514).
Miron Costin de Moldavische kroniekschrijver laat als gouverneur van
Putna 40 rovers doden en hun lijken vierendelen en de stukken op staken
steken als exempel.
In 1786 dreigt de Walachijse vorst Nicolas Mavrogheni de vele dieven
met de dood door de paal en laat hij ter waarschuwing door het land
spietspalen oprichten.
Het oude Walachijse criminele strafrecht is onder andere gebaseerd op
de Syntagma van Matheus Vlastares, waarin onder meer wordt bepaald:
"Beroemde rovers zullen op de plaats waar ze hun misdaden pleegden
worden gepaald opdat anderen hen zien en door deze aanblik angst wordt
aangejaagd." (Stoicescu, 186-187)
De paal is ook in de Duitse landen gebruikt, waarbij de veroordeelde in
een graf wordt gelegd en een paal door het hart wordt geslagen, deze
straf wordt ook genoemd in de Constitutio Criminalis Carolina (Grube
und Pfahl)
Terwijl ik bezig ben met de annotatie van dit gedicht is de oorlog in
Bosnië al een jaar aan de gang en staan de kranten dagelijks
vol
van de daar gepleegde wreedheden.
Een voorbeeld: in de krant van 27-03-93 staat een artikel met de
volgende feiten: "In haar geboortedorp Kamenica het eerste gehucht dat
een maand geleden door de opmarcherende Serviërs in het oosten
van
Bosnië ten val is gebracht, zouden 'mujahedin-strijders' twee
jongens van en jaar of dertien, veertien aan een paal hebben gespiest.
'De moslims hebben onze zonen geroosterd als een varken aan het spit',
zegt Milica huilend."
"Even buiten Sarajevo worden de lijken van vijftig mensen gevonden,
allen vermoord. Twee van de mannen werden aan een spit geregen en
geroosterd" (17 juni 1993, p. 11).
McNally en Florescu en hun napraters verklaren Vlads voorliefde voor
het spietsen uit mogelijke impotentie. Het is bekend dat Vlad minstens
3 zoons heeft verwekt (in elk geval beschouwt hij zich als hun vader).
Vlad zou hieraan geleden hebben toen hij als tiener zijn diensten moest
aanbieden aan haremdames. Ha, ha, ha. Uitgezonderd de sultan en zijn
eunuchen heeft geen enkel ander manspersoon toegang tot de harem.
Jongetjes in de harem geboren moeten met 7 jaar hun moeder verlaten.
Sexuele ervaring heeft Vlad opgedaan in de pagekamers tussen andere
jongens en jongemannen, waar hij als minderjarige en als christen een
ondergeschikte positie heeft ingenomen tussen islamieten (Martin en
Schmit). Zie ook Chalcondylas en de Anonieme Osmaanse Kroniek, die
uitgebreid verhalen hoe Radu, de jongere broer van Vlad zich tevergeefs
met een mes tegen de hem onwelgevallige avances van Sultan verdedigt.
De middeleeuwer schrijft impotentie toe aan duidelijk herkenbare
medisch-fysieke oorzaken, zoal aangeboren afwijkingen, verwondingen,
lichamelijke en geestelijke uitputting en verder droefgeestigheid en
andere stemmingen als gevolg van verstoring van het evenwicht der
lichaamsvochten. Deze oorzaken zijn te verhelpen door middel van
operaties, diëten, leefregels en regiems. Is er echter geen
duidelijk aanwijsbare reden dan kan er maar één
andere
(zeer gevreesde) oorzaak zijn: hekserij. Hekserij wordt gezien als de
hoofdoorzaak van impotentie. Uit geen van alle andere Draculaverhalen
noch uit dit gedicht blijkt dat Vlad heksen, tovenaars of
magiërs
heeft vervolgd.
Zijn vervolgingen hebben duidelijk een politiek doel.
Toch kan een zekere sexuele symboliek niet worden ontkend, maar de
relatie moet niet in eerste instantie worden gezocht in frustratie en
impotentie (mogelijk wel in verdrongen homoseksuele gevoelens?). De
palen, waarmee Vlad zijn slachtoffers doorboort zijn een verlengstuk
van zijn viriliteit en macht. De roemeense cultuur is per traditie zeer
macho (patriarchaal, patrilokaal en patrilineair) en is zeer fallisch
gericht. De fallus is bij uitstek het symbool voor voorplanting en
leven. Putere het Roemeense woord voor macht, wordt door mannen ook
gebruikt om hun geslachtsdeel mee aan te duiden, hun penis is de
essentie van hun manzijn, hun levenskracht en energie. De middeleeuwer
noemt zijn penis zijn alter ego. Dood en impotentie zijn aan elkaar
gelijk. Door zijn slachtoffers met palen te doorboren, ontmant Vlad hen
figuurlijk en maakt hij hen als vrouwen, hij maakt hun letterlijk en
figuurlijk dood en impotent, door het spietsen verkracht hij hen als
het ware en vernedert hen daarmee, onderwerpt hen aan zijn macht en
overheersing. Omgekeerd betekent de paal, waarmee hij de dood brengt
aan de vijanden het leven voor de groepen, die belang hebben bij het
optreden van Vlad.
De paal brengt de dood aan de vijand, die namelijk op zijn beurt als
hij niet was tegengehouden de dood zou hebben gebracht aan de inwoners
van Walachije:
- De Turken en akindji's die Vlad spietst roven kinderen, oogst en vee,
vrouwen van de boeren.
- De Zevenburgse kooplieden zijn concurrenten van de Walachijse
kooplieden, die Vlad door het nemen van protectionistische maatregelen
poogt te beschermen.
- De bojaren brengen met hun complotten de dood over familie en
vrienden van Vlad.
- Het bloed van de gedode vijanden bemest de bodem van het land.
Duitse uitdrukking: "Schreien wie am Spiess".
Amerikaanse uitdrukkingen: "To drive someone up a pole". Iemand in het
nauw drijven, gek maken. "To sit upon a pole": In een precaire situatie
verkeren.
|
81
Nooit bewaarde hij de vrede lang***
*** 1457-11-23 sluit Vlad een vredesverdrag met Sibiu en andere steden,
in ruil voor vrijhandel beloven ze de steun aan Dan en Vlad de Monnik
te staken. De vrede moet ingaan op 23 november en loopt tot 1458-02-02.
Ook heeft hij handelaar en voerman****
**** Voerlieden: de 15e eeuwse truckers. Reeds in de 15e eeuw een
professionele beroepsgroep van transporteurs.
in grote getale gespietst op palen*****
***** De steden houden zich hier echter niet aan en op 17-12-1457
protesteert Vlad per brief, hij heft het vredesverdrag op en onderneemt
acties tegen kooplieden uit deze plaatsen. Waarschijnlijk vinden deze
incidenten plaats tussen 17-01-1458 en 02-02-1458, want op 17 januari
geeft de kastelein van Bran een vrijgeleide aan de kooplieden uit
Tirgoviste op reis naar Brashov. Vlad laat in het geheim zijn
kooplieden waarschuwen en terugroepen naar Walachije voordat hij de
Zevenburgse kooplieden aanpakt.
De Duitse anecdotes maken melding van deze vrede, die door Vlad zou
zijn gebroken.
Een zeer fraaie anecdote, die mogelijk met dit incident in verband
gebracht kan worden gaat over Zevenburgse kooplieden, die op de
jaarmarkt naar hun mening niet genoeg hebben verkocht en daarover
klagen. Als hun klachten Vlad ter ore komen, koopt hij tegen zeer goede
prijs al hun koopwaar op om hen schadeloos te stellen voor hun
verliezen. De kooplieden keren daarop zo snel mogelijk weer met nieuwe
handelswaar terug maar de jaarmarkt is dan reeds afgelopen. Als Vlad
hoort dat ze weer met koopwaar zijn teruggekeerd ontsteekt hij in
woede; hij laat de handelaren oppakken en voor zich voeren en maakt hen
uit voor deugnieten en leugenaars en hij laat hen allen spietsen
(Cazacu, 1988 blz 166)
Een andere anecdote over Vlads optreden tijdens een jaarmarkt verhaalt
dat Vlad de handelaren opdracht geeft om 's-avonds hun kramen niet af
te sluiten. Tijdens de nacht bezoekt hij de kramen en hij neemt bij de
een geld weg en legt bij de ander extra geld neer en hij tekent alles
zorgvuldig op. De volgende ochtend gaat hij alle kooplieden langs en
vraagt hen of ze wat kwijt zijn geraakt en degenen die geld missen
betaalt hij het bedrag terug, maar degenen die wat extra hebben
gevonden en het hem niet bekennen laat hij spietsen (ibidem).
de walachijse taal te leren spreken******
******Waarschijnlijk in 1457.
De "leerlingen" zijn agenten en agitatoren in dienst van Ladislaus
Posthumus van Hongarije (1453-1457), die Dan steunt.
Volgens een brief van Dan van begin april 1459 gaat het om 300
personen. De "walachijse taal" kan ook in Transsylvanië worden
geleerd.
Sommige anekdotes verhalen, "dat de leerlingen en gezellen zijn
gestuurd om de taal en andere zaken te leren".
In het Urkundenbuch kan men vele brieven vinden, waaruit blijkt, dat
door de Transsylvaanse authoriteiten betaalde verspieders en spionnen
in Walachije actief zijn (zie ook Urkundenbuch VII, 4054)
|
91
Een grote sibbe* heeft hij totaal
* De clan van Albu Toxaba, bijgenaamd Albu cel Mare, erfvijand van het
geslacht der Dracula's. In 1459 usurpeert Albu de dorpen Glodul en
Hintzea, plundert en verbrandt het klooster Govora, gesticht in
1440/1441 door Vlad Dracul en door Dracula in 1457 begiftigd met een
bronzen klok en komt hij in opstand tegen Vlad, die deze opstand
neerslaat en genadeloos met deze familie en hun aanhang afrekent in de
omgeving van Govora. In dit klooster heeft Vlad Calugarul, bastaardzoon
van Dracul en later rivaal van zijn halfbroer Dracula zijn jeugd
doorgebracht. Volgens het geldend recht moesten kerkenschenders terdood
worden gebracht (Urkundenbuch VII, 4467). Albu cel Mare valt in deze
categorie misdadigers. De in het volgende couplet beschreven gruwelen
zijn mogelijk bij deze gelegenheid begaan. Volgens sommige bronnen
zouden bij deze gelegenheid 20.000 mensen zijn omgebracht.
Over collectieve straffen kan men het volgende vinden in de codex van
Stefan Dusjan, Zakonik art. 52, waarin met betrekking tot verraad wordt
gesteld, dat familieleden niet voor elkaar verantwoordelijk worden
gesteld, indien ze gescheiden wonen. "Alleen hij die gezondigd heeft,
hij en zijn huishouden zullen worden gestraft." Dit wetboek van
strafrecht is in het Walachije van de 15e eeuw in gebruik.
Zie ook Jesaja 14:20 "Maakt voor zijn zonen een slachtbank gereed om de
ongerechtigheid van hun vaderen." Hiertegen echter wordt in 2 Koningen
14:6 gesteld: "De vaders zullen niet om de kinderen ter dood gebracht
worden, ook zullen de kinderen niet om de vaders ter dood gebracht
worden, maar ieder zal om zijn eigen zonden ter dood gebracht worden."
|
101
Om daarna scherpe pijlschichten*
* Met pijlen beschieten. Vele in dit gedicht beschreven folteringen
komen ook voor in de legenden van heilig verklaarde martelaren.
De namen van de heiligen genoemd bij een bepaalde marteling en de
periode waarin ze leefden kan men vinden in Reclams Lexicon der
Heiligen....
Met pijlen beschoten zijn: Christina,Kosmas en Damianus, Potentius, en
Sebastiaan.
Deze executiewijze was ook bij de Osmaanse Turken gebruikelijk.
Er zijn geen voorbeelden gezocht van de talloze heiligen die zijn
gegeseld, verbrand (behalve enkele bizarre gevallen) of onthoofd, want
daar is geen beginnen aan.
Dit is de waarheid en geen fabel**
** Factum, non fabula (het is een feit en geen verzinsel), Petronius 76.
gebraden en gevild door dit stuk verdriet.***
*** In het gedicht worden bij verschillende gelegenheden mensen gekookt
en gebraden.
Deze wreedheid is in de exempelliteratuur ook toegedicht aan
Diocletianus, romeins keizer 284-305, en Ezzelino III da Romano,
1194-1259, wiens wreedheden uitgebreid in allerlei kronieken zijn
eschreven. Ezzelino wordt verder verdacht van ketterse
sympathieën. Hij is in gevangenschap gestorven. Zie voor
Ezzelino
en de verderop genoemde andere tirannen en hun wreedheden de
exempelliteratuur genoemd door Harmening.
Gevild: Bartholomeus.
Gebraden: sommige heiligen zijn wel op bijzonder originele wijze gaar
gemaakt:
Christina is ingewreven met pek, olie en hars en in een ijzeren wieg
gebrand en overleeft daarna ook nog een verblijf van 5 dagen in een
gloeiende oven.
Eustachius is in een ijzeren stier verbrand.
Joris krijgt gloeiende laarzen aangetrokken.
|
111
Hij ving een heer, die heette Dan*
* Neef van Vlad en rivaal uit het geslacht Bassarab, volgens sommigen
een zoon of broer van de in het begin van het gedicht genoemde
Vladislav II, die in 1456 door Vlad is afgezet en gedood. Dan wordt
gesteund door de zevenburgse steden Brashov en Sibiu tussen 1457 en
1460. Zijn vader Vladislav II is samen met Hunyadi in 1447
medeverantwoordelijk voor de slachtpartij onder de naaste verwanten van
Vlad, met als voornaamste slachtoffers Vlads vader en oudste broer
Mircea.
In het voorjaar 1460 valt Dan met zijn partizanen Walachije binnen,
wordt verslagen en gevangen genomen en op bovengenoemde wijze ter dood
gebracht.
Van zijn leger ontsnappen 7 man, de moeders worden met de kinderen aan
de borst gebonden gespietst.
Naarmate de tijd verstrijkt worden de details gruwelijker: Vlad zou de
borstkas van de moeders hebben laten splijten, de kinderen met hun
hoofd naar binnen hebben laten stoppen en ze zo samen laten spietsen.
Vlad spietst 200 van Dans aanhangers en temidden van de stervenden en
de doden heeft hij gegeten en daarbij een ikoon als bord gebruikt.
|
121
en ook uit Zevenburgen*
* Uit angst voor vergeldingsmaatregelen van Vlad sturen Sibiu, Brashov
en het Burzenland eind april 1460 een delegatie van 55 gezanten onder
leiding van Johan Gereb, die moeten proberen te redden wat er te redden
valt. De angst is niet onterecht. Zie wat er verder gebeurt.
die hield hij vijf weken vast, en zij**
** In de maanden oktober-november 1469 laat Friedrich III Hongaarse
gezanten 5 weken wachten voor hij hen ontvangt. Deze lange wachttijd is
mogelijk een diplomatieke belediging.
vreesden, dat de boef hen zou spietsen en wurgen***
*** Kennelijk heeft Vlad bij een eerdere gelegenheid gezanten uit
Zevenburgen laten spietsen, als we een brief van Dan van 2 april 1459
mogen geloven, waarin deze schrijft "hoe de trouweloze Dracula...als
door een boze geest gegrepen...besloot enkele handelaren uit het reeds
genoemde Brashov en Burzenland en gezanten van aldaar, die in tijd van
vrede bovengenoemd Walachije waren binnengetrokken en om er hun brood
te verdienen begerig te grijpen en afgrijselijk wreed gevangen te
nemen, al de goederen en vermogen, dat ze bij zich hadden en gevonden
werd volledig van hen afnemend en in zijn dolle woede zijn
ongelooflijke wreedheid openbaarde, doordat hij zich niet tevreden
stelde met slechts de weggenomen goederen, maar diezelfde kooplieden en
gezanten wreedaardig en ellendig vermoordde en doodde door hen op palen
te spietsen..." Het gaat om 41 slachtoffers onthult Dan enkele dagen
later op 5 april in een volgende brief, waarin hij verder stelt: "Deze
dingen heeft hij (Vlad) waarlijk van de Duivel geleerd."
|
151
In Kroonstad*, in de voorstad
* Het huidige Brashov.
bij de kapel genaamd Sint Jacob**
** Deze kapel bestaat niet meer, heeft in de voorstad bij de
Gesprengheuvel in het noorden gelegen. Deze voorstad is de Altstad
(Martinsberg en Bartholomae), en ligt aan de toegangswegen naar de
stad, buiten de beschutting van de bergen, voornamelijk opgetrokken uit
houten huizen. Het is hier verboden om stenen huizen te bouwen, want
bij het naderen van de vijand moeten de houten wijken in brand gestoken
kunnen worden om het oprukken te bemoeilijken.
De hele buitenwijk*** ging in vlammen op
*** In deze buitenwijk van Brashov hebben ca.354 meierhoven gelegen,
bewoond door pachters en horigen. Deze hoven zijn eigendom van de rijke
kooplieden, die veilig achter de stadsmuren zitten. Zo hoopt Vlad hen
te treffen als vergelding voor de steun, die ze aan Dan hebben gegeven.
Het grootste deel van de wijkbewoners behoren tot de armen en armsten
van Brashov, voornamelijk verdeeld over Saksers en Hongaren. Roemenen
wonen hier nauwelijks (zie artikelen M. en P. Philippi).
|
161
de berg* boven de kerk, waar
* Volgens historici is dit op de Timpa (de Tinneheuvel) gebeurd. Deze
bergwand met uitzicht op Brashov is hiervoor echter veel te steil.
Waarschijnlijk heeft Vlad op een andere heuvel in de buurt een hapje
gegeten, namelijk de eerder genoemde Gesprengheuvel waarop de
bovengenoemde St.Jacobskapel heeft gestaan.
en appetijt ter plekke zijn ontbijt**
** Ook andere bronnen verhalen van de diners die Vlad bij diverse
gelegenheden organiseert temidden van de gespietsten. Dit gedrag is ook
toegeschreven aan Gaius Caligula, romeins keizer 37-41, en Alexander
Jannai (koning en hogepriester van Judea 105-77 v.Chr., een
meedogenloze Sadduceër, wellusteling en tiran, is aan koorts
gestorven, 49 jaar oud), en later ook aan de Russische tsaar Iwan de
Verschrikkelijke, 1530-1584 (Iwan zou de Povest o'Drakule, het Verhaal
van Dracula als politiek handboek hebben gebruikt) die pas kan eten,
als hij daarvoor mensenbloed heeft zien vloeien, en de Arabier
Haginghius (Hadji...?) heeft getafeld bovenop een berg stervende
mensen.
Volgens Hammer-Purgstall, Geschichte des Osm. Reiches I, 450 heeft
zelfs Janos Hunyadi, de nationale held der Hongaren een gastmaal onder
de doden georganiseerd.
Bij het overwinningsfeest van het Hongaarse leger, na de slag bij Broos
(1479) is uitgebreid getafeld boven op de lijken van de gesneuvelde
Turken, waarbij legeraanvoerder Pal Kiniszy ronddanst met een dode Turk
tussen zijn tanden geklemd. Deze charmante heer komen we verderop nog
een keer tegen.
De beschrijving van de massamoord op de bergen bij Brashov doet denken
aan de volgende bijbeltekst: Uw vlees leg Ik op de bergen, de dalen vul
Ik met uw afval. Ik drenk het land met uw lijkenvocht, met uw bloed tot
aan de bergen toe (Ezekiel 32:5-6)
De Duitse Dracula verhalen zijn geïllustreerd met houtsneden,
waarop de smikkelende Vlad geniet van het uitzicht op een dichte bos
gespietste slachtoffers. De wijze waarop deze slachtoffers zijn
afgebeeld doet sterk denken aan een afbeelding van de Hl.Achatius en de
10.000 martelaren (werden onder andere gespietst op doornstruiken en
gekruisigd) uit het Getijdenboek van Anna van Bretagne, uit het begin
van de 15e eeuw. Zie ook Christus tussen de 10.000 martelaren op een
Hongaars altaarstuk daterend tussen 1480-1490 (Ungarische
Nationalgalerie Budapest, Alte Sammlung, 1984, blz. 36-37).
Aan Vlads dodenmalen wordt herinnerd in het 16e eeuwse gedicht
Flöhatz van Fischart:
"Bei Wein und Brot, die man ehren muss
Und nicht verschimpfen durch Blutverguss:
da dacht ich an der Traculam.
Der unter Todten sein Mahl nam" (Stoicescu, 172)
Wijn en brood, zijn het lichaam en bloed van Christus.
|
171
om daarin te dopen zijne hand,*
* Pilatus, die zijn hand in water, in onschuld wast
Dit is de enige verwijzing naar een direct genoegen dat Vlad beleeft
door fysiek contact met bloed. Door het zien vloeien en het aanraken
van bloed wordt hij verkwikt, krijgt hij levenskracht, mentale en
fysieke energie. Sommige schrijvers hebben deze passage verkeerd
gelezen en begrepen en melden ten onrechte, dat Vlad zijn brood in het
mensenbloed heeft gedoopt.
Bloed heeft een magische en ook genezende werking. Een bad in
maagdelijk bloed heelt melaatsheid en Mathias van Ajello, de vizier van
drie opeenvolgende koningen van Sicilië in de XIIe eeuw baadt
in
mensenbloed om van zijn reuma af te komen (Ornella Volta, Le Vampire,
Paris, 1962 p. 66). In het bloed zijn ook de krachten en eigenschappen
van een schepsel aanwezig. Als men in aanraking komt met bloed dan
raakt men besmet met deze krachten en eigenschappen.
dan moest men onder het eten**,
** In dit gedicht worden de meeste moordorgiën tijdens
maaltijden
gehouden. Feestmaaltijden die tragisch verlopen spelen in Vlad's leven
een belangrijke rol:
- Hij wordt samen met zijn vader en zijn broertje Radu in 1442 gevangen
genomen tijdens of vlak na een feestmaal aan het hof van de Sultan,
waarbij zij de eregasten waren.
- Tussen 1449-1451 woont Vlad aan het hof van zijn oom Bogdan, de
voivode van Moldavië, die in oktober 1451 wordt vermoord na
een
feestmaal gehouden ter gelegenheid van zowel een doop als een huwelijk.
Vlad heeft dus genoeg ervaring uit de eerste hand om te weten, dat een
feestelijk banket de beste gelegenheid is om tegenstanders uit te
schakelen of valstrikken voor hen te spannen.
Ook van Stefan cel Mare wordt verteld dat hij in ongenade gevallen
bojaren bij voorkeur rechtstreeks van het banket naar het schavot heeft
gestuurd.
|
181
lachtte hij zich dan een breuk.*
* Lachen om de pijn van anderen bij martelingen kan ook een teken van
ongemak en zenuwen zijn. Lodewijk de XI van Frankrijk, een prominente
tijdgenoot van Vlad hangt bij voorkeur jonge jongens aan boomtakken op
(Florescu/MacNally) en "se dá‚álectait
á…á entendre les cris des victimes".
Een korte
bloemlezing uit de straffen die onder het bestuur van deze koning zijn
uitgesproken: levend villen, de de buik opensnijden, castreren en
onthoofden, ingewanden uitrukken en vierendelen: sodomieten en
geldvervalsers worden in hete olie gekookt; anderen worden de ogen
uitgestoken, oren en neuzen afgesneden, handen afgehakt. (Stoicescu,
185)
De favoriete straf van de Osmaanse sultan Mehmed II (*14311481) is het
doormidden zagen (Walachijse krijgsgevangen in 1462).
Sommigen brak men uit de mond hun tanden**
** tanden uitgeslagen: Appolonia, ook haar onderkaak wordt verbrijzeld.
en men hakte de ledematen af van anderen.***
*** ledematen afgehakt: Jacobus de Pers.
Het in stukken hakken, onthoofden, afhakken van ledematen, uitsteken
van ogen zowel bij dode als levende mensen heeft in de middeleeuwen ook
nog een functie over de grenzen van de dood heen: men gelooft dat de
ziel van de overledene in dezelfde conditie zou verkeren als het
lichaam dat hij heeft verlaten. Verminkingen zorgen voor een miserabel
bestaan in het hiernamaals en zijn daarom een extra straf voor de
terechtgestelde.
|
191
fielt* oren, lippen, neuzen snijden,
* Beheim gebruikt hier de term Knab (gezel, knecht). Andere benamingen
voor Vlad zijn Schalk, Schalkhaffte, aanduidingen voor zot en dwaas,
kwajongen, immoreel, zedeloos, trouweloos als tegenovergestelde van
edel, ridderlijk, mannelijk en verstandig.
|
201
om de tijd te doden en zich te ontspannen*
* Deze in de bovengenoemde 4 coupletten opgesomde gruwelen hebben zich
waarschijnlijk afgespeeld bij de vergeldings akties tegen Kroonstad
(Brashov).
|
211
de St.Bartholomeuskerk* doen verbranden
* De 13e eeuwse door cisterciënzermonniken gestichte
Bartholomeuskerk kan heden ten dage nog worden bewonderd in Brashov en
ligt in dezelfde wijk als de verdwenen St.Jacobskapel. Deze misdaad
alleen al is voldoende om Vlad volgens het geldende recht de doodstraf
te laten verdienen (Urkundenbuch VII, 4469)
De kerkenschender Dracula toont in Walachije tegenover de
Grieks-orthodoxe kerk een hele andere gezicht.
Hij sticht het klooster Comana (1460/1461) en een kerk te Tirgsor
(1461) beide gewijd aan St.Nicolaas, zijn patroonheilige. Verder bouwt
hij een kapel te Balteni ter nagedachtenis van de moord op zijn vader.
Ook in Constantinesti bouwt hij een kerk. Hij bedenkt de kloosters
Snagov, Cozia, Tismana en Cotmeana, evenals het Panteleimonklooster op
Athos met rijke schenkingen. Het klooster Snagov wordt door hem
versterkt en uitgebreid met voorzieningen.
|
221
Het dorp heette Zeiding*;
* Codlea.
De kapitein die er niet in slaagt dit dorp te veroveren heet Calin.
N.B. Calin is de roemeense naam voor Gelderse Roos. Pius II is de
enige, die de naam van deze ongelukkige officier noemt.
|
231
heeft Dracula hem vermoord.*
* Matyas Corvinus laat in 1464 na het mislukte beleg van Jajce
terechtstellingen uitvoeren in zijn leger.
In 1456 na de nederlaag bij Belgrado steekt Mehmed II in zijn woede
eigenhandig dienaren en slaven neer.
gereisd naar de Donau, richting Braila**
** Braila is de belangrijkste handelsstad van Walachije, zou zelfs meer
inwoners tellen dan de residentie Tirgoviste. De genoemde kooplieden
weigeren om Vlad's bepalingen ten aanzien van de handel in Walachije te
volgen. Zo negeren ze de in 1457 ingestelde stapelmarkten te Tirgsor,
Tirgoviste, Buzau en Braila.
Neagoe Bassarab (1512-1521) dreigt bijvoorbeeld de herders van Brashov
en Szeklerland die ondanks een door hem ingevoerd graasverbod toch in
Walachije komen met hun kudden gevangen te nemen en te doden en hun vee
in beslag te nemen. "Zeg niet dat ik u niet heb gewaarschuwd". De
inwoners van Brashov moeten vooral niet denken dat het land zonder
heerser was, maar dat er integendeel een waardige vorst regeert.
Overigens heeft de stad Brashov het recht om vreemde (lees Walachijse)
kooplieden die de rechten van haar kooplieden bedreigen "te spietsen,
hangen of hen te radbraken" (Stoicescu, 66, Iorga, Histoire 157-158).
In tegenstelling tot de conflicten met de Zevenburgers Saksers zijn de
handelsrelaties met de Turken tot het uitbreken van de vijandelijkheden
in 1461 uitstekend. Reden: Walachije maakt als vazallenstaat deel uit
van het Osmaanse handelsrijk en de Walachijse kooplieden hebben
algehele bewegingsvrijheid en dezelfde rechten en plichten als de
inheemse Turkse kooplieden. Er is algehele vrijhandel tussen de twee
naties. Geen enkele anecdote maakt melding van incidenten waarbij
Turkse kooplieden zijn betrokken.
|
241
hij ontnam hen hun have en bezit.*
* Zie reeds eerder gemelde handelsmaatregelen van Vlad, die door de
kooplieden zijn genegeerd. Verder moet Vlad zijn eigen onderdanen
schadeloos stellen, wier bezittingen door Brashov en Sibiu zijn
geconfiskeerd in de handelsoorlog en dat doet hij door zich te verhalen
op de Zevenburgse kooplieden. Volgens een brief van Dan van begin april
1459 gaat het echter om 41 kooplieden.
Het is niet bekend hoe groot de schade is, die de kooplieden door Vlads
optreden hebben geleden, evenmin is er geen opgave van de schade als
gevolg van zijn acties in Transsylvanië.
Omgekeerd hebben de Walachen ook schade geleden omdat hun goederen in
Transsylvanië in beslag zijn genomen. Vlad zelf heeft verlies
geleden aan gederfde inkomsten uit zijn leengoederen in
Transsylvanië en de door Matyas Corvinus van door Vlad gedode
bojaren geconfiskeerde geldbedragen. Hoe groot de schade aan Walachijse
kant is geweest is ook niet bekend. Wel verplichten Brashov en het
Burzenland zich bij de in oktober 1460 gesloten vrede om Vlad een
schadevergoeding van 15.5000 goudguldens te betalen in drie termijnen
binnen een jaar. In 1462 hebben ze hiervan nog maar een bedrag van 4000
goudguldens aan Vlad terugbetaald. Men zou hieruit kunnen opmaken, dat
de schade geleden aan Walachijse kant uiteindelijk hoger is geweest dan
die geleden door de tegenpartij.
Een mogelijke reden voor de instelling van het stapelrecht door Vlad
kan men omschreven vinden in een klacht van Bassarab Tzepelus vele
jaren later: de kooplieden uit Brashov betalen de vastgestelde prijzen
van de in Walachije gekochte waar niet op de afgesproken termijn.
Daarom kunnen de Walachijse kooplieden van hun kant de Turkse kooplui,
die deze waar leveren niet afbetalen en moeten ze op bevel van de
sultan geboeid aan de Turken worden uitgeleverd. Verder is er het
verbod voor Walachijse handelaren om in Transsylvanië goederen
door te verkopen aan andere kooplui uit Hongarije. Het monopolie berust
bij Brashov. Ook worden de toltarieven onaangekondigd verhoogd. Om deze
redenen bepaalt Tzepelus dat handelswaar uit Transsylvanië aan
de
grens moet worden verkocht aan Walachijse kooplieden (Urkundenbuch VII,
4223). Ook Radu cel Frumos klaagt, dat de Turken zijn kooplieden
bedrukken omdat Brashov in gebreke blijft bij het betalen van schulden
aan Walachije.
|
251
en de mensen zijn erin gekookt, de armen*
* Het koken in een ketel met olie azijn, water of lood is vaak het lot
van valsemunters.
Gekookt in ketels met olie of water: Cecilia, Fausta, Felicitas en haar
7 zonen, Joris en Juliana (beiden in kokend lood), Justina en Cyprian
van Antiochië (beiden in ketel met pek).
Met kokend lood, olie of pek zijn overgoten: Cyriakus, Lucia.
In kokende olie geworpen: Vitus.
|
261
naar Zevenburgen, naar Talmetz* deze keer,
* Talmetz, grensstad met vesting is Hongaarse tolstad, ligt aan de Olt.
Vlad verwoest bij deze aktie ook de burchten Landskroon en de Rode
Toren. Deze burchten zijn in 1453 door Ladislaus Posthumus aan Sibiu
geschonken. Sibiu verleent steun aan Vlad Calugarul, een halfbroer en
mededinger van Vlad Tzepesh.
Mogelijk vindt deze vergelding plaats op 24 augustus 1460.
De burchtheren van de Transsylvaanse tolvestingen hebben de Walachijse
handelaren vaak lastig gevallen met onrechtmatige heffingen. Zie in het
Urkundenbuch de klachten van de Walachijse prinsen bij de
Transsylvaanse authoriteiten ten behoeve van hun beroofde onderdanen.
Met name de kasteleins van het kasteel Bran zijn berucht om hun
chicanes.
|
271
noch Nero* zijn ooit zo ver gegaan
* Vlad wordt hier op een lijn gesteld met de kindermoordenaars Herodes
I Acalonita de Grote, koning van Judea (73-4 v.Chr) en de grote
Romeinse christenvervolgers; hij is zelfs nog erger; hij is
antichristelijk. Herodes heeft behalve onnozele kinderen ook nog enkele
van zijn echtgenotes (onder andere Mariamne) en zonen vermoord. Hij
heeft zich slechts kunnen handhaven door met zijn meedogenloos militair
apparaat opstanden op bloedige wijze te onderdrukken. Ook zijn zware
belastingen hebben hem weinig geliefd gemaakt bij zijn onderdanen.
Verder is Herodes een competent bestuurder geweest.
Nero (eigenlijke naam was Lucius Domitius Ahenobarbus, regeert van
54-68) heeft de Christenen bij voorkeur gespietst. Hij heeft verder
zijn moeder Agrippina, zijn broer Britannicus en zijn vrouw Octavia
omgebracht.
Diocletianus (Gaius Valerius Aurelius Diocletianus) keizer van Rome
(284-305) heeft de Christenen met name in de jaren tussen 303-305
vervolgd.
Andere christenvervolgende keizers zijn geweest:
Decius (249-251) en Valerianus (253-260).
Christenen zijn door de Romeinen onder meer beschuldigd van rituele
kindermoord en het koesteren van "Haat tegen de mensheid" (odium
generis humani).
In de 20e eeuw zou Vlad Dracula geen gek figuur slaan temidden van
keizer Jean Bedel Bokassa (Centraal-Afrikaanse Republiek); Idi Amin
Dada (Oeganda), die beiden onder andere van kannibalisme zijn
beschuldigd; Papa Doc (Haiti), die met voodoo de angst erin heeft
gehouden bij zijn onderdanen; A.Stroessner (Paraguay); Sadam Hoessein
(Irak); Jozef Stalin (USSR); Pol Pot en de Rode Khmer (Cambodja); Adolf
Hitler (Duitsland) en de Eik der Karpathen, Nicolae Ceausescu
(Roemenië). De lezer kan deze opsomming naar believen
aanvullen
met zijn favoriete dictator.
en wreed pekelen hunne kwetsuren**
** pekelen: Joris werd zout in de wonden gewreven.
In sommige versies wordt verhaald, dat Vlad van zijn Turkse
krijgsgevangenen de voetzolen laat villen, deze met zout heeft
ingewreven en vervolgens door geiten heeft laten aflikken.
|
281
Velen zijn geroosterd en geheel verkoold*
* geroosterd: Vitus (op gloeiend rooster gelegd), Laurentius (idem),
Fides (idem).
Velen zijn gekookt, velen is het vel afgestroopt**
** gekookt en gestroopt zie reeds eerder genoemde martelaren die in
olie, pek of water zijn gekookt en gevild. Varianten op het villen is
de huid verscheuren met nagels en wolkammen: Blasius, Margaretha.
gegooid en verdronken in de gier***
*** geworpen in privaten: heiligen die in de Cloaca Maxima te Rome zijn
geworpen waren Sebastiaan, Felicula.
aan de haren opgehangen****
**** aan de haren ophangen: Euphemia, Juliana.
Velen zijn met de voeten op wrede manier*****
***** aan de voeten ophangen: Dorothea, Agapetus (boven vuur)
|
291
en stenen gooien naar het lijf*
* gestenigd: 10.000 martelaren, Kosmas en Damianus, Mathias, Pelagius
en Philippus.
|
301
Zekerheid of toeverlaat kon je wel vergeten*
* Beheim schetst hier een beeld van een toestand van permanente onrecht
in Walachije onder Vlads bewind. In latere kronieken (als hij allang
"veilig" dood is) echter wordt zijn wreedheid in een adem met zijn
rechtvaardigheid genoemd. Bonfinius heeft het over "inaudite crudelitas
et iustitie Draculam fuisse memorant." Zie verder ook Harmening over de
16e eeuwse exempelliteratuur, waarin Dracula behalve als wreed,
bloeddorstig, tiranniek en streng ook als trouw en geloofwaardig,
standvastig, eerlijk, dapper en oprecht wordt omschreven. Maar dan
levert hij allang geen gevaar meer op voor zijn medemensen.
Men rukte de darmen uit bij velen**
** uitgerukte darmen: Erasmus, Ernst, Reparata.
met knoeten, kegels en kolven.***
*** ingeslagen en gespleten schedels: Benedikta.
dwars door de gehele pens****
**** nagels zijn geslagen in: Christina, Fausta, Ferreolus, Joris.
|
311
Verscheidenen werden geworpen uit blijden*
* Cazacu vertaalt hier: velen werden van hoge daken gegooid!!!
schoot. Wat hebben ze toch moeten lijden**
** Beheim doet voorkomen alsof al deze mensen zonder enige reden zijn
gedood. Nicolaas van Modrussa schrijft in 1464 dat mede als gevolg van
de wisselende Hongaars-Turkse invloed in Walachije het land in een
maatschappelijke chaos is geraakt, waarbij anarchie, strijd en misdaad
hoogtij vieren. Ook de Roemeense versies van de Draculaverhalen
benadrukken de algemene onveiligheid en misdaad die in het land heersen
als Dracula aan de regering komt, en die hij met alle middelen tracht
te bestrijden. Extremis malis, extremis remedia.
Andere tijdgenoten, die over de machtstrijd en anarchie in het 15e
eeuwse Walachije schrijven zijn Eneas Sylvius Piccolomini (paus Pius
II) en Nicolaus Olahus bisschop van Esztergom, achterneef van Vlad.
Dat Vlad Dracula's wrede strafoefeningen tot de toenmalige geldende
rechtsgebruiken in Hongarije en Transsylvanië horen blijkt uit
de
brief, die Matyas Corvinus op 19 november 1466 schrijft aan de
bestuurders en bewoners van Transsylvanië om tegen een bende
criminelen op te treden met "palen, raden, galgen en andere
folterwerktuigen, die algemeen gebruikt werden op te richten, om
boeven, grafschenners en lijkenrovers, brandstichters, moordenaars,
gifmengers en welke andere soorten misdadigers in die omgeving van
Zentagatha in het openbaar en op heterdaad werden betrapt op de plek
van de misdaad lijfelijk gevangen te nemen en gevangen te houden,
volgens de geldende rechtsregels voorschrijven met de strop op te
hangen, te radbraken, te onthoofden en te verbranden overeenkomstig hun
misdaad en met elke andere verdiende straffen te doden en vernietigen,
zowel de hele groep als de enkeling." (Cazacu, 1979 blz. 88-89)
In Brashov toegepaste straffen: brandstichters worden verbrand,
moordenaars achter paarden voortgesleept tot de dood, spionnen en
verspieders gevierendeeld, inwoners uit Walachije en andere
vreemdelingen en Turken onthoofd, vrouwen levend begraven. Deze
straffen evenals het ook in Brashov toegepaste spietsen worden door
zigeuners uitgevoerd.
|
321
naar beneden geworpen en ter aarde gesmakt*
* van grote hoogte gooien: Calixtus, Jakobus de Jongere, Maximus.
en ook in diepe bronnen en wateren gekwakt**
** verdrinken (de meeste heiligen krijgen een molensteen om de hals
mee): Blasius, Caesaris (in een zak gebonden), Calixtus, Christina
Florian, Quirinus van Siscia en Quirinus van Tegernster, Sigismund.
10.000 martelaren.
In Walachije worden betrapte stropers in de vorstelijke viswaters
verdronken.
Hij heeft hen voeten en ook handen afgeslagen***
*** afhakken van handen en voeten: Ernst.
Menigeen heeft hij in mootjes gehakt****
**** in mootjes hakken: paus Alexander I.
|
331
met het hoofd in laten steken*
* Bij gelegenheid van Dan's nederlaag in 1460, zie boven.
De verwijzing naar de moord op de onnozele kinderen is hier heel
duidelijk.
Stefan de Grote de alom geëerde neef van Vlad, een van de
grote
roemeense nationale helden in 1470: "shed much blood...and left not
even the unborn babes alive, but cut their mothers' wombs and took them
out" (Stoicescu, 186). Tegenwoordig wordt de regeringsperiode van
Stefan ook wel omschreven als de Moldavische Renaissance. Enkele
kloosters door hem gebouwd zijn verheven tot Unesco wereldmonument.
|
341
Waarna hij haar de borsten afsneed*, die hij
* afgesneden (of verscheurde) borsten: Afra, Agatha, Barbara, Christina
en Reparata. Van Dorothea zijn de borsten met fakkels verbrand
aan hun mannen als lekkernij**
** "Ik zal in uw midden gerichten voltrekken voor de ogen der volken.
Ik zal wegens al uw gruwelen aan u doen, wat Ik nog nooit gedaan heb en
nooit meer doen zal. Daarom zullen vaders in uw midden hun kinderen
opeten en kinderen zullen hun vaders opeten (Ezekiël 5:8-10)
In de benardheid en benauwdheid, waarmede uw vijanden u kwellen, zult
gij de vrucht van uw eigen schoot eten... (Deuteronomium 28:53-54)
De handen van teerhartige vrouwen kookten haar kinderen; deze ware haar
tot spijze (Klaagliederen 4:10) Ook zal ik hen het vlees van hun zonen
en dochters doen eten, zij zullen elkanders vlees eten in de benardheid
(Jeremia 19:9)
En ik zal uw verdrukkers hun eigen vlees doen eten, en van hun eigen
bloed zullen zij dronken worden als van jongen wijn (Jesaja 49:26)
De tiran Cysenis (?) heeft ouders gedwongen om hun kinderen te eten.
Mensenvreterij is ook toegedicht aan de Mongolen van Djengis Khan.
Verderop in het gedicht zijn meer gevallen van gedwongen anthropofagie.
Vanuit de joods-christelijke traditie is het eten van
mensenvlees
een grotere zonde dan moord en staat gelijk aan sodomie en
bestialiteit. Door iemand op te eten verhindert men de feitelijke
wederopstanding van het vlees op de jongste dag. Vlad zelf bedrijft
geen anthropofagie, maar volgens de salische wetten van Karel de Grote
is ook het aanzetten tot het eten van mensenvlees, een misdaad, die met
de dood moet worden bestraft (R. Tannahill) Ketters en heksen worden in
de middeleeuwen ondermeer beschuldigd van het eten van mensenvlees. In
feite wordt Vlad gelijkgesteld met een ketter of of duivelaanbiddende
tovenaar. In de 15e eeuw is menseneter het ergste scheldwoord denkbaar
naast sodomiet en ketter.
De term kannibaal is een verbastering van Caraibe en komt pas in de 16e
eeuw in gebruik na de ontdekking van de Nieuwe Wereld.
Wat te denken van de beweringen van Sint Johannes Guldenmond, dat men
niet terug hoefde te deinzen voor het eten van mensenvlees en het
drinken van mensenbloed, "want opdat de discipelen niet van afschuw
vervuld zouden zijn, dronk Christus eerst zijn eigen bloed en leidde
hen zo zonder angst of vrees tot de gemeenschap van zijn mysterium"
(R.Tannahill, 87, zie Hfst 3 voor de kannibalistische achtergrond van
de christelijke eucharistie).
Tijdens de culturele revolutie in China zouden Rode Gardisten hun
tegenstanders uit politieke overtuiging hebben opgegeten.
Anderen werden samengeperst en geplet***
*** samenpersen en pletten: Euphemia tussen stenen; Viktor van
Marseille onder een zware steen; Vitus tussen ijzerplaten.
|
351
als hagedissen, padden en kikkers*.
* Kikkers of padden. In Zuid-Duitsland heeft tot in de 19e eeuw een
oude gewoonte geheerst om gedurende 30 dagen vanaf 15 augustus padden
te vangen en deze te folteren, onder andere door ze aan de achterpoten
aan bomen te hangen of op een houtje (of scherpe palen van hekken en
omheiningen) te spietsen om ze een langzame dood te doen sterven.
Beheim en de schrijvers van de Duitse pamfletten gebruiken de
vergelijking tussen de stervende slachtoffers van Vlad en de gefolterde
reptielen en amfibieën zo overtuigend, dat men hen er kan
verdenken de genoemde gruwelijke Duitse volksgewoonte uit eigen
ogenschouw te kennen (vergelijk ook Harmening).
Het kronkelen doet ook denken aan de Duitse uitdrukking
Krötentanz. Krötentanz: "nennt man figurlich eine
schlechte
Regierung, die aus lauter bá”ásen
Rá„áten besteht unter unter welcher das
Laster
empor komt und die Unschuld unterdrückt wird" (Sloet, Dieren
blz
353-354); deze beschrijving is zeer wel van toepassing op Vlads
regering zoals verderop door Beheim beschreven.
|
361
Joden*, Heidenen**, Zigeuners*** ach,
* Joden worden meestal in een adem genoemd met andere
categorieën
slachtoffers van Vlad. Er zijn echter geen anecdotes bekend waarin
Joden in het bijzonder voorkomen. In 1476 neemt Stefan cel Mare de in
Moldavië rondreizende joodse kooplieden uit het Osmaanse Rijk
gevangen en perst hen de man 1000 aspers af onder dreiging hen het
rechteroog uit te steken, oren en handen af te snijden. Ongelukkigen,
die niet kunnen betalen worden op deze en andere wijze verminkt (Elia
ben Alkana Capsali, Turkse Kronieken š1523). Deze wreedheden
zijn tot voor kort op het conto van Vlad geschreven. Overigens is het
Osmaanse Rijk in deze jaren voor de Joden het paradijs vergeleken met
het christelijke Europa. Vele Joden emigreren opgeroepen door
hun
geloofsgenoten aldaar naar het Rijk van de Sultan.
** Heidenen, een ander begrip voor zigeuners, waarschijnlijk hier
gebruikt om de Turken mee aan te duiden.
*** Zigeuner. Deze naam komt uit het Bulgaarse acigane via het Hongaars
naar de westeuropese talen. De oorsprong zou het byzantijnse atsinganoi
zijn, een benaming voor een groep Onaanraakbaren in
Westanatolië.
Zigeuners komen oorspronkelijk uit India (mogelijk ook daar behorende
tot de onaanraakbaren, paria's?). Ze worden in de loop van de 15e eeuw
steeds vaker beschouwd als bondgenoten en spionnen voor de Turken. De
orthodoxe Walachen beschouwen het doden van Joden, ketters en Turken
niet als een zonde, en in hun visie telt dat minder dan het doden van
een mens, waarmee men een rechtgelovige bedoelt.
|
381
ons lang geleden gegeven door de roomse keizer,*
* Sigismund van Luxemburg, koning van Hongarije sinds 1392 (in 1434
Rooms-Keizer, sterft in 1437) verleent in 1417 te Lindau en later in
1423 te Zips genoemde vrijgeleide aan de zigeuners (Moorman van Kappen,
Geschiedenis der Zigeuners in Nederland, Assen, 1965, p.23 en 38),
Zigeuners hebben inderdaad met exact dezelfde smoes als hier genoemd
geprobeerd in 1422 in Bologna zich aan straf voor diefstal te
onttrekken (Moorman van Kappen, blz 43). Het betreft hier zigeuners,
die Walachije waarschijnlijk vanuit Hongarije/Zevenburgen zijn
binnengekomen en niet de inheemse zigeuners, die in dorpen wonen en
daar hun eigen gemeenschappen vormen. Deze Walachijse zigeuners zijn
lijfeigenen en eigendom van de voivode, de kloosters en grote landheren
en werken voornamelijk als handwerkslieden, paardefokkers, smeden (en
beulen).
Vlad weigert het privilege te erkennen, want dat is een inbreuk op zijn
almacht en souvereiniteit.
|
391
het vlees en ook de knoken*
* Andere tirannen die hun slachtoffers tot menseneten hebben weten te
dwingen zijn behalve de reeds eerder genoemde Cysinus, Ptolemeus
Lahurus (koning van Egypte 117-106 v.Chr) en Ptolemeus
Physicon
(koning van Egypte 171-117 v.Chr). Pal Kiniszy, held, Hongaars
legeraanvoerder en groot Turkenbestrijder heeft in 1494 het garnizoen
van de vesting Belgrado gevangen genomen, op verdenking de vesting aan
de Turken te willen verraden. Pal Kiniszy heeft de mannen gefolterd en
gedwongen elkaar op te eten (hij heeft ze gebraden aan elkaar
opgediend), de laatste die overbleef heeft hij dood laten hongeren.
(Bonfinius V,III 731).
hen zoals hij gewoon was te doen**
** Ook Piso heeft in Spanje voor zijn plezier tussen de terechtgestelde
doden gewandeld en dit als een vorstelijk tijdverdrijf beschouwd.
Cnaeus Calpurnius Piso een harde zelfbewuste man, is consul 7 v.Chr.,
gouverneur van Syrie 17 A.D geweest en is in het jaar 20 gedwongen
zelfmoord te plegen.
Ferdinand (Ferrante) koning van Napels (1423-1494) heeft de
beminnelijke gewoonte om zijn politieke vijanden te laten mummificeren,
nadat hij hen heeft vermoord en hen in een koninklijk museum te
plaatsen, waar hij hen aan zijn gasten toont (Florescu/McNally).
Deze charmante heer is vanaf 1476 de schoonvader van Matyas Corvinus.
|
401
in een groot lijkenwoud* bij elkaarin een groot
lijkenwoud* bij elkaar
* Het woud der gespietsten: in Turkse bronnen genoemd als de "Tuin der
Palen" omheind door doornenhagen en hekken, waarin palen zijn verwerkt.
Aan de bomen die in deze tuin staan hangen aan bijna elke tak doden.
Turkse namen voor Vlad: Kaziklubey, de Vorst der Palen en Kapuluk, de
Spietser.
Vlad noemt deze plaats: "Het plein waar de doden een ommetje maken",
een soort promenade des doods.
Niet alleen Beheim wijst er diverse malen op dat Vlad graag tussen zijn
dode en stervende slachtoffers vertoeft.
Ook de Duitse, Russische en Roemeense anekdotes maken hiervan melding.
In de vorstenspiegel Secretum Secretorum staat geschreven, dat het voor
een vorst beter is om te zijn als een "roofvogel temidden van de
kadavers, dan een kreng omringd door de roofvogels." Vlad neemt deze
beeldspraak wel erg letterlijk op.
De dodentuin van Vlad sluit verder aan bij de Roemeense opvattingen
over het lot van de sterfelijke mens. De mens is een bloem (het leven)
die wordt geplukt door de Dood, die deze bloem vervolgens in haar tuin
(de begraafplaats) plant, echter niet om te bloeien, maar om te rotten.
Zoals om elke tuin, is ook om de Gaarde van de Dood een hek, maar zij
die binnentreden, keren niet terug. In deze tuin groeit geen leven,
maar rotten de doden (Kligman, Wedding, blz 30/31 en 199)
Er zit nog een andere kant aan het wandelen onder de doden. De
middeleeuwer heeft een heilige vrees voor de doden. Men gelooft dat de
doden in hun graven letterlijk verder leven en zich manifesteren aan de
levenden. Ze kunnen uit hun graven klimmen, tonen zich aan de levenden
en spreken met hen, zorgen ook voor geestverschijningen (zijn soms ook
afgezanten van de duivel of demonen); de duivel neemt bezit van het
lijk. De begraafplaats is het territoir van de duivel. Om zijn macht
uit te bannen en de doden tegen hem te beschermen moet de begraafplaats
worden gewijd, maar dat biedt geen volledige garantie.
Als een gewijde dodenakker al tot het werkterrein van de Duivel
behoort, dan zijn ongewijde plaatsen zoals galgenbergen en
executieplaatsen, waar de doden niet worden begraven maar aan de
elementen overgeleverd zeker zijn speelterrein. Normale mensen mijden
deze desolate plekken van verdoemenis zoveel mogelijk. De beschrijving
van deze duivelse dodengaarde als Vlads oord van verpozing heeft bij de
15e eeuwer nog heel wat meer huivering en ontzetting gewekt dan bij de
gemiddelde 20e eeuwer, voor wie de duivel en hel geen realiteit meer
zijn.
De laat middeleeuwse preoccupatie met de dood vindt zijn weerslag in de
ars moriendi, de transi (grafkunst, waarbij rottende kadavers worden
getoond) de danse macabre, de uitgebreide rituelen om de doden te
herdenken. Door de mensen niet op ordentelijke wijze te laten begraven
zorgt Vlad er voor dat de doden geen rust vinden en een miserabel
bestaan hebben in het hiernamaals. Zo heerst er ook het geloof, dat
mensen die niet op ordentelijke wijze zijn begraven of wier graven
worden geschonden geen deel hebben aan de herrijzenis op de Jongste
Dag. (Aries, 42-45).
Verder toont Vlad door regelmatig tussen zijn slachtoffers te wandelen,
dat hij de doden niet vreest en daarmee ook niet de Dood zelf. Vanwege
de magische kracht die aan het kadaver wordt toegeschreven is wordt de
dode sinds de 12/13e eeuw in de Noord- en Westeuropese
begrafeniscultuur steeds meer aan de blikken onttrokken. Het gelaat
wordt bedekt, het lijk wordt geheel gewikkeld in een lijkwade, doeken
en in een gesloten kist begraven.
Ook in de huidige Roemeense plattelandscultuur wordt de dode als
gevaarlijk beschouwd. Op het ogenblik dat iemand sterft worden zijn
ogen door de aanwezige vrouwen gesloten of toegedekt om te voorkomen
dat op dat cruciale moment zijn blikken zich kruisen met de aanwezigen
en hij hen zo tegen hun wil met zich meetrekt het dodenrijk in
(Bernabá‚á, 44).
Na een sterfgeval moet de woning ritueel gereinigd worden en ook
degenen die op een of andere wijze betrokken zijn bij de voorbereiding
van de begrafenis vallen onder allerlei taboes en verboden, want de
dood is besmettelijk. Zelfs degenen die afscheid nemen van de dode en
hem komen bekijken lopen gevaar (Bernabé 38)
Het is zeker niet alleen de afschuw voor de stank, die de anonieme
bezoeker Vlad doet waarschuwen tegen het rondwandelen onder de doden.
De plek is in alle opzichten ongezond.
Vlad wandelt letterlijk in de vallei des doods, en vreest niet. Hij
toont zijn macht over de doden en de Dood en maakt hiermee indruk op
vriend en vijand, die hij angst aanjaagt.
Vlad onderdrukt zijn eigen angst voor de dood door middel van het
geweld dat hij anderen aandoet.
N.B. Weerwolven, heksen en tovenaars vertoeven graag op kerkhoven en de
Duivel houdt bij voorkeur zijn danspartijen met zijn aanhangers op
galgebergen en galgevelden.
Met betrekking tot het genieten van de stank door Vlad:
Zie ook de bespreking van G. Bataille, De tranen van Eros in de
Volkskrant van 2-1-1987, waaruit dit volgende fragment: "Zo beschrijft
hij (in Histoire de l'oeil) hoe na een orgie de kamer is gevuld met
'een lucht van bloed, sperma, urine en braaksel die mij van afgrijzen
deed terugdeinzen."
Vlad ondergaat de stank en de dood met een zekere erotische wellust.
Zie de de verderop volgende opmerkingen over de necrofiele zijden van
de 15e eeuwse doodsbeleving.
Verder uit bovengenoemde bespreking:
"De erotiek, waarin de wellust tot enig doel is verheven, vormt een
doorbreking van de rationele orde, waarop onze beschaving berust.
Terwijl de beschaving noodzakelijkerwijs gericht is op beteugeling,
nut, en planmatigheid (waarbij aan arbeid de hoogste waarde wordt
toegekend), is de erotiek juist gericht op verspilling, ontketening,
losbandigheid. De mens die zijn lusten gehoorzaamt, luistert niet meer
naar zijn verstand; hij vergeet zichzelf en doorbreekt zo de grenzen
die hem door de beschaving worden gesteld. Bataille ziet hierin een
onmiskenbaar gewelddadig element, dat zijns inziens vooruitloopt op het
ultieme geweld dat voor ieder van ons de dood vertegenwoordigt. Niet
voor niets wordt het hoogtepunt van de seksuele vervoering 'de kleine
dood' genoemd. Wellust en dood hebben alles met elkaar te maken."
Het beeld van Vlad gepresenteerd in dit gedicht is dat van een man die
zich in alles door zijn lusten en hartstochten laat leiden, daarbij
mensenlevens verspillend, losbandig en met wellust genietend van het
lijden dat hij aanricht (de term sadisme is voordat de geschriften van
de 18e eeuwse Markies de Sade onze wereld verrijken nog niet bekend);
verstand en rede zijn bij hem ver te zoeken; hij opereert buiten de
grenzen van de beschaving, is een woesteling en barbaar. In visie van
zijn tijdgenoten moet een dergelijk mens zich wel aan de duivel hebben
overgeleverd of op zijn minste gek zijn. Maar ook de oorzaak van
krankzinnigheid moet worden gezocht in demonische bezetenheid.
In hoeverre zou necrofilie gebruikt kunnen worden als verklaring voor
Vlads voorliefde voor dood en verrotting? De late middeleeuwen kennen
naast een sterke levensdrang ook een sterke necrofiele gerichtheid,
voortvloeiende uit de apocalyptische pestepidemieën, die
Europa
sinds de 14e eeuw teisterden.
In de 15e eeuw heerst een grote fascinatie voor de dood en verrotting
in het algemeen. Een voorbeeld hiervan zijn de transi in de grafkunst
waarbij ontbindende kadavars tot in de details worden uitgebeeld.
Ook in deze tijd begint de relatie dood-erotiek op te komen, die in de
16e eeuw in de kunst verder zal worden uitgewerkt om in de 18e-19e eeuw
een hoogtepunt te bereiken. In de 15e eeuw echter is deze relatie nog
geen uitgesproken thema, het leeft onderhuids maar zeker niet minder
intens beleefd. De obsessie met de lichamelijke ontbinding is een
reactie op de buitengewone zinnelijkheid van de eeuw (Aries, 374;
Huizinga, 136-139)
Geliefd thema waarin erotiek-dood wordt uitgebeeld: beelden van jonge
schone vrouwen, die aan de achterzijde een kadaver waren vol wormen,
padden en slangen.
De "dodendans der vrouwen" als voorloper van de erotische symboliek in
de 16e eeuwse kunst waarbij jonge weelderige vrouwen worden afgebeeld
in de omarming van de knekelman (Huizinga, 141-142)
Zedeprekers en dichters schilderen met wellust de vergankelijkheid van
de lichamelijke (lees vrouwelijke) schoonheid, die in alle
weerzinwekkende details wordt opgenoemd (Huizinga, 136; Aries, 111,
120-121), met als doel afkeer van wellust en erotiek op te wekken.
Schoonheid en jeugd (seksualiteit en erotiek) zijn vergankelijk en
worden onherroepelijk gevolgd door ontbinding. Verrotting is de
toestand van de dood en de dood is het gevolg van de erfzonde. Dit
beeld van verschrikking in combinatie met schoonheid heeft de
zinnelijke aangelegde 15e eeuwer tot het diepst bewogen. "In the midst
of health and youth, the enjoyment of things was tainted by the sight
of death. At this point death...became carrion, corruption...physical
death, suffering and decomposition" (Aries, 138). De laatmiddeleeuwse
midlifecrisis was sterk verbonden aan het idee van sterfelijkheid en
verlies van wereldse goederen en geneugten.
Beroemde middeleeuwse liefdesverhoudingen met necrofiele inslag: De
geschiedenis van Pedro I (De wrede),(19-4-1320/18-1-1367) koning van
Portugal tussen 1357-1367. Pedro heeft een buitenechtelijke verhouding
met Inez de Castro, hofdame van zijn vrouw zeer tegen de zin van zijn
vader en hoge hofedelen. Inez is in 1355 vermoord. Als Pedro in 1357
wordt gekroond laat hij haar opgraven en met veel pracht en praal
herbegraven. Volgens latere overleveringen zou Pedro bij die
gelegenheid het lijk hebben gekroond en naast hem op de troon hebben
laten zetten en de rijksgroten hebben gedwongen haar hand te kussen.
Een andere bekende geschiedenis is die van Johanna van
Castilië,
bijgenaamd de Waanzinnige (6-11-1479/12-4-1555) gehuwd met Philips de
Schone van Bourgondië. Na de dood van Philips in 1506 reist
Johanna met het lijk van haar man door Spanje. Ze weigert hem te
begraven, want ze gelooft niet in zijn dood. Ze zou reeds lang voor
zijn dood tekenen van verstandsverbijstering hebben getoond.
Er zit in de Roemeense begrafenisgebruiken ook een macaber tintje. Na
een vastgesteld aantal jaren graven de nabestaanden de overledene op om
vast te stellen hoever het ontbindingsproces is gevorderd, want daaraan
kan men zien of de ziel inderdaad is afgereisd. Als het
ontbindingsproces niet naar behoren is verlopen, dan woont de Duivel in
het lijk en worden er uitdrijvingsrituelen toegpast om de demon te
verdijven zodat de ziel alsnog wordt bevrijd. De beenderen worden
gereinigd van vleesresten, gewassen met water en wijn en in een
plechtig ritueel herbegraven. Ditzelfde gebruik kenden ook de Grieks
Byzantijnse monniken. Hoe anders is het gebruik om op Westeuropese
begraafplaatsen de graven na verloop van tijd te ontruimen en de botten
in een knekelhuis of andere daarvoor bestemde ruimte op te slaan
|
411
bezit en goed van zijn naaste*
* Zie ook de (apocriefe) bijbelteksten:
Wee hem, die zich verrijkt met wat niet van hem is...Wee hem, die
onrechtmatig gewin bijeenbrengt...(Habakuk 2:6-)
Verlaat u niet op onrechtvaardig goed: want het helpt niet als de
aanvechtingen zullen komen (Jezus Sirach 6:10)
God geeft aan de vromen goederen, die blijven en wat hij geeft gedijt
altoos (Jezus Sirach 12:15-16)
Wie zijn huis bouwt met het goed van andere lieden, vergadert zich
stenen tot zijn graf (Jezus Sirach 22:9)
Want terwille van ijdele goederen doen velen onrecht, en wie rijk
willen worden wenden de ogen af (Jezus Sirach 27:1-2)
Wie van onrechtvaardig goed offert, diens offer is een bespotting; maar
zulk een bespotting der goddelozen behaagt God in het geheel niet. De
gaven der goddelozen behagen den Hoogste in het minst niet, en de
zonden zijn niet te verzoenen met vele offers (Jezus Sirach 34:21-24)
Alle geschenken en onrechtvaardig goed moeten ondergaan, maar de
waarheid blijft eeuwig...(Jezus Sirach 40:12-14)
"De male queasitis non (vix) gaude tertius haeres: van onrechtvaardig
verkregen goed zal zelfs de derde erfgenaam geen plezier hebben".
|
421
verbrokkelde* de verdorven druiloor
* Deze eetgewoonte wordt tot op heden nog in ere gehouden in
Roemenië, in 1987 zag ik het met eigen ogen.
uit de soep met zijn lepel op,**
** Dit is alleen maar mogelijk indien Dracula en de pastoor samen uit
dezelfde soepkom hebben gegeten. Gezamenlijk van een bord eten is in de
middeleeuwen niet ongewoon, en wordt in veel landen nog gedaan, onder
andere nog in afgelegen plattelandsdorpen in bepaalde streken in
Roemenië (Kligman, Wedding...)
In The Travels of Makarius wordt ook beschreven hoe in de 17e eeuw de
voivode van Walachije samen met zijn gast, de rondreizende
patriarch van Antiochië Makarius uit een bord eet en uit een
beker
drinkt.
Vergelijk ook het Roemeense gezegde "Steek uw lepel niet in vreemde
schotels"
Volgens sommige versies heeft Dracula de stukjes brood voor zich op
tafel gelegd en de priester heeft daarvan zonder na te denken een korst
genomen.
|
431
Dit is bepaald geen vrome handelswijze."*
* Zie ook de (apocriefe) bijbelteksten:
Wanneer gij bij een heerser tafelt bepaal dan uw aandacht alleen bij
wat voor u staat en zet u het mes op de keel als gij een gulzig mens
zijt. Begeer zijn lekkernij niet, want het is bedriegelijke spijs
(Spreuken 23:1-3)
Als gij aan eens rijken mans tafel zit, sper uw keel niet open, en denk
niet: Hier is veel te eten; maar denk, dat een ontrouw oog nijdig is
(want wat is nijdiger dan zulk een oog?), en het weent als het iemand
ziet toetasten. Tast niet naar wat een ander ziet en neemt niet hetgeen
voor hem in de schotel ligt. Ga bij uw zelf na, wat uw naaste gaarne of
ongaarne heeft; en houdt u verstandig in alle stukken. Eet als een mens
wat u voorgezet is, en eet niet te gulzig, opdat men op u niet toornig
worde. Om de betamelijkheid, houd het eerst op; en wees geen
onverzadelijke vraat, opdat gij geen ongunst verkrijgt. Als gij bij
velen zit, zo tast niet het eerst toe (Jezus Sirach 31:12-21)
Eet niet het brood van wie boos van oog is, begeer zijn lekkernijen
niet, want als iemand, die zijn eigen plannen maakt, zo is hij: "eet en
drinkt" zegt hij tot u, maar zijn hart is niet met u; de bete, die gij
gegeten hebt, zult gij uitspuwen, en uw vriendelijkste woorden hebt gij
verspild (Spreuken 23:6-8)
Woorden uit de mond van een wijze zijn innemend, maar de lippen van een
dwaas verslinden hemzelf. Het begin der woorden uit zijn mond is
onverstand, en het einde van zijn spreken is verderfelijke dom
heid (Prediker 10:12-13)
|
441
Toen ze het maal* hadden genoten
* Grigore Ureche zegt in zijn Moldavische Kroniek over Stefan cel Mare
ondermeer: "Hij was geen groot staatsman, hij was boos en genegen
onschuldig bloed te vergieten" en bij voorkeur zond hij de opperste
rechter vanuit de verhitte gastmalen zijn gasten rechtstreeks de dood
in zonder enig rechtzaak of vonnis (Iorga, Istoria Stefan cel Mare)
|
461
die noemde minder dan zeven;*
* Tussen 1386 (aanvang van de regering van Mircea de Oude, de
grootvader van Vlad) en 1456 regeren minstens 12 vorsten, uit het
geslacht Bassarab, die elkaar meerdere malen verjagen, met wisselende
steun uit Hongarije en het Osmaanse Rijk. Vlad Dracul bijvoorbeeld
regeert tussen 1436-1442 met Hongaarse steun, en wordt in 1443 door de
Turken gevangen die hem een jaar later weer aan de macht brengen. De
held van ons gedicht wordt in 1448 door de Turken op de troon gezet en
in 1456 gesteund door de Hongaren. De vorsten van Moldavië en
Walachije bemoeien zich wederszijds in de strijd om de macht met
elkaars rivalen.
Een overzicht:
1386-1418 Mircea de Oude, 2x
1394-1397 Vlad de Usurpator
1418-1420 Mihail I
1420-1432 Dan II, afwisselend 5x
1421-1427 Radu de Kaalkop (ook Leeghoofdige) 4x
1431-1436 Alexandru Aldea
1435-1436 Dan III
1436-1442, 1443-1447 Vlad Dracul
1442, april-juni/juli Mircea.
1442-1443 Bassarab 2x
1447-1456 Vladislav-Dan II, 3x
1448-10/11 Vlad III Dracula-Tzepesh
1449 Radozla
1456-1462 Vlad III Dracula-Tzepesh (Stammtafeln III,1)
De toestand in buurland Moldavië is tussen het overlijden van
Alexander de Goede in 1432 en de troonsbestijging van Stefan de Grote
in 1457 niet veel beter.
De wederzijdse inmenging door Hongaren en Turken zorgt voor anarchie in
Walachije, de maatschappij raakt ontwricht (Modrussa, Pius II). Ook de
Bulgaarse balladen verhalen van de toestand in Walachije voor 1456:
"Walachije wordt uiteengescheurd, het volk vlucht naar de bergen, weg
van de wrede Turken, weg van de Hongaarse barbaren. Ze slachten de oude
mannen af en maken slaven van de jongelingen, ze verkrachten de meisjes
en de jongens vangen ze en dwingen hen in hun legers. Waar ze
langskomen verbranden ze de dorpen." (Treptow, Essays blz 175).
De intriges van bepaalde bojaren worden ook in een brief van Bassarab
Tzepelus aan de kaak gesteld. Hij stelt hen verantwoordelijk voor de
val en dood van Vladislav II in 1456, de val van Vlad Tzepesh in 1462
en andere samenzweringen (Urkundenbuch VII, 4320).
|
471
in uw land heeft gehad?*
* Maar zij stoken hun hart als een oven met arglist...zij verteren hun
regeerders, al hun koningen zijn gevallen (Hosea 7:6)
het waren er wel vijfhonderd.**
** Waarschijnlijk is dit het drama van Pasen 1457, toen Vlad een groot
aantal bojaren met hun gezinnen tijdens de feestviering gevangen heeft
genomen en deels heeft gespietst en deels heeft ingezet als
dwangarbeiders bij herstelwerkzaamheden en uitbreidingen aan de burcht
Poenari. Deze wraakactie vanwege het feit, dat de bojaren en rijke
burgers van Tirgoviste in 1447 zijn broer Mircea folteren en levend
begraven.
De bojaren bestrijden elkaar en vormen facties, die tegen
onwelgevallige prinsen steun zoeken in het buitenland, waar altijd wel
ergens een tegenkandidaat in ballingschap te vinden is (Modrussa,
Bocignoli). Ook tussen de verwanten van de familie Bassarab heerst
wantrouwen en rivaliteit. Dat Vlad zijn eigen familieleden niet ontziet
blijkt uit de memoires van bisschop Nicolaus Olahus (humanist en
tijdgenoot van Erasmus waarmee hij correspondeert), een achterneef van
Vlad, waarin hij beschrijft hoe Vlad een oom van hem laat doden, waarop
de nog jeugdige vader van Nicolaus naar Transsylvanië vlucht
om
zijn leven te redden en voortaan verder afziet van een politieke
loopbaan in Walachije. Het doden van mogelijke rivalen in de familie
wordt standaardprocedure onder de vorsten in Walachije en
Moldavië.
Ook Vlad slaagt er niet in een eind aan deze toestanden te maken. En in
de 16e eeuw wordt gezegd, dat als iemand uit het geslacht Bassarab tot
prins van het land wordt gekozen hij zijn begrafenis kan gaan
voorbereiden en zijn testament kan opmaken, want een dergelijke keuze
staat gelijk aan een doodvonnis.
Men hoeft maar de chaotische politiek toestand in Roemenië
sinds
de decemberrevolutie van 1989 te denken om zich een beeld te kunnen
vormen van de 15e eeuwse strijd om de macht.
Tijdens en vlak na de decemberrevolutie is Ceausescu vergeleken met een
bloeddorstige vampier, een "Dracula".
Tijdens mijn verblijf in augustus 1990 in Roemenië is mij
herhaalde malen verzekerd, dat veel mensen van mening zijn, dat het
land een nieuwe Dracula, een nieuwe Tzepesh nodig heeft om orde en rust
te brengen en de misdaad aan te pakken.
Van slechts 3 door Vlad gedode bojaren zijn de namen bekend.
Mihail Logofat (Kanselier), die in 1458 wordt onthoofd.
De vornik (major domus) Koldrea of Codrea die in het voorjaar 1459 zijn
hoofd op het blok moet leggen. Albu de Grote met zijn clan en aanhang,
die in 1459 worden gespietst. Albu is erfvijand van Vlad en diens vader
Vlad Dracul.
Stefan cel Mare laat in 1467 na de slag bij Baia 20 hoge bojaren
onthoofden en 40 lagere bojaren spietsen op beschuldiging van verraad,
samenzweren en lafheid in de slag om Baia.
Op 16 januari 1471 laat Stefan drie hoge bojaren onthoofden op
beschuldiging van verraad. Enkele maanden later verslaat hij Radu de
Schone van Walachije en hij laat al diens bojaren terechtstellen.
Stefan organiseert tussen 1471/1476 regelmatig massaexecuties onder
proturkse bojaren.
Radu de Schone op zijn beurt keert terug met turkse steun en hij laat
alle commandanten van de vestingen, die door zijn tegenstander Laiota
waren benoemd onthoofden.
|
481
dat zijn lief beslist niet had gelogen*
* Cazacu vertaalt de 6e en 7e regel van dit couplet verkeerd:
"die in deze zaak kon hij geloven
zeker de waarheid onthullen zou"
Er staat echter dat deze vrouw van mening was, dat zij (de minnares) in
deze kwestie de waarheid had verteld.
Volgens alle andere versies echter heeft de vrouw in kwestie wel
degelijk gelogen en is ze niet zwanger.
van haar schaamte af naar boven**
** Zie vergelijkbare verhalen van over Nero en zijn moeder, Ezzelino
III da Romano, 1194-1259, wiens wreedheden in allerlei kronieken zijn
beschreven; de tiran Valerio in Agrigentum (Agrigentum op Sicilie,
mogelijk in 210 v.Chr. toen Agrigentum door consul M.Valerius Laevinus
gestorven 200 v.Chr. is veroverd?) en bisschop Badegisilius (?) en zijn
vrouw.
Sultan Murad II (regeert van 1421-1451) laat een van zijn soldaten, die
ervan wordt beschuldigd melk van een boerin te hebben gestolen de maag
opensnijden om haar beschuldiging te controleren.
Zijn zoon Mehmed II (regeert van 1451-1481) geeft bevel de buik open te
snijden van een tuinman die ervan wordt verdacht een augurk van zijn
heer en meester te hebben verorberd.
Dit incident is de enige directe verwijzing naar Vlad's sexleven.
Modrussa geeft een gedetailleerde beschrijving van het uiterlijk van
Vlad in 1463/1464: "Hij was niet lang, maar breed en krachtig gebouwd,
met gespierde ledematen. Zijn uiterlijk was koud en had iets
afschrikwekkends over zich. Hij had een arendsneus, gezwollen
neusvleugels, een enigszins rood, mager gezicht, waarin de zeer lange
wimpers grote, wijdopen gesperde groene ogen omschaduwden; zwarte
borstelige wenkbrauwen gaven hem een dreigende uitdrukking. Hij droeg
een snor en was verder geschoren. Wijd uitlopende slapen deden zijn
hoofd nog groter lijken. Een trotse rechte stierennek verbond zijn
hoofd, waarvan zwarte krullende lokken hingen met zijn
breedgeschouderde lichaam.
Dit uiterlijk komt deels overeen met het middeleeuwse stereotype van de
mannelijke wellusteling: bleek of blozend gelaat, grote uitpuilende
ogen, zwart stug, steil haar, grote neus (duidt op grote zinnelijkheid).
|
491
op de dag van Sint Bartholomeusmartelaar,*
* 24 augustus 1460. Vlad heeft inmiddels vrede gesloten met Brashov, en
richt nu al zijn overredingskracht op Sibiu en omgeving, om hen op
indringende wijze van zijn gelijk te overtuigen. Het hertogdom Amlas is
zijn leen, waar veel aanhangers van Vlad Calugarul wonen.
op een vroege ochtend trok door het Woud**
** Geografische aanduiding van gebieden in Transsylvanië,
Hinter dem wald, Uber dem Wald.
en alle Walachen*** jong en oud,
*** De Roemeense bevolking van het hertogdom Amlas, dat Vlad in leen
had van de Hongaarse kroon.
|
501
hij heeft er wijd en zijd* rondgereden
* Verwoest zijn:
- Noul Roman, eigendom van Peterman, een aanhanger van Dan en Vlad
Calugarul.
- Gebieden rond Orastie (Broos), Sebes (Muhlbach), Mures en Miercurea
(Reussmarkt, Rosia), die toebehoren aan Peter Gereb de Ruffomonte de
Veresmarth (Van Wijngaarden) Vlads grote tegenstander; ook een aantal
van deze plaatsen zelf namelijk Broos en Miercurea worden verwoest.
N.B. Peter Greb de Ruffomonte wordt in 1467 terechtgesteld door Matyas
Corvinus in verband met zijn rol in de opstand der Saksische edelen.
- Nocrisj, eigendom van Peter Gereb (mogelijk in 1457 in plaats van
1460).
- Sercaia, eigendom van Bogdan Doboka een aanhanger van Dan en verder
Mica, Talmetz, Salisjte, Apodul de Sus en Tilisjca, Cacova, Galesj,
Vale, Sibiel, Silisjtea, Foltesti.
Er zouden in het hertogdom Amlas 64 hoven en verder in de overige
dorpen 155 hofsteden en 15 huizen zijn verwoest. De plaats Amlas zelf
zou Vlad trouw zijn gebleven en daarom zijn gespaard.
met messen, sabels en zwaarden**
** Haar bevolking liet hij naar buiten brengen en in stukken delen met
zagen, ijzeren klingen en bijlen (1 Kronieken 20:3)
|
521
Groot-Shistov* gemarcheerd:
* De stad Nicopolis in Bulgarije.
Christenen en heidenen** van allerlei soort:
** Turken. Volgens de Russische Draculakroniek heeft Vlad de Christenen
uit deze gebieden mee naar Walachije genomen, waar hij hen land heeft
geschonken. Zijn vader heeft in 1445 bij een campagne langs de Donau
hetzelfde gedaan: vele duizenden christelijke Bulgaren zijn bij die
gelegenheid naar Walachije gevlucht, waar ze zich hebben mogen
vestigen. Bij een vredesverdrag met de Turken in 1446 heeft hij zich
echter verplicht om de Bulgaren weer terug te sturen.
wel vijfentwingduizend*** bij elkaar
*** Vlad geeft zelf in een schrijven van 11 februari 1462 een getal van
23.884 slachtoffers toe ("...niet meegeteld, degenen die in hun huizen
zijn verbrand, of wiens hoofden niet aan onze officieren zijn
getoond.."). De steden en vestingen die werden verwoest: Obluctitza,
Novoselo, Rahova, Samovit, Ghighen, Giurgiu, Silistria, Cirtal,
Aldemir, Dripotrom, Orsova, Vectrem, Turtucaia, Marotim, Nikopolis,
Turnu, Batin, Novigrad, Shistov. Per stad geeft Vlad het dodental op in
deze fascinerende en verschrikkelijke brief, met een nauwkeurigheid en
grondigheid waarvoor Eichman zich niet zou hebben geschaamd. Hij stuurt
zakken vol met hoofden neuzen etc. naar Matyas als bewijs. Wat het
tonen van de hoofden betreft: "Zowel van de Scythen als van de Chinezen
werd verwacht dat ze hun bevelvoerder de hoofden van alle in de strijd
gedode vijanden overhandigden...het hoofd was een soort kaartje waarmee
de soldaat zich toegang kon verschaffen tot zijn aandeel in de buit.."
(R.Tannahill, 238). Ook Hongaren en Turken zijn in deze bloedige tijden
enthousiaste verzamelaars van hoofden en neuzen van gedode vijanden.
|
531
dat hij hen tot bruid zou geven*
* Dit lijkt nogal onwaarschijnlijk. De motieven van deze hovelingen
zijn niet zo zuiver. Ze zouden deze knappe vrouwen eerder als slavinnen
buit hebben willen maken.
De grootste slavenmarkt in deze regio in deze dagen is de Genuese
handelskolonie Kaffa aan de Zwarte Zee, waar onder andere de produkten
uit het Verre Oosten aangevoerd via de Zijderoute worden verhandeld.
|
|
541
Dracula was aan de Turkenheer*
* Sultan Mehmed Fatih, de Veroveraar *1431 (1451-1481) +1481.
naar hem gestuurd als zijn legaten**
** De Griekse secretaris Thomas Katabolenos leidt het gezantschap.
betalingen verschuldigd aan hun heer***;
*** Vlad heeft het tribuut al drie jaar niet betaald, het geduld van de
Turken is op. De delegatie eist als interest de bloedtijns, de
knapenbelasting (devsjirme): 500 ongehuwde exemplaren uitgezocht uit de
mooiste, intelligentste en sterkste jongens van het land dient Vlad te
leveren.
Mogelijk eisen de Turken ook zijn zoons als gijzelaars.
De voivoden werden door de sultan door middel van een firman in hun
functie bevestigd. De tekst van een dergelijke firman is beschreven in
Dimitrie Cantemir, Descriptio Moldaviae.... De voivode als
vertegenwoordiger van de sultan krijgt de absolute macht over bojaren
en volk: "Maar een ieder, die zich maar ook in het geringste
onbehoorlijk en en eigenzinnig zal gedragen en niet naar zijn bevelen
wil luisteren, ongeacht zijn stand zal zijn zijn boosheid en
eigenzinnigheid bestraft vinden met het zwaard of een andere soort
straf of genoegdoening, die hij (de voivode) passend gelooft te zijn,
hij zal hem vonissen en hem treffen...hoed u ervoor ook maar een andere
gedachte te koesteren of iets tegen hem te ondernemen."
|
551
was het tribuut zelf* naar de sultan
* Vlad wordt uitgenodigd om zelf met het tribuut naar Istanbul te
komen. Met de ervaring van zijn vader uit 1442 in gedachten weigert
hij, maar stemt wel toe om met de gezanten naar de grens te reizen om
daar enige grenskwesties te regelen.
Er is een hinderlaag opgezet in samenwerking met Hamzapasja en
Yunuspasja, de sandsjakbey's van Vidin en Silistria om hem te vangen en
hem aan de sultan uit te leveren, maar ze zo worden op hun beurt door
Vlad verschalkt.
Hij liet van de Turkse pennelikker**
** Thomas Katabolenos wordt samen met Hamzapasja gespietst, mogelijk
wordt een lagere diplomaat op deze wijze verminkt teruggestuurd. Alleen
de versie van William Wey (Documents, 17-19) vermeldt ook deze
verminkingen. In feite is deze belediging een oorlogsverklaring aan de
Turken.
Stefan de Grote treedt in 1469 op vergelijkbare wijze op na de
gevangenname van de zoon van de Tatarenkhan Mamak. De khan stuurt 100
gezanten, waarvan 99 worden gespietst, de zoon van de khan wordt
onthoofd en een gezant wordt teruggestuurd minus neus en lippen.
De Turken konden er trouwens ook wat van. Gezanten van Michael de
Dappere, voivode van Walachije aan het eind van de 16e eeuw werden bij
aankomst in Constantinopel aan de haak gehangen, of hun ledematen
werden afgehakt (Documents,... blz 134 en 139)
|
561
wel 25.000* mensen verloren het leven
* Zie reeds eerder genoemde brief van 11 februari 1462 van Vlad aan
Matyas Corvinus, waarin hij alle door hem verwoeste plaatsen en
vestingen met de aantallen slachtoffers (totaal 23.884) opsomt: een
ware boekhouding van de dood. Dit couplet is een herhaling.
Het volledig plunderen en verwoesten van vijandelijke gebieden is een
normale strijdwijze in de middeleeuwen.
R.P. Märtin stelt, dat dergelijke totale verwoestingen niet
tot de
gebruikelijke turkse strijdwijzen behoren. De gevolgen van de Turkse
veroveringen voor de Balkan, de verwoesting van land, steden en
ontvolking zijn echter uitvoerig beschreven door D. Angelov, La
conquete des peuples balkaniques par les Turcs.
In Transsylvanië zijn in 1455 nog verscheidene plaatsen geheel
ontvolkt als gevolg van de turkse inval van 1438.
Vergelijkbare verwoestingen richtte de reeds eerder genoemde Michael de
Dappere aan bij zijn invallen in het Osmaanse Rijk in 1595
(Documents,... blz 12)
|
571
dat was geheten Fagaras*
* Bij dezelfde gelegenheden, waarbij de voorsteden van Brashov en het
Burzenland worden bezocht in 1457 en 1460.
Vlad is hertog van Fagaras, dat hij in leen heeft van de kroon van
Hongarije.
In het grensgebied tussen Transsylvanië en Walachije zijn ook
veel
roversbenden actief, die regelmatig over de grens aan het gezag
ontsnappen. Ze brengen onder andere de handel veel schade toe. In het
Urkundenbuch kan men diverse voorbeelden hiervan vinden. Verschillende
benden houden zich op in de Walachijse lenen Fagaras en Amlas.
Het is niet ondenkbaar sommige van Vlad's invallen in
Transsylvanië ook zijn gericht tegen dergelijke benden. Als
leenman was hij belast met het bestuur en handhaving van de orde in
zijn leengoederen
|
581
en op vele andere wijzen omgebracht.*
* Dit is het reeds eerder genoemde palenwoud, Vlad's ogenlust, waar hij
regelmatig een luchtje gaat scheppen om zich te verkwikken. In juni
1462 loopt het sultan Mehmed II dun door de broek als hij bij zijn
opmars in Walachije een dergelijk Palenwoud van tienduizenden
gespietste Turken ontdekt. Hij kan niets anders zeggen, dan dat hij een
man, die zulke grote dingen voor elkaar krijgt en die op zo'n
bovennatuurlijke wijze zijn macht en zijn onderdanen weet te gebruiken
zijn land onmogelijk af kan nemen. Hij voegt eraan toe, dat deze man,
die deze daden weet te volbrengen het waard is om nog grotere dingen te
doen.
(Chalcocondylas).
|
591
hij zijn schatten had verscholen;*
* Deze anekdote komt ook in diverse versies voor:
1. Hij zou zijn schat hebben begraven in de berg onder de burcht
Poenari , waar tot op heden een demon over deze schat waakt. In het
Roemeense volksgeloof worden verstopte schatten vaak door een boze
geest bewaakt totdat de rechtmatige eigenaar ze weer opgraaft.
2. De schat wordt in het Snagovmeer verzonken.
3. Dracula laat zijn schatten in een rivierbedding begraven. Dit
laatste verhaal (inclusief de moord op de dienaren) wordt trouwens ook
verteld over de laatste Dacische vorst Decebalus, die in 106 door
keizer Trajanus verslagen zelfmoord heeft gepleegd.
De meeste voivoden bewaren hun privéschatten op geheime
plaatsen of in speciale gebouwen, kastelen en kloosters.
Tijdens oorlogen voert de voivode zijn staatsschat met zich mee of
verbergt deze.
De zorg van Vlad over de veiligheid van zijn schatten is niet
ongegrond. Radu cel Frumos raakt bij een verloren veldslag naast zijn
vrouw en dochter ook zijn schatten, legertros, vaandel en skepter kwijt
aan Stefan cel Mare.
In 1480 rooft Laiota Bassarab de schat (en vrouwen) van Bassarab
Tzepelus (Urkundenbuch, VII no's 4337-4354)
In Walachije is in de 14e-15e eeuw veel geld in de grond verborgen.
Onder andere bij Tirgoviste zijn in de 19e-20e eeuw veel middeleeuwse
geldschatten opgegraven.
Verborgen schatten worden geassocieerd met duistere magische krachten.
Zie ook de beschrijving in de roman Dracula van B.Stoker, waarin
begraven schatten op bepaalde nachten, dat de boze geesten vrij
rondwaren gelokaliseerd kunnen worden door de blauwe vlammen boven de
plek waar ze begraven zijn.
|
601
en mestte krabben* vet met deze resten.
* Krabben worden in de middeleeuwen ook aangeduid als kreeft. Het dier
wordt zeer gevreesd en in verband gebracht met kanker. "wie hem (de
kreeft) aanziet krijgt den kanker en moet sterven." (Sloet, Dieren...,
blz 453)
|
611
en gegeten van uw makkers*";
* In mijn middelbare schooltijd in Suriname vertelde mijn leraar
maatschappijgeschiedenis het volgende verhaal: tijdens WOII voer hij
als jongmaatje op een reddingsboot om lichamen te bergen en
drenkelingen te redden wanneer er schepen voor de kust tot zinken
werden gebracht (de routes van geallieerde schepen uit de VS naar
Europa liep onder andere langs de noordkust van Zuid-Amerika). De
lijken die uit het water werden opgevist zaten vol met garnalen, een in
Suriname zeer gewaardeerde lekkernij. De garnalen werden van de
lichamen afgeplukt en geserveerd bij de maaltijd. Heden ten dage komen
de visserschepen uit Korea en Japan voor de Surinaamse kust garnalen
vangen.
|
621
"Ik kook, spin, was en bak"*: Hij
* Volgens een andere versie ondervraagt Vlad de betreffende boer eerst
of hij wel vlas gezaaid en geoogst heeft, waarop de boer hem zijn ruime
voorraad vlas toont. Overtuigd dat de man zijn taak naar behoren heeft
vervuld confronteert hij de vrouw met haar plichtsverzaking. In dit
verhaal komt de in Roemeense ogen ideale rolverdeling tussen man en
vrouw heel duidelijk naar voren.
In andere versies gaat het om:
1. Een priester of bisschop die slecht gekleed gaat en om die reden
door Vlad wordt terechtgesteld.
2. Een vrouw die zo smerig is en met zulke vieze kleren rondloopt, dat
Vlad beveelt haar in het water te gooien.
|
631
voordat je te biecht hebt kunnen gaan."*
* Sterven zonder biecht en absolutie is het ergste wat een middeleeuwse
christen kan overkomen. Vlad staat er meestal op, dat zijn slachtoffers
hun christelijke plichten kunnen vervullen voor hun terechtstelling.
Dat hij de vrouw op deze wijze bedreigt geeft aan dat hij deze keer wel
bijzonder geërgerd is.
In de Russische kronieken kan men lezen welke zeer strenge zedelijke
normen Vlad over vrouwen erop nahoudt. Overspelige echtgenotes, meisjes
die voor het huwelijk hun maagdelijkheid verliezen en onkuise weduwen
worden op huiveringwekkende wijze gestraft: hun geslachtsdelen worden
gevild of afgesneden, ze worden naakt in de ijzers gesloten
tentoongesteld, tepels worden afgesneden, een roodgloeiende ijzeren
staak wordt in hun vagina gestoken tot hij er door de mond weer naar
buiten komt, ze worden gevild en hun huid wordt aan een staak gehangen.
Ze worden naakt of gevild gespietst en hun kadaver moet aan de paal
blijven hangen totdat het vlees van de botten loslaat of geheel door de
vogels is verslonden.
|
641
Van de monnikenorde van Sint-Bernardus,*
* Cisterciënzers.
die de barrevoeters** opdroeg uit bedelen te gaan
** Bedelmonniken zijn Franciskaners of Dominikaners. Beheim haalt hier
de orden door elkaar. In Zuid-Transsylvanië ligt de
Cisterciënzer abdij Monasterium Beata Maria Virginis in
Candelis
de Kerch, in de wandeling Kerz genoemd waarmee de relaties (reeds onder
Vlads vader Dracul) problematisch zijn. De abten van dit klooster zijn
in de 15e eeuw berucht vanwege hun immorele en materialistische
levenswijze. In Tirgoviste zelf ligt het Franciskaner Baratziaklooster
aan hetzelfde plein als de prinsenhof. Vlad's grootmoeder is Mara Tomaj
van Balaton, een Hongaarse, die het Rooms-Katholieke geloof heeft
aangehangen en dit klooster heeft laten bouwen. In 1431 heeft de
troonpretendent Vlad Dracul privileges en rechten verleend aan de
Franciskanerorde in Walachije.
Ook zou rond 1450 tijdens de regering van Vladislav II in Tirgoviste
het Peregrinantenkonvent, een Dominikanerklooster zijn gesticht. De
Dominikaner- en Franciskanerorden leverden de inkwisiteurs van de kerk.
|
651
dat wij daar reeds het paradijs mochten genieten*,
* De Rooms-katholieke hagiografie wordt in tegenstelling tot de
byzantijnse gekenmerkt door een brandend verlangen bij de heiligen naar
de hemelse gelukzaligheid in vereniging met God. Vlad is niet te
beroerd om de monniken tot de gewenste staat van zaligheid te
bevorderen.
|
671
naast de broeders op een paal.*
* Het is monniken verboden paard te rijden, volgens de regels van St.
Franciscus mogen de Franciskaners zelfs niet op een ezel rijden of een
dier economisch gebruiken. Een andere versie verhaalt, dat Vlad een
bedelmonnik tegenkomt gezeten op een ezel. Hij straft hem voor de
overtreding van de orderegels door beide op een paal te spietsen, maar
de ezel boven op de monnik. In de middeleeuwse denkwijze is een dier
betrokken bij een strafbaar feit ook strafbaar en moet dan ook
gevonnist en gedood worden. Mogelijk speekt hier ook Vlad's bizarre
humor een rol, waarbij hij ezels hoger inschat en acht dan monniken? In
het algemeen lijken Rooms-katholieke monniken eerder het slachtoffer
van zijn wreedheid dan de inheemse Grieks-orthodoxe geestelijkheid.
Rooms-katholieke monniken brengen missie en inkwisitie, kerkelijke
belastingen en bemoeienis van Rome mee. Mehmet II gebruikt ook
rondtrekkende monniken als verspieders en spionnen.
De ezel wordt in de middeleeuwen ook beschouwd als een luxerijdier en
wordt gezien als een negatief symbool voor luxe en genotzucht,
tegelijkertijd is de ezel het nederige dier waarop de Koning der
Koningen Jeruzalem binnenrijdt. De ezel naast de twee monniken is een
omkering van Jezus naast de twee dieven.
In de late middeleeuwen verandert de maatschappelijke houding tegenover
armen en armoede en daarmee ook de zelf verkozen armoede van de
bedelorden, die een object worden van spot en minachting. Armoede wordt
beschouwd als een maatschappelijk kwaad in plaats van een apostolische
deugd. Arbeid en productiviteit worden hoger gewaardeerd dan
beschouwing en afzien (Huizinga, Waning of the Middle Ages, blz
173-174).
|
681
uit het Servische land*, waar hij
* Uit geen enkele andere bron is bekend dat Vlad akties heeft gevoerd
in Servië. De enige bekende gelegenheid waarbij aan de grens
met
Servie heeft gestreden, is in 1458 als hij een Turks leger aangevoerd
door Groot-Vizier Mahmud Angelovic(1420-1474), dat in Servië
plundert en haar activiteiten tot in Walachije heeft uitgestrekt bij de
terugtocht over de Donau heeft aangevallen en in de pan heeft gehakt.
Van de 18.000 Turken ontsnappen er maar 8000. Servië wordt in
1459
geheel door de Turken veroverd en geldt vanaf dat moment voor Vlad als
vijandelijk gebied.
Er zijn twee mogelijkheden voor deze hier genoemde aktie:
1. De stamvader van de rivaliserende tak van de Bassaraba's de Danesti,
Dan I (1385-1386) is getrouwd met een Maria van Servië.
Mogelijk
is deze Maria verwant aan de later regerende familie Brankovitsch, die
tot de turkse verovering in 1459 de koningen van Servië
leveren.
Dat zou betekenen dat de Brankovitschi mogelijk de rivalen van Vlad
steunen en het hier om een strafexpeditie zou gaan.
2. Deze aktie vindt plaats tijdens de oorlog van 1461/1462.
een klooster, dat heette Gorion,**
** In Tirgoviste ligt het reeds eerder genoemde Franciskaner
Baratziaklooster en mogelijk het Peregrinantenkonvent. Er zijn verder
in de omgeving van Tirgoviste geen Rooms-katholieke kloosters bekend.
Het klooster Gorion (Obernburg) ligt in Servië. In 1461 worden
de
monniken uit dit klooster verjaagd door Sigismund van Lemberg bisschop
van Lubljana. Enkelen van deze monniken komen volgens sommige
schrijvers in Tirgoviste terecht, waaronder de monnik Hans (verblijft
in 1436 in het klooster Melk, moet dus al aardig op leeftijd zijn in
1461). In de Chronicon Mellicense worden de wreedheden van Dracula ook
beschreven). Het is echter niet ondenkbaar dat de monniken uit
Tirgoviste na het hieronder beschreven incident juist naar Gorion
vluchten, waar ze in 1461 worden verjaagd. Hoe het ook geweest mocht
zijn, Beheim haalt ook hier weer een aantal feiten en gebeurtenissen
door elkaar.
|
691
Dracula riep Michael* bij zich
* Mogelijk Michael de Tirgoviste plebanus, reeds genoemd in 1439, die
door Dracul is benoemd tot abt van het klooster Kerz, maar door de
tegenwerking van de monniken aldaar na enkele jaren zou aftreden.
|
701
niet voor hem in de hemel bidt met grote vlijt*
* In de traditie van de pomana (dodenverering) geloven de Roemenen dat,
indien de levenden hard genoeg bidden en vasten voor de zielen van de
doden, dit de doden goed doet in het hiernamaals en dat de doden op hun
beurt uit dankbaarheid bidden voor de zielen van de levenden, die hen
eren en gedenken (Kligman, Wedding, blz 158)
Vlad interpreteert het geloof wel op een zeer cynische wijze.
De Grieks-orthodoxe Vlad stelt de volgende kwestie aan de orde
tegenover Rooms-Katholieke monniken: het vagevuur (purgatorium,
refrigerium interim), de plek waar de niet geheel volmaakten van hun
zonden gereinigd kunnen worden, is tot dogma verheven in 1336 door Paus
Benediktus XII. De Orthodoxie erkent het vagevuur niet. Het wordt
onherroepelijk hemel of hel. De op aarde begane en niet bij het leven
geboete zonden kunnen in het hiernamaals niet meer ongedaan gemaakt
worden. Ook kent de Orthodoxie in tegenstelling tot de Rooms-katholieke
leer, in oorsprong geen onderscheid tussen dagelijkse zonden en
doodzonden. Elke zonde weegt even zwaar en is een overtreding van Gods
geboden en wordt even zwaar gestraft als ze tijdens het aardse bestaan
niet is berouwd en geboet.
Volgens byzantijnse opvattingen bepaalt het hele leven en niet alleen
de laatste ademtocht waar men in het hiernamaals zal terechtkomen, de
bekering op het sterfbed is niet altijd voldoende om in de hemel te
komen.
|
711
of hij was de allerheiligste uit het menselijk
geslacht,*
* Dracula stelt zich hier op een lijn met Christus. Het toppunt van
hoogmoed.
ook al heeft hij zijn genade pas laat
geopenbaard."**
** Ars Moriendi. Of men na zijn dood de hemel of de hel zal betreden
hangt geheel af van hoe men zich opstelt tijdens zijn laatste
ogenblikken.
Niet de dood op zich dient men te vrezen maar de onverwachte of
onvoorziene dood (Mors improvisis), waarop men zich niet heeft kunnen
voorbereiden. Het ideale sterfbed wordt omgeven door riten, rituelen,
sacramenten (het laatste oliesel, viaticum), gebeden die kunnen leiden
tot een redding van de verdoemenis na een slecht of zondig leven, of
het behoud van de ziel na een vroom en deugdzaam leven (Aries, 303). Op
het ogenblik van het sterven wordt iemands lot onherroepelijk bepaald.
Een vroom en deugdzaam leven is geen garantie, want men kan op het
laatste ogenblik verliezen, door bijvoorbeeld te vervallen in de zonde
van de wanhoop. Goed en kwaad strijden om de ziel. Volgens sommige 15e
eeuwse opvattingen bepaalt het oordeel van de stervende mens zelf over
zijn leven de uitkomst. De duivel poogt de stervende tot zonden te
verleiden:
Hij houdt hem zijn zonden en ondeugden voor om hem te doen wanhopen.
Lukt dit niet, dan spiegelt de Boze hem zijn goede levenswijze voor om
hem te verleiden tot tevredenheid en zelfgenoegzaamheid.
Ook probeert de duivel de stervende aan het leven te binden door hem de
aardse geneugten voor te spiegelen, zoals materiele zaken en familie en
vrienden (de late middeleeuwer is evenals de gemiddelde twintigste
eeuwer zeer gericht op aardse goederen).
(Aries, 109)
Dante laat een stem uit de Hel roepen, bij een ziel die op het
nippertje aan de eeuwige verdoemenis ontsnapt: "Waarom berooft ge me,
ge neemt het eeuwige deel van hem voor één
traantje, dat
hem van mij ontvreemdt" (Boase, 124). In dit licht gezien is het
antwoord van broeder Michael niet ongewoon. Er is redding mogelijk voor
de grootste zondaren tot het ogenblik van hun laatste ademtocht, net
zoals de vromen en deugdzamen op het laatste moment hun zaligheid
kunnen verspelen. In de 16e eeuw komt er van de zijde der humanisten en
reformatoren groeiende kritiek op deze opvattingen.
Overigens zijn het vooral de monniken van de bedelorden, die zich
bezighouden met het begeleiden van stervenden en de uitvaartrituelen.
Het is dus niet toevallig dat Vlad deze vraag aan Franciskaner broeders
stelt. Het kan natuurlijk ook dat Vlad gewoon last van zijn geweten
heeft en oprecht bezorgd is over zijn zieleheil.
|
721
en jammerklachten in de hel,*
* Voor elke zonde is er in de hel een toepasselijke straf. Welke straf
kan Vlad die tegen alle geboden zondigt verwachten?
In een moderne bewerking van Dante door Jerry Pournelle en Larry Niven,
Inferno, New York, 1976, blz 191, 193-194 komt Vlad in de afdeling van
de zaaiers van tweedracht en moet hij tot in eeuwigheid met een paal in
zijn lijf rondlopen. Overigens laten de schrijvers tegen het einde op
pagina 233 Satan zeggen dat God nog het nodige van Vlad zou kunnen
leren over moraliteit.
|
731
kotsen, anders zal je hem geheel toebehoren*
* Als Dracula geweigerd wordt in hemel en hel, wat blijft er anders
voor hem over dan rusteloos rond te zwerven tot in eeuwigheid gevangen
in een schemerwereld tussen leven en dood? Precies het lot beschreven
door Stoker in zijn beroemde vampierroman
verdoemd tot over je oren.**
** De mening van broeder Hans weerklinkt door in een gedicht van
Vacsile Alecsandri:
"Zwart als de hel is je ziel
en verbijstert zelfs de bloeddorstige Satan,
Duister zijn je gedachten,
en ze kunnen je slechtheid niet zien,
terwijl ze als de blinde nacht zonder sterren aan de hemel in het
donker tasten."(Vlad Tzepes en de Eik, 1874 in: Legende, Bukarest 1900,
blz. 96-99)
|
741
razende woesteling, erger dan een Turk*
* Dit is vrij vertaald. Een christen, die zich nog erger dan een Turk
gedraagt. Hoewel Beheim dit nergens expliciet zo steld is het duidelijk
dat de "christelijke" Dracula, die toch beter moet weten zich gedraagt
als een Turk of nog erger. Hij zondigt willens en wetens. In de 15e
eeuw is de Turk het summum van wreedheid en barbarij in westerse ogen
(ook van Beheim). De naam Turk wordt tot aan de 20e eeuw alleen door
niet-Turken gebruikt om de Ottomanen mee aan te duiden. Elke zichzelf
respecterende inwoner van het Osmaanse rijk noemt zich Osmanli of
Ottomaan. De naam Turk gebruikt hij om daarmee de ongemanierde en in
zijn ogen onbeschaafde boeren uit Anatolië aan te duiden. In
het
poppenspel Karagóz, dat reeds in de middeleeuwen wordt
opgevoerd
komt ook een karakter, genaamd de Turk voor, die de stereotype domme
provinciaal voorstelt. Overigens heerst in het middeleeuwse Avondland
de algemene opvatting dat een slechte christen te verkiezen is boven
een goede moslim.
wat hebben de kinderen je aangedaan,**
** Kinderen als slachtoffer van machtstrijd en politiek. In een rapport
van Amnesty International over 1993 kunnen we lezen dat er jaarlijks
wereldwijd ruim 200.000 kinderen slachtoffers worden van politieke
moord en marteling. Elk jaar stijgt het aantal.
|
751
nee nog geen drie uren geleden het levenslicht
zagen*
* Vlad zou ook kleine kinderen met het hoofd tegen stenen en rotsen te
pletter hebben laten slaan.
Zie de eerder hierbovengenoemde opmerking over Stefan cel Mare, die
ongeboren kinderen uit de moeders laat snijden.
In zijn voetsporen treedt de 16e eeuwse moldavische prins Stefan
Petriceicu, die zwangere tataarse vrouwen laat opensnijden en hun
babies laat opspietsen (Stoicescu, 186)
houdt, dan vermoord je daarom velen,**
** Dushegubina: bij een onopgelost misdrijf wordt de hele familie,
buurt, wijk of zelfs het dorp aansprakelijk gesteld voor de boete of
schadevergoeding (zie de Zakonik, artikelen 52, 58, 71, 92, 99, 100,
111, 126, 145-147, 158, 173, 191 van Stefan Dushan, ook in gebruik in
Walachije voor het strafrecht)
Ook Turkse kronieken verhalen over de collectieve straffen die Vlad
toepast op zijn onderdanen.
Orthodoxe opvattingen, die ook in het Walachijse volksgeloof zijn
doorgedrongen: gedoopte kinderen onder de 7 jaar gaan als ze sterven
rechtstreeks naar de hemel.
|
761
Als men onkruid* wil rooien,
* Zie opmerkingen bij het volgende couplet. Vlad vergelijkt zijn
tegenstanders met onkruid.
|
771
Aan die kleintjes, die er zijn*
* Wanneer zij nog kinderen zouden voortbrengen zal ik de lievelingen
van hun schoot doden (Hosea 9:16)
en daarom ook de wortels** uitsteken;
** De term wortel (radacine) wordt in Roemenie gebruikt voor de
oorsprong en herkomst van een familie, maar ook voor het hele geslacht.
In de wortels liggen de goede en slechte eigenschappen, die van de
voorouders op hun nakomelingen worden doorgegeven. Iemand van goede
afkomst heeft sterke wortels, wordt vergeleken met een goede sterke
plant (Kligman Wedding, blz 32 en 328). De jonge kinderen, zijn de
wortels, waaruit de toekomstige generaties zullen groeien. Deze
vergelijking van families met planten doet oorspronkelijk Roemeens aan,
en deze woorden zouden inderdaad wel eens letterlijk door Vlad gezegd
kunnen zijn.
op mij of de mijnen willen wreken."***
*** Deze woorden klinken zeer authentiek en weerspiegelen Vlad's
ervaringen: de dynastieke strijd in Walachije en Moldavië, die
al
bijna een halve eeuw duurt en het leven van naaste verwanten heeft
gekost en hem uiteindelijk ook het leven zal kosten, evenals dat van
zijn zoon Mihnea cel Rau (de Boze), zijn vader, zijn broer Mircea, zijn
oom Bogdan (vorst van Moldavië 1449-1451, vader van Stefan cel
Mare) en mogelijke vele ons onbekende familieleden. De in hem aanwezige
haat en wraakgevoelens verwacht hij (niet ten onrechte na wat hij heeft
aangericht) ook bij zijn overlevende vijanden.
Ook Neagoe Bassarab in de "Leerreden voor zijn zoon Theodosie"
vergelijkt zijn bojaren met planten in de tuin (van zijn bestuur)
|
781
jij domme zot, dove gevoelloze* blaaskaak,
* Gevoelloosheid ten aanzien van de kwellingen van veroordeelden wordt
in de late middeleeuwen en renaissance vereist van rechters en
bestuurders."point d'entrailles, nulle humanité chez le
juge.
Son premier devoir est l'impassabilité...sa plus grande
préoccupation d'épouvanter les malfaiteurs..."
Hij moet
folteringen toepassen, die visuele indruk maken, die de verbeelding
aanspreken, en door hun angstaanjagende ingewikkeldheid de
gruwelijkheid van de gepleegde misdaad weerspiegelen. Deze folteringen
dienen in het volle daglicht te worden uitgevoerd op de meest
dramatische en spectaculaire wijze. (Stoicescu, 187)
Zelfs al zou een perverse wellust van Vlad ten grondslag hebben gelegen
aan de folteringen en executies uitgevoerd op zijn bevel, dan is er een
groot verschil met de meest bekende perverse lustmoordenaar uit de 15e
eeuw, Gilles baron de Rais (1404-1444), die op de brandstapel is
geeindigd. Zijn slachtoffers zijn kinderen, meest jongens, die in
zwarte missen na seksueel te zijn misbruikt aan de Satan worden
geofferd (D.A. Berents, Gilles de Rais, de moordenaar en de
mythe,'s-Gravenhage, 1982). De Rais heeft gepoogd zijn activiteiten zo
geheim mogelijk te houden, wat hem uiteindelijk niet is gelukt. Gilles
de Rais wordt in latere eeuwen verbonden met de sprookjesfiguur
Blauwbaard.
De Hongaarse gravin Elisabeth Bathory, die rond 1600 heeft geleefd, is
de lesbische vrouwelijke tegenhanger van De Rais, ze heeft letterlijk
gebaad in het bloed van maagden na deze te hebben doodgefolterd en ze
heeft daarnaast zwarte magie bedreven. De Rais heeft van de Duivel goud
en geld verlangd, het is Bathory te doen geweest om eeuwige jeugd en
schoonheid. Het sexuele element is bij allebei zeer sterk aanwezig in
hun duivelsaanbidding.
Niks geheimhouding en stiekem gedoe bij Vlad Dracula; hij staat in zijn
recht en er is niks verkeerds aan zijn daden, want hij handelt in
overeenstemming met de wetten en zeden, hij is de Gesel Gods.
het hellevuur, dat is jouw lot."**
** Letterlijk vertaald: Je ziel is verdobbeld.
|
791
sloeg hij hem in de bol,*
* In de slag bij Possada in 1330, waarbij de Hongaren door de Walachen
in de pan zijn gehakt hameren de Walachen hun Hongaarse gevangenen,
waaronder ook monniken en priesters houten nagels in de schedels.
stak omhoog naar het hemelzwerk.**
** De Russische Draculakroniek bevestigt dat Vlad de monnik die hem
terechtwijst spietst en de vleier laat lopen. Roemeense en 15e eeuwse
Duitse versies echter vertellen een ander verhaal. Dracula ontvangt
twee monniken en vraagt hen naar de mening van zijn onderdanen over hem
en zijn bestuur.
De monnik, die de onder het volk levende kritiek durft te uiten blijft
leven omwille van de waarheid, maar de vleier wordt vanwege zijn
leugens terdood gebracht. Vlad heeft hem nog een tweede kans gegeven om
de waarheid te zeggen, maar door zijn valse gevlei te herhalen
verspeelt hij zijn leven.
Waarschijnlijk heeft broeder Jacob aan Beheim een verdraaide versie van
de feiten gegeven (wel meer feiten en gegevens in dit gedicht kloppen
niet helemaal, zoals is gebleken). Ideologisch komt het namelijk beter
over dat de duivelse tiran Dracula de christelijke waarheid niet kan
verdragen.
|
801
kwam hij aan in Neustadt*
* Wiener-Neustadt
aan het hof van onze keizerlijke heer,**
** Friedrich III 1440-1493, van Habsburg, keizer van het Heilige Roomse
Rijk, vijand van Vlad steunt onder meer troonpretendent Dan, die in
1460 op zo jammerlijke wijze in de klauwen van Dracula is
geëindigd.
|
811
Waar ik Michael Beheim* menige keer
* Beheim verkeert in deze jaren aan het hof van Friedrich III, waar hij
tussen 1462/1464 aan dit gedicht werkt. Hij noemt broeder Jacob als
zijn enige directe informatiebron.
Andere informanten die hem direct of indirect zijn stof hebben
geleverd:
1. De Hongaarse delegaties, die in 1463/64 Wenen bezoeken om te
onderhandelen over de overdracht van de Stefanskroon.
2. Thomas Ebendorffer (overleed in 1464), docent aan de universiteit
van Wenen, die over Dracula schrijft in zijn kroniek Cronica regum
Romanurom (Kaiserchronik), 1463.
3. Zevenburger Saksers, die studeren en doceren aan de Weense
universiteit en contacten onderhouden met hun vaderland. Zo onderhoudt
Johannes Reudel stadspaap van Brashov, ex-student van de Weense
universiteit persoonlijke contacten met andere Zevenburgse studenten en
docenten aldaar.
4. Reeds circulerende pamfletten over Vlad.
dat men er nog steeds uitgebreid over uitweidt.**
** Dracula is "hot news".
Vergelijk de volgende bijbelteksten:
"Zie, Ik maak u tot een schrik voor u zelf en voor al uw vijanden
(Jeremia 20:4)
Ja vele volken zal Ik over u in ontzetting brengen, hun koningen zullen
om u met huivering bevangen zijn (Ezechiël 32:10)
Gij zult een een voorwerp van ontzetting worden, een spreekwoord en een
spotrede onder alle volken, naar wier land de Here u wegvoert
(Deuteronomium 28:37) Toen Beheim aan dit gedicht werkte verbleef Vlad
als gevangene en balling in Hongarije.
Ik maak hen tot een schrikbeeld van alle koninkrijken der aarde, tot
een voorwerp van verwensing, van ontzetting (Jeremia 29:18)
|
821
allemaal uit hun groep.*
* Een van de middeleeuwse vooroordelen tegen zigeuners: ze eten
mensenvlees.
|
841
Toen de paarden van
de Turkenschaar*
* Waarschijnlijk een afdeling
akindji's die op rooftocht in Walachije
zijn. De akindji's, licht bewapende ongeregelde ruiterbendes, leven
normaal van landbouw en veeteelt in het grensgebied en worden tijdens
oorlogen door de Sultan ingezet bij intocht op vijandelijk gebied om
angst te verbreiden, te branden, plunderen en slaven buit te maken. Ze
ontvangen geen soldij. De relaties tussen Walachije en het OsmaanseRijk
zijn sinds 1458 gespannen, en het is niet ondenkbaar dat de akindji's
vanuit Constantinopel de vrije hand hebben gekregen om naar believen
Walachije binnen te vallen in de hoop Vlad tot de orde te roepen.
Dit voorval zou ook in de
oorlog van 1462 plaats hebben kunnen vinden.
De
zorg voor armen, zieken en minderbedeelden is de graadmeter van de
beschaving van een maatschappij. De Endlösung van de Nazi's
voor
geestelijk en lichamelijk gehandicapten, door middel van gedwongen
sterilisatie en moord is wereldwijd bekend en berucht. Weinigen weten
dat de Duitsers zich onder andere hebben laten inspireren door de
Verenigde Staten. Tussen 1907-1974 zijn in de USA en in het bijzonder
in de staat Virginia duizenden mensen soms op zeer jonge leeftijd
gedwongen of onder valse voorwendsels gesteriliseerd in het kader van
eugenetica. Het blanke ras dient te worden gezuiverd van erfelijke
kwalen. Blinden, doven, tuberculose patienten, epilepsielijders,
geestelijk gehandicapten, geslachtszieken en sociaal zwakkeren, die het
etiket instabiliteit opgeplakt kregen zijn het slachtoffer geworden van
dit beleid dat door het Hooggerechtshof is gelegaliseerd. |
|
861
zijn in de diepe wateren verzonken.*
* In het 16e eeuwse Frankrijk nemen edelen zigeunerbenden in
krijgsdienst, die als aparte militaire eenheden zijn georganiseerd
(Moorman van Kappen, Geschiedenis van de Zigeuners..., blz 53 noot
127). In de Tziganiada van Ion-Budai Deleanu geeft Vlad zigeuners eigen
grond, dorpen en vrijheden in ruil voor krijgsdienst tegen de Turken.
Budai-Deleanu (1760-1820) voert Vlad op als het ideaal van de verlichte
despoot; hij wordt echter door de onderling verdeelde zigeuners in de
steek gelaten.
Veel zieken*, blinden, kreupelen, miserabelen
* Zieken: mogelijk worden hier melaatsen bedoeld. In de middeleeuwen
wordt melaatsheid, een kwaal sterk geassocieerd met sexuele zonde ook
aangeduid met "De Ziekte".
toen ze klaar waren met zuipen en vreten**
** Maar wanneer gij een feestmaal aanricht nodig dan bedelaars,
misvormden, lammen en blinden. En gij zult zalig zijn omdat zij niets
hebben om u terug te betalen. Want het zal u terugbetaald worden bij de
opstanding der rechtvaardigen (Lucas 14:13-14)
Hij heeft over de armen geschenken uitgestrooid, en zijn gerechtigheid
blijft van eewigheid tot eeuwigheid; want hij heeft allen verrijkt en
gesterkt uit de onuitputtelijke schatten die hem door God geschonken
zijn (nog opzoeken waar deze tekst uit is)
Wie den armen geeft, leent den Heer (Spreuken 19:17) en het hieruit
voortgekomen gezegde: "la main du pauvre est la bourse du Dieu".
De dood is beter dan een ziek leven of gestadige krankheid (Apocriefe
boeken, Jezus Sirach 30:17) O dood, hoe wel doet gij de nooddruftige
die zwak en oud is, die in alle zorgen steekt en niets beters hier te
hopen noch te verwachten heeft (Jezus Sirach 41:3-4)
Mijn kind begeef u niet tot bedelen, het is beter te sterven dan te
bedelen. Wie zich op eens anders tafel verlaat, denkt zich niet met ere
te onderhouden: want hij moet zich bezondigen om vreemde spijs. Maar
een verstandig, wijs man wacht zich daarvoor. Bedelarij smaakt de
onbeschaamde mond wel, maar hij zal ten laatste een kwade koorts
daarvan krijgen (Jezus Sirach 40:29-31)
De begeerte van de luiaard brengt hem ten dode, want zijn handen
weigeren te werken (Spreuken 21:25)
Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen (Exodus 23:25)
Doch de nietswaardigen- zij zijn allen als verstrooide doornen,
voorwaar zij worden niet met de hand aangevat; moet iemand ze aanraken,
dan voorziet hij zich van ijzer of lansschacht, en met het vuur worden
ze op de plaats zelf geheel verbrand (Samuel 23:1-7)
Ook in de Nederlanden is het thema van de brassende (en hebzuchtige)
bedelaar bekend. De vertegenwoordigers van de anti-maatschappij worden
zo afschrikwekkend mogelijk weergegeven in de beeldende kunsten
voorzien van alle tekenen van uiterlijk verval die de 'bewijzen' vormen
van een door en door zondige levenswandel. Het zijn vaak "Macabere
afbeeldingen van vechtend, moordend en zich volvretend uitvaagsel: soms
zie je op de achtergrond een galg of een heel galgenveld met
tentoongestelde lijken, de ondubbelzinnige verwijzing naar het
definitieve eindpunt van een buitensporig leven" (Boeventucht, Dirck
Volckertszoon Coornhert.....Muiderberg, 1985, p.26-28).
tot as verbranden in een houten huis***
*** Een soortgelijk verhaal bestaat over de 9e eeuwse bisschop van
Mainz, Hatto en de muizetoren te Bingen, waarbij de bisschop tijdens
een hongersnood de armen heeft uitgenodigd voor een maaltijd, maar hen
levend laat verbranden. Zijn commentaar op het geschreeuw van zijn
slachtoffers: "Hoor ze piepen als muizen." Als straf vreten de muizen
zijn graanvoorraden in de toren op en achtervolgen de bisschop tot
boven in zijn toren waar ze hem verslinden. De muizen zijn in dit
verhaal symbool voor de teruggekeerde wraakzoekende zielen van de
bedrogen slachtoffers. Overigens is Hatto in werkelijkheid gewoon in
bed gestorven.
Gezien het feit, dat de maaltijd in een houten gebouw is georganiseerd,
zou men bijna kunnen vermoeden, dat het incident in de winter heeft
plaatsvonden. Feestmalen voor grotere groepen mensen vinden als het
weer het enigszins toelaat in de open lucht plaats.
Ebendorffer is de enige uitzondering. Hij schrijft dat de bedelaars na
een verkwikkend maal worden gespietst. Vlad stuurt zijn slachtoffers
niet hongerig de eeuwigheid in.
zijn commentaar was: "Dit volk is niet pluis";****
**** In de traditionele agrarische Roemeense samenleving worden
families sociaal gerangschikt onder goede/sterke geslachten (neam bun)
en zwakke slechte geslachten (neam rau/slab): de goede en slechte
eigenschappen worden door middel van het bloed van generatie op
generatie doorgegeven (Kligman, Wedding...)
In Vlads ogen en waarschijnlijk van vele andere tijdgenoten zijn deze
bedelaars en leeglopers niets anders dan neam rau.
In de Roemeense folkore nemen de sjolomonari, de weertovenaars vaak de
gedaante aan van kreupele of lamme bedelaars. Ze dragen altijd vuile
lompen en hebben verwarde haren. Ze slapen in holen, bossen en hutjes.
Ze worden soms als heilig, maar vaker als boosaardig (want ze hebben
hun ziel aan de Duivel verkocht in ruil voor hun bovennatuurlijke
krachten) beschouwd. De weermakers sturen hagelbuien naar de plaatsen
waar de mensen hen geen aalmoezen geven of hen bespotten. Ze eten
mensenvlees (Rumänische Sagen..., blz. 65). In de roemeense
folkore nemen God en Petrus vaak de gedaante van bedelaars aan en
wandelen zo rond op aarde om het gedrag van de mensen gade te slaan.
Overigens motiveert Vlad volgens andere versies zijn gruweldaad met het
argument, dat hij deze arme mensen van hun ellende en lijden heeft
willen bevrijden en zijn land heeft willen verlossen van armoedzaaiers.
ARMOEDE IN EUROPA IN DE 15e EEUW IN HET KORT:
Vlads optreden moet worden gezien in het licht van de houding in andere
Europese landen tegenover de armen.
De schepenen van Gent bijvoorbeeld zijn gerechtigd om uit hun gemeente
die burgers te verdrijven, die naar hun oordeel daar van geen enkel nut
zijn. Men heeft elders waarschijnlijk niet zulke rigoreuze maatregelen
genomen als Vlad, maar menig bestuurder zou er wel van gedroomd hebben.
Aan het einde van de middeleeuwen hoort men de algemene klacht dat de
armen en met name de bedelaars toenemen. De bedelaars als groep worden
beschouwd als een bedreiging voor de maatschappelijke orde. De vooral
in grote groepen optredende bedelaars worden gezien als een bron van
gevaar en misdaad, ze kunnen gemakkelijk oproerig worden of tot geweld
overgaan. Armoede brengt misdaad voort.
Bedelaars en armen leven op straat overgeleverd aan de elementen, hun
leven is hard en wreed, er is weinig onderlinge solidariteit.
De typische bedelaars zijn zieken, ouden, weduwen, wezen en voormalige
soldaten.
Ook misbruik wordt in deze dagen gesignaleerd: krachtige en gezonde
mensen, die kunnen werken gaan uit bedelen uit luiheid (werkschuw tuig
zou men in de 20e eeuw zeggen). Men leent kinderen om zich voor te doen
als zeer kinderrijk, men verminkt zich opzettelijk of speelt de lamme,
kreupele, blinde of verminkte, simuleert ziekten om de beurzen van de
burgers te openen. Overheden pogen het bedelaarsprobleem onder controle
te krijgen door bedelvergunningen te geven of vreemde bedelaars te
verjagen, en dreigen met lijfstraffen voor werkweigeraars. Er wordt dan
reeds onderscheid gemaakt tussen het niet kunnen en niet willen werken.
De Engelse koning Hendrik VIII voert in 1531 zelfs straffen in voor
degenen die in de behandeling van de armen zijn regels niet naleven:
men kan gestraft worden voor het geven van aalmoezen aan bedelaars, die
zonder vergunning bedelen.
Sommige groepen bedelaars worden ondergebracht in maatschappelijk
oneerlijke beroepen zoals prostituées, toneelspelers,
beulen,
goochelaars, en vuilophalers. Ze worden beschouwd als oneerlijke lieden.
De middeleeuwse armoede kent diverse oorzaken; ouderdom, teveel
kinderen, gebrek aan land, hongersnoden, conjuncturele veranderingen in
de economie, natuurrampen, oorlogen, persoonlijk ongeluk.
In het 15e eeuwse Walachije kan men als oorzaken zien: oorlogen, de
interne strijd en chaos, pest (onder andere in 1455/1456),
misoogsten als gevolg van grote droogte zoals in 1456. Hoeveel armen er
in Walachije voorkomen is onmogelijk te zeggen. In de 15e eeuwse steden
in Westeuropa leeft tussen de 39% (Dresden) en de 73% (Frankfurt) van
de bevolking in diepe armoede, waarbij het gemiddelde boven de 50%
uitkomt. Walachije is dan echter grotendeels een agrarische samenleving
en de steden in dat land kennen voornamelijk een dorpsstructuur. Het
grootste deel van de inwoners is ook nog afhankelijk van landbouw en
veeteelt. De sociale structuur in de steden in Walachije laat zich dan
ook niet vergelijken met die in andere europese landen.
Armoede is waarschijnlijk ook in dit land de normale toestand van een
groot deel van de bevolking. De familie is de eerste opvang voor de
armenzorg. In aanmerking voor openbare steun en giften komen de
weduwen, wezen en zij zonder verwanten. Men let er wel op dat alleen de
armen uit de eigen gemeenschap worden geholpen, vreemde zwervers en
bedelaars moeten zoveel mogelijk geweerd worden.
In Brashov (Kronstadt) worden in de 15e-16e eeuw de armen, zieken,
bejaarden, gebrekkigen volgens oude gewoonten onbarmhartig veracht aan
het lot overgelaten. Ze liggen overal in straten en stegen verspreid in
kou en regen, jammerlijk klaaglijk smekend om hulp en aalmoezen.
Het aantal vagebonden en zwervers in Europa kan rond 1500 wel 10% van
de bevolking uitmaken.
In de agrarische gemeenschappen van gezeten boeren in Walachije worden
nog steeds zwervers en vagebonden als zeer bedreigend ervaren. De
houding van van de 20e eeuwse Roemeense boeren tegenover zigeuners
onderscheidt zich niet wezenlijk van hun 15e eeuwse voorouders.
De middeleeuwer onderscheidt 2 soorten armoede; de vrijwillig gekozen
armoede uit godsdienstige overwegingen. Deze wordt hooggeacht.
Daarnaast is er de onvrijwillige armoede, die negatief wordt
gewaardeerd. Ze wordt geïdentificeerd met immoraliteit,
domheid,
oneerlijkheid. Arm zijn die mensen, die in een toestand van zwakheid,
behoefte en gebrek leven; het ontbreekt hen aan lichaamskracht om te
kunnen werken en zich te verdedigen en materiele zaken, maar meer nog
aan sociale kracht, die het gevolg is van aanzien en invloed, het om
kunnen gaan met wapens, rechtsposities, zekerheid door sociale
bindingen, kennis en politieke macht. Ze behoeven bescherming, ze
hebben geen macht en geen bezit en zijn altijd van geringe stand, ze
hebben geen verwanten en zijn eenzaam, verlaten en vol kwalen. Ze
kunnen geen of nauwelijks aanspraak maken op bescherming en rechten van
de zijde van de overheid, net als de ter dood veroordeelde die al zijn
rechten kwijt is.
Persoonlijk ongeluk als gevolg van lichamelijke gebreken:
Lichaamsgebreken kunnen het gevolg zijn van: ongelukken, oorlogen,
lijfstraffen en ziekten: infectieziekten zoals lepra, polio, jicht.
Slijtage, vitaminegebreken die vergroeiingen of blindheid veroorzaken,
vergiftiging met het moederkoorn waardoor ledematen afsterven. En dan
zijn er ook nog aangeboren afwijkingen. Van veel afwijkingen is de
biologische oorzaak niet duidelijk voor de middeleeuwer.
Lichamelijke gebreken en armoede worden geassocieerd met zonden; de
armen en gebrekkigen worden gestraft voor hun eigen zonden of die van
hun ouders. De samenleving als geheel behandelt gebrekkigen wreed. Alle
mogelijke ziekten en misvormingen zijn het gevolg van seksuele zonden
van de ouders, die op verboden tijden gemeenschap hebben gehad met name
tijdens de menstruatie. Kinderen verwekt tijdens de menstruatieperiode
worden geboren met de volgende gebreken: blindheid, doofheid, stomheid,
dwaasheid, epilepsie, bezetenheid van de duivel, bochel, krom, een
grote krop, melaatsheid. Rood haar en sproeten zijn nog de
onschuldigste gevolgen.
De zonde van seksuele gemeenschap wordt vooral toegeschreven aan het
lage volk, dat onwetend en ongeletterd is en nauwelijks naar de kerk
gaat. Melaatsen worden in Westeuropa ondergebracht in speciale
melatenhuizen of zwerven rond uitgestoten uit de gemeenschap. In
Walachije zwerven de groepen melaatsen rond of leven mogelijk in aparte
dorpen (aparte leprozendorpen bestaan nog in het huidige
Roemenië). Ook in de ogen van de kerk zijn kreupelen
vleesgeworden
schande en zonde, maar volgens de kerkelijke leer hebben de
ongelukkigen daar zelf geen schuld aan.
Verminkende lijfstraffen gaan uit van dezelfde grondgedachte dat de
straf voor de zonde op deze wijze wordt geuit. De voivoden van
Walachije moeten in navolging van de byzantijnse keizers lichamelijk
volmaakt zijn en geen gebreken hebben. Verschillende voivoden schakelen
hun rivalen uit door hen in het gelaat te verminken (neus, of lippen
worden afgesneden, neus wordt gespleten, ogen uitgestoken)
Het waren er mischien wel meer dan zeshonderd*****
***** Andere versies spreken van 200 bedelaars.
allen kwamen om, geen een uitgezonderd******
****** Met belangrijke feestdagen verdeelt de vorst van Walachije geld
en brood onder de armen, die zich voor zijn paleis verzamelen, onder
andere op Paaszondag. Het verdelen van brood en aalmoezen onder arme
mensen hoort in de traditie van pomana (dodenherdenking in het kader
van voorouderverering); door het uitdelen van aalmoezen eert men de
zielen der voorouders, hoe vrijgeviger, hoe beter de voorouders het
hebben in het dodenrijk, hun zielen vinden rust. Houden nabestaanden
zich niet voldoende aan de pomana, dan kunnen de verstoorde zielen
terugkeren en hen kwellen en straffen door middel van rampen en ziekte.
Van de pomana wordt vooral misbruik gemaakt door zigeuners, die tot
ergernis van de gevers en omstanders grote hoeveelheden brood en giften
meenemen.
Liefdadigheid in de middeleeuwen heeft algemeen ten doel het veilig
stellen van het eigen zieleheil en minder het opheffen van de armoede.
De rijke heeft de arme nodig om in de hemel te komen. Armoede behoort
tot de sociale door God ingestelde orde, men kan ze lenigen maar niet
opheffen. Door de armen en daarmee de armoede uit de wereld te helpen
gaat Vlad in tegen de door God ingestelde orde.
Overigens neemt Vlad ook andere maatregelen, waarvan sommigen wel en
anderen niet primair het doel hebben de armoede (en werkloosheid) te
bestrijden:
- Opbouw en uitbreiding leger. Beheim geeft al in zijn gedicht aan dat
Vlad criminelen, zwervers en lui van laag allooi in dienst neemt.
- Ontginning van woeste gronden en het stichten van nieuwe dorpen in de
ontgonnen gebieden om in de behoefte aan land onder de landlozen te
voorzien. De door Vlad gestichte en van belastingen vrijgestelde dorpen
zijn Vladaia, Albutele en Troianesti.
- Bevordering van handel en nijverheid door bescherming van de eigen
kooplieden tegen buitenlandse concurrenten.
- Publieke werken: de bouw, uitbreiding en reparatie van vestingwerken,
het bouwen van kerken en kloosters. Zo worden de vestingen Poenari en
Bukarest hersteld en vergroot. Het paleis te Tirgoviste wordt voorzien
van de Chindeiatoren. Kerken worden gebouwd te Tirgsor, Constantinesti,
Balteni en een nieuw klooster gesticht te Comana. Het klooster
Snagovwordt van uitgebreide verdedigingswerken voorzien, evenals een
klokkentoren en drinkwatervoorzieningen en een gevangenis.
Het is echter duidelijk dat niet alle categorieën van armen en
criminelen met deze maatregelen worden geholpen.
N.Ceausescu is een groot bewonderaar van Vlad geweest en heeft zich
graag met hem vereenzelvigd. En deze bewondering is er de oorzaak van
dat bovengenoemde anekdote over het verbranden van de bedelaars, die
ook in de Roemeense folklore voorkomt (en bij toneelschrijvers een zeer
populair thema vormt) is weggelaten uit de editie uit 1973 van V.
Adascalitei, De la Dragos la Cuza-Voda, Legende populare romanesti,
Bucuresti terwijl deze sage nog wel in de uitgave van 1966 is te vinden.
Mihail Eminescu vraagt Vlad aan het einde van zijn gedicht; "De derde
brief" om het land te bevrijden van maatschappelijke en politieke
corruptie:
"Herrijs nog een maal. O Tzepesh. Grijp en verdeel deze lui
in twee grote groepen van gekken en boeven, en sluit
ze daarna met geweld op in grote stadsgestichten,
en steek met één enkele fakkel de brand in
gevangenis en gekkenhuis". (1877)
Ook Alexander Macedonski roept aan het begin van de 20e eeuw in zijn
gedicht "Ik begrijp je, O Tzepesh" Vlad op om uit zijn dodenslaap te
ontwaken en zijn graf te verlaten en weer onder de Roemenen te leven,
want de dichter voelt dezelfde woede van de prins en deelt diens
sombere visioenen. (Al. Macedonski, Opere 3. Bukarest, 1967).
|
871
Ik weet, dat verschillende Walen,*
* Italianen, waarschijnlijk Genuezen. Er wordt veel handel gedreven
tussen Walachije en de Genuese handelskolonie Kaffa aan de Zwarte Zee.
Pikant detail: Genua onderhoudt een uitstekende relatie met het
Osmaanse Rijk in tegenstelling tot haar rivaal Venetië. Genua
wordt er dan ook regelmatig verdacht van het kiezen van de zijde van de
Turken in conflicten met de christelijke rijken van Europa.
|
901
en zo leerde hij hen mores op deze wijze*;
* Quattor Coronati worden de vier gebroeders genaamd, martelaren die
door middel van ijzeren punten kronen op hun hoofden vastgenageld
hebben gekregen en zo de staat van heiligheid hebben verworven.
Andere versies verhalen van Turkse gezanten in plaats van Italianen. De
Turken weigeren hun hoofd te ontbloten voor Vlad onder verwijzing naar
hun gewoonte, dat ze zelfs voor de Sultan hun hoofd bedekt houden.
Over Iwan de Verschrikkelijke (1530-1584) die is grootgebracht met de
russische Draculakroniek en met de daden van Vlad bekend is wordt een
identiek verhaal verteld.
Diplomatieke onschendbaarheid is in het algemeen een nog onbekend
begrip in deze dagen. Vergelijk ook de byzantijnse houding tegenover
incompetente gezanten.
Dat de Turken op hun beurt ook niet bijster zachtzinnig omspringen met
hun onwelgevallige ambassadeurs kan men beschreven vinden "De Turkse
brieven" van Ogier Ghislain de Busbecq, die rond 1550 gezant is geweest
in Constantinopel.
De Russische Draculakroniek maakt ook gewag van de wijze waarop Vlad
omgaat met gezanten.
Een anecdote gaat over de Hongaarse gezant Benedikt de Boithor, die in
1458 namens koning Matyas Corvinus Vlad bezoekt en hoe hij door slimme
antwoorden op Vlad's strikvragen zijn leven weet te redden.
Van de Pool Muzilo de Buczacz, die in 1461 in opdracht van Stefan cel
Mare naar Vlad reist zijn geen wederwaardigheden bekend. Hij overleeft
zijn missie.
Andere Walachijse voivoden zijn ook niet altijd te spreken over de
kwaliteit en gezindheid van gezanten naar hun hof (Urkundenbuch VII,
4228)
Zo stuurt Brachov bij een gelegenheid slechts "een voerman" naar Vlad
Calugarul (een halbroer van Vlad Tzepesh), die diep beledigd een andere
gezant eist (Urkundenbuch VII, 4460)
|
911
De wrede boosheid*, die hij had bedacht,
* Deze wreedheid wordt alleen maar overtroffen in de verzameling
heiligenlevens waarmee Vlad en Beheim ongetwijfeld zeer vertrouwd zijn
geweest.
De meeste schrijvers die zich met Dracula hebben bezig gehouden pogen
zijn wreedheden te plaatsen in het kader van de algemeen heersende
wreedheid van de late middeleeuwen, met name folteringen in de
wereldlijke en geestelijke rechtspraak, de wrede neigingen van andere
heersers in oost en west. Volgens sommige opvattingen zijn de
wreedheden van Vlad sterk overdreven als gevolg van de anti-propaganda
gevoerd door zijn vijanden en door de bloeddorstige smaak van het
sensatiehongerige publiek (R.Märtin, Dracula, 1980, blz
127-138).
Wat dit laatste betreft: "In de 15e eeuw is er in Noord-Europa sprake
van een ziekelijk zwelgen in walging, dat beantwoord moet hebben aan
een behoefte, die we tegenwoordig moeilijk kunnen begrijpen" (Boase,
106). Deze voorgaande opmerking is echter gemaakt voor de intrede van
het verschijnsel videotheek. Tegenwoordig kan de laat 20e eeuwse burger
zijn behoefte aan walging bevredigen door middel van video's als "Faces
of Death", waarin de laatste momenten van mens en dier zijn opgenomen.
Deze videofilms zijn een huiskamervervolg op het 60ger jaren
bioscoopsucces "Mondo Cane".
In de gewelddadige samenlevingen van de late middeleeuwen behoren
wreedheden tot de normen van de militaire elite (waar Vlad deel van
uitmaakt). De mannen uit de krijgerskaste worden opgevoed om hun
lichaam en lichaamskracht en affektieve reserves op elk moment accuut
en tot het uiterste in te zetten als de noodzaak zich voordoet om zijn
eer te verdedigen. Hij moet met gepaste woede kunnen reageren op
beledigingen, smaad en aanvallen. Aggressie, waaronder seksuele
aggressie is de kern van de mannelijke identiteit. Fysiek geweld is
bijna het belangrijkste onderdeel van zijn bestaan. Het is voor hen een
vitale noodzaak, om op elk ogenblik een maximum aan lichaamskracht en
de bijbehorende emotionele driften (woede, aggressie etc) op te brengen
en in zich op te roepen. Geweld is de sociale norm. Tegelijkertijd
moeten de uitingen van dit geweld worden gekanaliseerd en binnen de
perken worden gehouden om doelmatig gebruikt te kunnen worden.
Uitspattingen van wreedheid sluiten iemand niet uit van de maatschappij
en de sociale groep waartoe hij hoort. Er rust geen maatschappelijk
taboe op wreedheid; het kwellen en doden van anderen (met name
minderen, lagere klassen en gevangen en verslagen vijanden van lagere
rang) is toegestaan en als sociaal vermaak aanvaardbaar. De
maatschappelijke inrichting van de samenleving versterkt deze tendensen
(Märtin, blz. 131). Ridderlijkheid bestaat alleen maar
tegenover
leden van de eigen ridderlijke stand. De opkomst van de burgerij,
handel, steden betekent het ontstaan van een samenleving met andere
belangen dan van de militaire kaste, die leeft van roof en moord. De
anecdotes over Vlad moeten deels gezien worden in het licht van dit
conflict.
Een ander element: er is in de late middeleeuwen onder theologen en
andere geleerden een stroming, die de onverbiddelijke totale
onderwerping van het individu aan de gemeenschap (waarvan de vorst het
hoogste symbool is) predikt. De ideologie van het Pro Patria Mori.
Sterven en doden voor het vaderland worden beschouwd als een heilige
offerdaad. Geleerden aarzelen niet vanachter hun schrijftafels en
lessenaars zeer bloeddorstige taal uit te slaan. Zie: Guilelmus
Durandus die in Speculum juris verklaart, dat het voor de verdediging
van het vaderland geoorloofd is zelfs de eigen vader te doden, en de
florentijnse kanselier Coluccio Salutati "Wanneer de
verdediging
of zelfs maar de uitbreiding van het vaderland op het spel staat, acht
hij het geen misdaad de bijl te slaan in 's vaders hoofd, broers te
verpletteren, of het ongeboren kind met het zwaard uit de schoot van de
echtgenote te nemen." Gruwelen in de naam van God en het vaderland en
het algemeen welzijn bedreven aan de eigen familie zijn welgedaan
(Weiler). Deze opvattingen zullen Vlad zeer zeker hebben aangesproken,
die er zeker geen kwaad in ziet om zijn vijanden en
tegenstanders
te offeren voor God, Vaderland en Orde.
Voor de gemoedsrust van de lezer: er zijn in deze tijd ook geleerden
met andere opvattingen over de plaats van het individu in de
samenleving.
Overigens wordt in de Turkse kroniek Tevarih al-i Osman van Sjemseddin
Ahmed bin Suleiman Kemal-Pasja-zade letterlijk over Vlad geschreven:
"Voor hem was het geen zonde om ook zijn eigen bezittingen te
verwoesten en zelfs het bloed van zijn vrouw en van zijn kinderen te
vergieten".
en aan velen** had volbracht,
** Velen. De bisschop van Eger schat in 1476 het aantal slachtoffers
van Vlad op meer dan 100.000. Volgens een anecdote doodt hij tussen de
20-40 mensen per dag, maar op sommige dagen brengt hij er veel meer om
(Harmening).
Gezien de onbetrouwbaarheid van de meeste getallen genoemd door Beheim
en anderen is het bijna niet mogelijk een exacte berekening te maken
van zijn slachtoffers. De enige nauwkeurige opgave is een brief van
11/2/1462 waarin Vlad het aantal slachtoffers van zijn wintercampagne
langs de Donau noemt: 23.884. Met de niet getelde doden stijgt dit
cijfer waarschijnlijk ver boven de 24.000. Telt men de doden van de
voorgaande jaren hierbij op dan komt men zeker boven de 30.000. Hoe
hoog men het aantal wil schatten, tussen 30.000 en 100.000 zoals
McNally en Florescu doen, hangt af van de gevoelens die men over Vlad
koestert, maar mijns inziens ligt de gruwelijkheid niet zozeer in
aantallen maar in de intentie en methode. Is er een moreel verschil
tussen 30.000 of 100.000 of zelfs tussen 1 en 100.000?
Overdrijven is zeker niet alleen een 15e eeuwse deugd. We hoeven alleen
maar te wijzen op de aantallen doden genoemd tijdens de dagen van de
decemberrevolutie in Roemenië en de mediahysterie rond de
gruwelijk verminkte lijken gevonden te Timisoara (Temesvar). Deze
"slachtoffers van de Securitate" blijken later lijken van daklozen te
zijn, waarop sectie was verricht voordat ze op de armenbegraafplaats
zijn begraven. De "martelkamers" van de Securitate zijn niets anders
geweest dan de mortuaria waar de doden zijn gelegd om ze gereed te
maken voor de begrafenis enz. Maanden na deze beelden en berichten is
de massamoord van Timisoara als een zeepbel uiteengespat.
Van de 17e eeuwse moldavische prins Vasile Lupu schrijft men, dat hij
14.000 oneerlijke lieden heeft laten doden, nadat hij hen voor hun
eerste vergrijp de oren heeft laten afsnijden; en wat overspelige
vrouwen en zondige meisjes betreft heeft hij er genoeg van gekregen om
hen de neus af te snijden en heeft hij hen bij duizenden laten
verdrinken (Stoicescu, 186).
In 1442 rijden in Buda in de triomfantelijke intocht van Janos Hunyadi
nadat hij de Turken uit Transsylvanië heeft verdreven twee
karren
volgeladen met hoofden van gedode Turken mee.
Dezelfde Hunyadi verovert in 1450 het fort Moldva bij Kassa en laat hij
van de overlevende verdedigers 1 oog uitsteken en oren en handen
afhakken. Zijn zwager Mihaly Szilagyi laat van opstandige burgers in
Bistritz in 1457 ogen uitsteken en armen afhakken. Overigens wordt
Szilagyi bij de belegering van Bistritz gesteund door Vlad.
Stefan cel Mare laat bij de verovering van de Walachijse vesting
Teleajen in oktober 1474 de gehele bezetting onthoofden.
In 1467/1468 laat Matyas Corvinus opstandige edelen in
Transsylvanië onder gruwelijke folteringen terechtstellen. Zo
worden van een aantal het vlees met nijptangen afgerukt voor ze worden
onthoofd.
Nog zo'n lekker dier is Johan II hertog van Sagan (1435-1504), een
legeraanvoerder van Matyas Corvinus, die om de hertogstitel te
verkrijgen zijn eigen broer, de rechtmatige hertog in 1472 in een
kerker heeft laten verhongeren.
En om naar de twintigste eeuw terug te keren: de politionele akties van
het Nederlandse leger tussen 1945-1948 tegen de Indonesische
onafhankelijkheidsstrijders hebben zo'n 200.000 mensenlevens gekost.
Ook in 1993 concludeert Amnesty International, dat van alle moordenaars
de regeringen de grootste zijn. Door de gruwelijkste middelen plegen ze
massamoord op eigen onderdanen (zie oa Dili in Oost-Timor). "Ze worden
doodgeschoten door hun moordenaars of in grote groepen afgeslacht. Ze
worden doodgestoken, gewurgd, verdronken of vergiftigd. Hele families
worden in een hut levend verbrand. Ze worden in kuilen gegeooid, met te
veel mensen in treinwagons gepropt, uitgehongerd of in benauwde kerkers
achtergelaten (Volkskrant 21-10-1993 p.4>
|
921
ongeacht hun oorsprong,*
* Uit de bronnen (oorkonden en brieven) blijkt, dat Vlad's bojarenraad
is samengesteld uit Walachen en een enkele Zevenburger Sakser.
Sommige bojaren komen uit bekende bojarenfamilies, anderen
zijn
van onbekende afkomst. Vlad neemt in zijn leger huurlingen in dienst,
en waarschijnlijk doelt Beheim op deze lieden, waarmee mogelijk werden
speciale veiligheidstroepen, Sonderkommando's avant la lettre
zijn
gevormd, die de slachtpartijen voor hun rekening nemen en terreur
zaaien. Vlad heeft mogelijk ook in zijn persoonlijke lijfgarde
huurlingen, omdat hij vanwege de vele intriges zijn landgenoten niet
vertrouwt. Vergelijk ook de gewoonte van de byzantijnse keizers om
huurlingen uit oa Turkije, Hongarije, het Saracenenrijk en zelfs
Vikingen in hun lijfwacht op te nemen. Deze lieden zitten echter niet
in de sfat domnesc, de bojarenraad. Chalcocondylas schrijft neutraal,
dat Vlad in korte tijd het gehele openbare leven en bestuursapparaat in
Walachije heeft gereorganiseerd en ingrijpend heeft veranderd.
De zeden aan zijn hof waren een wilde beestenboel**
** Beheim is hier duidelijk in tegenspraak met de Roemeense en
Russische verhalen, die benadrukken dat Vlad staat op orde, discipline,
netheid, vlijt, goed gedrag en zedelijkheid.
Beheim roept het beeld op van een onbeschaafde ordeloze en zedeloze
hofhouding, zonder hier echter details te geven.
N.B. Een pikant detail in deze. Beheim is Duitser en de Duitser in de
late middeleeuwen staat niet overal even goed bekend in Europa: uit de
geschriften van Italiaanse humanisten uit de 14e-16e eeuw komt een
beeld naar voren van de Duitser als: dronkenlap, vraatzuchtig, smerig
en stinkend, ongemanierd met weerzinwekkende eetgewoonten, woest en
wreed in de oorlog (furor teutonica, rabia teutonica), barbaars,
roofzuchtig, inhalig, hooghartig wellustig, platvoers en dom. Zijn
enige deugd: hij werkt hard en heeft een talent voor de "ars
mechanica"; is een goed handwerker, trouw en loyaal (op een slaafse en
aanhankelijke manier: zijn trouw ontaardt in fanatisme). In feite
presenteert Beheim in Vlad een beeld, dat in andere delen van Europa
van de Duitse natie bestaat. In het huidige Duitse spraakgebruik staat
Walachije synoniem voor wanorde: "Es sieht's ja aus wie in der Walachei"
De vorst die zich met geboefte omringt is overigens een geliefd thema
van Beheim.
Dat het aan het Walachijse hof niet altijd even verfijnd toegaat kan
men lezen in "The Travels of Makarius", waar uitgebreid de 17e eeuwse
drinkgelagen bij de diners aan het hof
worden beschreven. De vorst en zijn bojaren zuipen behoorlijk, er gaan
soms wel 30 glazen wijn per persoon doorheen.
Verder zijn er een aantal aardig ruige volksgebruiken, die mogelijk ook
op het 15e eeuwse hof hun invloed hebben, zoals bij de viering van de
calujs, de nieuwjaarsfeesten en bij dodenwaken.
Uit beschrijvingen weten we dat het Hongaarse hof in de 15e eeuw ook
een ruig oord is: men eet en drinkt zich ongans, ruwe omgangsvormen
heersen er tussen de edelen, het hof is boerser dan de westerse hoven;
er is nauwelijks sprake van etikette.
Hier volgen een aantal Russische en Roemeense anecdotes hoe Vlad rust
en orde in zijn land handhaaft:
1. "Dracula heeft bij een afgelegen fontein een gouden drinkbeker laten
plaatsen opdat alle voorbijgangers hun dorst daarmee kunnen lessen.
Zolang hij regeert neemt niemand deze beker mee."
2. "Een koopman is bestolen. Dracula geeft opdracht om de dief binnen
een etmaal op te sporen, anders zal hij zijn hoofdstad verwoesten. De
koopman vergoedt hij het gestolen bedrag uit zijn eigen schatkist, maar
voegt er een dukaat aan toe. De koopman telt het geld en gaat naar
Dracula en vertelt dat er een dukaat te veel is. Daarop laat Dracula
hem weten, dat als hij niet zou hebben toegegeven, dat er een dukaat
teveel was, hij hem naast de inmiddels gevangen dief zou spietsen." In
een andere variant geeft Dracula een koopman, die om bewaking vraagt
opdracht om zijn koopwaar en geld onbewaakt gedurende een nacht in een
afgelegen steeg achter te laten. De volgende dag vindt de koopman zijn
spullen onaangeroerd terug.
N.B. De Roemeense versies weten te vertellen dat het om een koopman uit
Florence zou gaan. Frappant is dat tussen 1443-1472 in Sibiu een
Cristofor Italicus Zanobia de Florencia als burger en later ook
kamergraaf van Baia Mare wordt genoemd.
Bonfinius schrijft "zo groot was zijn strengheid, dat men in zijn
onbeschaafde land veilig met zijn bezit in de dichtse wouden kon
verkeren."
Waardigheid, eer en fatsoen waren er schaars.***
*** Cazacu vertaalt hier, dat Vlad en zijn handlangers zich schandalig
verrijkten, hij slaat de plank hier helemaal mis.
was het evenbeeld van Satan's Gruwelpoel****
**** Vlad wordt gelijk gesteld aan de Duivel, zijn hofhouding was de
hel. Een ware deugdzame vorst streeft ernaar zijn rijk zoveel mogelijk
te doen gelijken op Gods rijk op aarde.
De morele verontwaardiging die Beheim hier toont doet wel heel
merkwaardig aan als men bedenkt dat Beheim onder andere in dienst is
geweest van Ulrich graaf van Cilly (1407-1456) en diens neef Ladislaus
Posthumus. Ulrich is bekend als een perverse wellusteling, net als zijn
vader Friedrich (1379ª1454) berucht als notoire boemelaar en
rokkenjager. Friedrich laat het intrigeren over aan zijn gewetenloze,
eerzuchtige en arrogante zoon, die zijn slappe vader minacht.
Friedrich van Cilly is gehuwd met Elisabeth van Modrus en Veglia. Hij
verstoot zijn vrouw ten gunste van de Kroatische Veronika van Desinic,
met wie hij in zonde leeft. Door zijn
vader Hermann en koning Sigismund wordt hij gedwongen zijn vrouw weer
terug te nemen die hij in 1422 vergiftigt. Hij trouwt in hetzelfde jaar
met Veronika. Friedrich en Veronika worden gevangen genomen. Vader
Hermann probeert Veronika dood te hongeren, maar ze blijkt taaier dan
hij verwacht en uiteindelijk laat hij haar in 1425 verdrinken,
afhankelijk van de versie die men kiest in de waterput of de badkuip.
Barbara van Cilly (1392-1451), de zuster van Friedrich en echtgenote
van Sigismund van Luxemburg, staat bekend als de "Hongaarse Messalina"
(een naam die ze met haar dochter Elisabeth deelt) wegens haar
overspelig gedrag, en ze wordt beschuldigd van alchemie en
valsemunterij, ketterij en zwarte magie. Ze zou zelfs door zwarte magie
uit de dood zijn teruggehaald en als vampier rondspoken in Graz. Haar
echtgenoot Sigismund is zo mogelijk nog overspeliger en wellustiger dan
zijn vrouw.
Friedrich en Ulrich oefenen vooral tussen 1453/1456 een funeste invloed
uit op de jonge en makkelijk te beinvloeden Ladislaus Posthumus
(kleinzoon van Barbara, zoon van Elisabeth, 1440-1457), die door hun
voorbeeld in een lichtzinnige en zedeloze feestvierder verandert zonder
interesse in staatszaken. Ze plunderen de schatkist, leven in grote
weelde en organiseren aan het hof drinkgelagen, uitspattingen en
hoererijen.
Voor 1408 worden de Cilly's beschouwd als een oud, maar onaanzienlijk
geslacht, dat pas in 1341 door de koning van Beieren, in de gravenstand
wordt verheven, wat in 1372 door de hertog van Oostenrijk wordt erkend.
Hun macht en rijkdom en hoge titels verwerven ze pas na 1408. (zie voor
geschiedenis van de familie Cilly literatuur genoemd in Lexicon des
Mittelalters en Europäische Stammtafeln, Marburg 1984, Band
III,
Teilband 1. literatuur bij Tafel 45).
Het beeld dat Beheim schetst van Vlad's hofhouding lijkt eerder
geinspireerd op dat van zijn broodheren, dan op ware kennis van de
huishouding van de walachijse prins, die de Cilly's en Habsburgers
vijandig gezind was.
Overigens stonden de Walachen in de 15e en 16e eeuw bekend als een ruw,
barbaars, inhalig roofzuchtig bijgelovig volk, dat verslaafd was aan
wichelarij, toekomstvoorspellingen en het omverwerpen van de regering
en vorstenmoord, hierbij geholpen door de inmenging der Hongaren en
Turken (Modrussa, Aeneas Sylvius de Piccolomini, Nicolaus Olahus,
Bocignoli, Verancsis, Petancius, Bonfinius, Doukas)
|
931
waren leugenachtig en onbetrouwbaar*
* Dat Vlad zijn onderdanen wel degelijk tot trouw en moed heeft kunnen
inspireren, al was het alleen maar door angst bewijst Chalcocondylas in
zijn verslag van de Turkse veldtocht in Walachije in 1462. Bij een
nachtelijke aanval op het Turkse legerkamp door de Walachen raakt een
aantal van Vlads mannen krijgsgevangen. Een van de gevangenen wordt
persoonlijk ondervraagd door de grootvizier Mahmud Pasja. De man
weerstaat alle druk om de verblijfplaats van Vlad en diens leger te
onthullen: "De man antwoordde dat hij dat heel goed wist, maar uit
vrees voor hem, hierover niets kon zeggen. Daarna, nadat zij
herhaalden, dat ze hem zouden doden, slaagden ze er maar niet in hem
uit te horen, hij op zijn beurt herhaalde steeds, dat hij gereed was te
sterven op welke wijze dan ook, maar hij durfde het gevraagde niet te
onthullen. Mahmud heeft grote bewondering voor zijn antwoord en hij zou
de soldaat hebben terechtgesteld, maar zou hieraan hebben toegevoegd
zegt men, met een zekere angst voor de situatie, waarin hij zich
bevond, dat als deze man over een groot leger zou beschikken hij tot
zeer grote macht zou kunnen komen." (Chalcocondylas)
Ook andere kronieken (Callimachus, Verancics, Boccignoli, Modrussa en
de Russische Draculaverhalen) geven weer hoe Vlad zijn mannen tot moed
en doodsverachting kon bewegen, ondermeer door zelf bij beslissende
veldslagen het goede voorbeeld te geven en zich persoonlijk in het
heetst van de strijd te begeven.
|
941
slechts door gebrek aan onderlinge eenheid*
* Er heerst zeker gebrek aan eenheid onder de Walachijse bojaren (zie
Modrussa en Bocignoli, Nicolaus Olahus, Verancics, Aeneas Sylvius de
Piccolomini), die geen gesloten front tegen de vastbesloten Vlad kunnen
vormen.
en tegen God, eer en recht misdaan**.
** Tegen God, eer en recht is een gangbare middeleeuwse uitdrukking om
aan te geven, dat de persoon in kwestie heeft gezondigd tegen de
bestaande feodale orde en hierarchie (Nijsten, blz. 322 noot 125)
Vergelijk het beeld dat Beheim oproept over de machthebbers in
Walachije met de woorden van bisschop Janos Vitez van Zredna (...-1472)
over Hongarije en Transsylvanië: "De waarheid wordt verzwegen,
alle fatsoen is verdwenen, de teugels van de wet zijn verslapt, ijzeren
wil en oncontroleerbaar geweld moorden, de rechten van iedereen worden
genegeerd, haat, verrraad en de bitterste onderdrukking vieren hoogtij
(I.Minea, Vlad Dracul si vremea sa, blz. 169)
|
951
tegen de Turk tekeer was gegaan,*
* zie de hierboven gemelde acties in de winter 1461/1462.
was deze laatste** zeer verstoord.
** Sultan Mehmed II.
in zijn hele rijk*** van dit wedervaren
*** Met behulp van de efficiënte tatarenpost kan in korte tijd
het uitgestrekte Osmaanse rijk het nieuws ontvangen.
|
961
met een reusachtige legermacht*
* De Turkse veldtocht in de zomer (mei-juni) van 1462 geschiedt met het
grootste leger sinds de verovering van Constantinopel, 150.000 man,
waar Vlad maar 30.000 man tegenover kan stellen
was.** Door zulk een grote macht
** Vlad biedt wel degelijk weerstand tegen de Turkse inval. Zie de
eerder genoemde kronieken en de intensieve briefwisseling van
Italiaanse diplomaten in de zomer van 1462.
Zijn verdediging:
- Vrouwen, kinderen en bejaarden worden met hun have en vee naar
veilige vluchtplaatsen in de bergen, bossen (Walachije was in die tijd
grotendeels bedekt met dichte en ontoegankelijke oerwouden) en
moerassen gestuurd. De gehele mannelijke bevolking vanaf 12 jaar en
ouder wordt in dienst geroepen en gemobiliseerd. Het volk is
traditioneel verplicht tot legerdienst tussen St.Joris (23
april)
en St. Demetrius (26 oktober).
- De Turken het moeilijk maken bij de oversteek van de Donau Konstantin
van Ostrovitza geeft in zijn Memoires een gedetailleerde en levendige
beschrijving van de problemen die het Turkse leger heeft ondervonden
bij deze oversteek, maar ook van de superieure organisatie en
bewapening der Turken.
- Een geregelde veldslag vermijden, maar achterhoedegevechten leveren
en turkse patrouilles en verkenners afslachten. Alleen in actie komen
in de gunstigste terreinomstandigheden, waarbij de tegenstander zijn
gebruikelijke taktieken niet volledig kan toepassen. In de 19e eeuw
wordt er een naam voor deze wijze van oorlogvoeren uitgevonden
"guerilla". In tegenstelling tot wat sommige al te onkritische
bewonderaars beweren, is Vlad beslist niet de uitvinder van deze
strijdwijze. Ook zijn grootvader Mircea cel Batrin vocht op dezelfde
manier tegen Bajazid I en versloeg hem in 1395 bij Rovine.
- Op de weg die het turkse leger volgt bij haar opmars voor de Turken
uit, alle huizen en akkers en weilanden verbranden en bronnen en
vijvers vergiftigen.
- Nachtelijke verrassingsaanval half juni, die demoraliserend werkt op
de Turken en de turkse terugtocht zeker verhaast.
Sommige schrijvers beweren dat Vlad ook nog een soort biologische
oorlogsvoering heeft toegepast door mensen geïnfecteerd met
besmettelijke ziekten te laten infiltreren in het Turkse leger. Hoewel
een dergelijke strijdmethode zeker niet beneden Vlads waardigheid zou
zijn geweest moeten deze beweringen echter met een grote berg zout
worden genomen, want geen van de eigentijdse bronnen maakt melding van
een dergelijke taktiek. Wel breekt de pest uit in het Turkse leger,
maar dat is niet de verdienste van Vlad. Besmettelijke ziekten breken
bijna altijd uit in middeleeuwse legers op veldtocht als gevolg van de
slechte leefomstandigheden.
In de jaren 1595-1596 voert Michael de Dappere een bijna vergelijkbare
strijd tegen de Turken, die Walachije zijn binnengevallen
(Documents..., blz.72-107)
|
991
zo luidde zijn conclusie*
* Er wordt hier gesuggereerd, dat Vlad een complot heeft gesmeed met
Mehmed tegen de Hongaren. De Turkse inval in juni 1462 in Walachije en
het redelijk succesvolle verzet van Vlad hiertegen, waardoor Mehmed II
zich zonder resultaat heeft moeten terugtrekken worden niet genoemd.
Uiteindelijk verliest Vlad door het uitblijven van de toegezegde
Hongaarse militaire steun in juli-september de strijd tegen zijn broer
Radu de Schone, die door de Turken wordt ingezet en gesteund als
alternatief, en moet hij in het najaar 1462 naar Transsylvanië
uitwijken.
Met de op schrift gestelde en gezegelde belofte van Vlad wordt verwezen
naar de verraadsbrieven die Vlad op 7 november 1462 "Ex Rothel" in
Transsylvanië zou hebben geschreven en "bij toeval" worden
ontdekt. Zeer waarschijnlijk is Johannes Reudel, de stadspaap van
Brashov de auteur van deze verraadsbrieven.
De tekst van de brief is in afschrift te vinden in de Commentarii van
Pius II, die erbij vermeldt dat de oorspronkelijke tekst Bulgaars
(cyrillisch) was en dat Vlad ook nog dergelijke brieven heeft
geschreven aan de voivode van Moldavië en de Groot-Vizier met
het
verzoek om bij de sultan voor hem te bemiddelen.
|
1001
en schreef* de Hongaarse koning daarop snel
* De brief van 11 februari 1462 en volgende (niet meer
bewaarde)
brieven geschreven in het voorjaar van 1462. Volgens deze versie van
Beheim zou het complot reeds voor 11 februari 1462 gesmeed zijn. De
verraadbrieven van Vlad, waarin hij de sultan om vergeving smeekt en
aanbiedt zijn legers naar Transsylvanië te leiden om zo
Hongarije
te veroveren zijn gedateerd op 7 november 1462. Florescu/McNally
beschouwen in hun laatste publikatie over Vlad Johannes Reudel, plebaan
van Brashov als de auteur van deze verraadbrieven.
|
1011
nam met zijn leger de snelste weg* naar
* Deze snelste weg duurt 3 maanden. Matyas vertrekt op 30 juli 1462 uit
Buda en komt pas begin november in Brashov aan.
|
1021
en bracht veel volk* mee in zijn achterban
* Volgens Roemeense verhalen over zijn vlucht uit Walachije, heeft Vlad
maar een handjevol getrouwen over. Mogelijk zijn er aanhangers uit
Walachije, die voor Radu en de Turken zijn gevlucht in Brashov in
afwachting van de afloop van de besprekingen tussen Matyas en Vlad. De
namen van een aantal bojaren, die Vlad tot in Transsylvanië
trouw
gebleven zijn bekend: Mihai, Stan, Mircea en Minzea of Manzilla, een
bloedverwant van Vlad.
Waarschijnlijk heeft Vlad zijn onderkomen in de wijk Schei, waar veel
Walachijse kooplieden wonen. Deze wijk heeft hij bij zijn beruchte
strafexpedities tegen Brashov zorgvuldig gespaard. De stad Brashov zelf
is voor hem nogal ongezond.
Minstens vijf weken lang**
** Vijf weken. Gevangen name van Vlad vindt plaats op 26 november. Dat
zou betekenen dat hij zich in de 3e week van oktober bij Matyas heeft
gevoegd.
|
1031
En het dodelijke verraad,*
* Hoogverraad is een van de misdaden die in het middeleeuwse Hongarije
gestraft kan worden met de paal (Stiassny, 36). Zo heeft koning
Sigismund een aantal hoge edelen, die ooit tegen hem hebben
samengezworen laten spietsen. Als Vlad inderdaad zich aan dit
bovengenoemde verraad heeft schuldig gemaakt moet hij zich zeker bewust
geweest zijn van het risico dat hij heeft gelopen "The stakes were
high." De troon die hij op deze wijze poogt te herwinnen zou wel eens
het spitse uiteinde van een paal kunnen zijn.
|
1041
een afstand van ongeveer 6 mijlen.*
* Het kasteel Bran is de grenstol met Walachije
|
1051
bij zijn kasteel genaamd Koningstein,*
* Piatra Craiului ligt 6 km ten noorden van de Walachijse tolstad Rucar
en is ook bekend als de vesting Dimbovitza.
Namelijk heer Jan Gyskra van Brandys,**
** Boheems Hussietenleider, tegenstander van Janos Hunyadi. In 1461
sluit hij vrede met Matyas, waarbij hij zich tegen flinke betaling
onderwerpt. Na de mislukte veldtocht van 1467/1468 in Moldavië
valt Gyskra in ongenade en is zijn rol verder uitgespeeld. Beheim stelt
in ander gedicht Gyskra voor als de verpersoonlijking van het
ridderideaal. Dracula, uitgerust met alle negatieve eigenschappen, die
Beheim kan bedenken wordt gevangen genomen door een man die volgens
Beheim in alles zijn tegenpool zou zijn. Deze positieve visie is mede
ingegeven door het feit dat Gyskra tot zijn overlopen naar Matyas zich
altijd een aanhanger van de Habsburgers heeft getoond. Beheim zou
Gyskra persoonlijk hebben kunnen ontmoet tijdens het beleg van Wenen in
1461 door Hertog Albrecht. (S. Andreescu/ R.T.McNally, Exactly where
was Dracula captured in 1462. In: East European Quarterly, XXIII no 3,
september 1989, blz 269-281.
deze lafhartige vijand.***
***De arrestatie vond plaats op 26 november.
Volgens de overleveringen heeft Vlad zich hevig tegen zijn gevangenname
verzet. Men heeft hem echter opzettelijk van het grootste deel van zijn
troepen gescheiden: de burcht Koningstein ligt op een steile berg en
mensen en materieel moeten naar beneden getakeld worden. Op het moment
dat het merendeel van Vlads leger onder aan de berg staat, wordt hij
aangehouden tot grote opwinding en machteloze woede van zijn aanhangers
die niets kunnen uitrichten.
Andere verhalen melden het in deze periode gesloten huwelijk tussen
Vlad en een bloedverwante van Matyas Corvinus. In maart 1462 schrijven
Italiaanse gezanten in Buda in hun brieven over de officiele verloving
tussen Vlad en een verwante van Matyas. Beheim noemt dit huwelijk
echter met geen woord.
Over de eigentijdse verslagen, rapporten en brieven die melding maken
van de moedige strijd van Vlad tegen de Turken zie de eerder gemaakte
opmerkingen.
Lijst van bij deze annoties gebruikte literatuur. |
1061
zorgde voor heel wat drukte, onsteltenis,*
* In en buiten Hongarije komt deze arrestatie als een grote verrassing.
De redenen blijven voor velen ook jaren later nog (zie Bonfinius) in
Hongarije onduidelijk. Kennelijk overtuigt het complotverhaal niet erg.
De Venetiaanse gezanten in Buda krijgen van de Signoria nadere
instructies om diepgaand maar discreet de ware redenen van
Vlad’s
gevangen name te onderzoeken. Het is niet bekend of ze succes hebben
gehad. Rome en Venetië hebben sind het Congres van Mantua in
1459-1460 de Hongaars-Walachijse kruistocht tegen de Osmanen zwaar
gesubsidieerd, maar Matyas heeft dit geld aan andere doeleinden
besteed:
1. Jan Gyskra de Brandysa, de Boheemse Hussietenleider wordt in het
voorjaar van 1462 door hem omgekocht om in Hongaarse dienst te treden,
2. In het geheim betaalt Matyas losgeld voor de Stefanskroon, die in
handen is van Friedrich
Het complotverhaal is ook vooral bedoeld voor Rome en Venetië
en
mogelijk ook voor het Duitse Rijk, waar een kruistochtbelasting wordt
geheven, die via Rome in de hongaarse schatkist terecht is gekomen.
Reeds in 1456 wordt op de Kurfürstentag te Frankfurt a. Main
een
Gravamina opgesteld, waarin de Duitse Natie bezwaar maakt tegen een
monsterlijke belastingdruk aan de Duitsers opgelegd door de Kerk van
Rome, waarbovenop nog de in Duitse ogen hoogst overbodige Turkentiende
is gekomen. De klachten tegen deze belastingen weerklinken ook nog de
jaren na 1456.
Verder heeft Matyas al veel eerder dubbel spel gespeeld. Hoewel hij
zich op het congres te Mantua in 1459-1460 heeft verplicht om het
voortouw te nemen in de geplande kruistocht tegen de Turken en hiertoe
in 1460 zich met Vlad verbindt en een alliantie sluit met de Oosterse
staten Georgië en Trebizonde. Geheel volgens deze overeenkomst
vallen de Oosterse staten in 1461 het Osmaanse Rijk aan met het doel
Mehmed en zijn leger naar het andere einde van zijn rijk te lokken om
daarmee de westerse bondgenoten vrij spel te geven. Terwijl Mehmed
Trebizonde in het najaar van 1461 belegert en Vlad volgens de afspraken
de aanval in december van dat jaar opent met zijn gruwelijke
wintercampagne onderneemt Matyas niets tot grote verbazing van zijn
bondgenoten. Op 1 december 1461 weet de Bosnische koning Stefan
Tomasevic 1 aan Venetië te melden, dat hij zeer sterke
aanwijzingen heeft dat de koning van Hongarije een geheime vrede met de
sultan heeft gesloten, zodat deze zijn campagne in het oosten kan
voeren (Cazacu, 1979).
Als er verraad is gepleegd, dan wel door Matyas Corvinus die in
juni/juli 1462 in het geheim met Mehmet II overeenkomt om zich niet te
mengen in de Turks-Walachijse oorlog, op voorwaarde dat in Walachije de
status quo ante bellum blijft gehandhaafd. Mehmet sluit deze
overeenkomst om zich uit Walachije terug te kunnen trekken om een
opstand elders in het Osmaanse Rijk neer te slaan.
Vergelijk verder het zogenaamde verraad van de Bosnische koning Stefan
Tomasevic in 1459 door Matyas Corvinus met veel misbaar wereldkundig
gemaakt om zijn gebrek aan steun aan deze koning die door de Turken
wordt belaagd te verdoezelen. Stefan wordt beschuldigd Smederovo voor
een grote hoeveelheid goud aan de Turken te hebben verkocht. Deze
beschuldigingen worden in eerste instantie door de Paus voor zoete koek
geslikt. (Late medieval Balkans, p. 575/576)
Vlad blijkt vervangbaar te zijn door zijn broer Radu de Schone. Een
oorlog tussen Hongarije en het Osmaanse Rijk komt beide staten erg
ongelegen. Mogelijk vreest Matyas een Pools-Moldavische aanval als hij
op veldtocht gaat tegen de Osmanen. Zowel Polen als Moldavië
zijn
bondgenoten van de Turken. Bovendien wil Matyas wel van zijn lastige en
eigenzinnige bondgenoot af. Vlad dreigt een onberekenbare en storende
factor te worden in de machtsverhoudingen in de Balkan. Hij is te
onafhankelijk en heeft tot dan iets te veel succes in het bereiken van
zijn doelen. Zijn politiek bedreigt ook de Zevenburgse en Hongaarse
handelsbelangen in het Zwarte Zeegebied.
Toch kan men het de Hongaarse koning niet helemaal aanrekenen dat hij
Vlad niet op tijd te hulp komt.
Mehmet II verspreidt voor hij naar Walachije vertrekt geruchten dat
Belgrado het doel is na zijn veldtocht. Matyas kan het niet riskeren
zijn legers naar Transsylvanië en Walachije te sturen. Als het
duidelijk is dat de Turkse aanval tegen Walachije is gericht is het te
laat om te hulp te komen.
Curieus in deze hele kwestie is de rol van het vredesverdrag dat op 20
januari 1451 tussen Hunyadi en de Turken is gesloten en waarin de
tweeherigheid van Hongarije en het Osmaanse Rijk over Walachije wordt
geregeld. Dit verdrag wordt elke drie jaar verlengd en geldt ook voor
de opvolgers van Vladislav II (1447-1456), dus ook Vlad wordt geacht
zich hieraan te onderwerpen. In dit verdrag zijn namelijk strafsancties
opgenomen. Als de Walachijse prins zijn verplichtingen tegenover een
van zijn leenheren niet nakomt, dan is ook de andere leenheer
gerechtigd hem hiervoor te straffen. (Dracula, Essays..., blz 37) Tot
nu toe heeft geen enkele schrijver de arrestatie van Vlad verklaard
tegen de achtergrond van dit verdrag.
Ongetwijfeld speelt de aankomst van een Weense delegatie in
oktober/november 1462 in Transsylvanië, die steun en hulp komt
zoeken bij Matyas tegen Friedrich III ook een rol in het besluit om
Vlad definitief te laten vallen. Matyas wil deze gunstige gelegenheid
benutten om de Stefanskroon sneller in handen te krijgen. De
Venetiaanse gezant Petro Thomassio, die het gehele jaar door uitvoerig
heeft bericht over de strijd van Vlad tegen de Turken en die in
gezelschap van Matyas mee naar Brashov is gereisd, weet te melden, dat
de Hongaren de verzending naar Venetië van zijn verslagen
gemaakt
tijdens deze weken in oktober en november met opzet tegen houden tot na
de aanhouding van Vlad.
om zich te verantwoorden voor zijn soeverein**
** Er wordt kort na de arrestatie begonnen met een justitieel onderzoek
tegen Vlad, met de kennelijke opzet een showproces te beginnen, maar om
duistere redenen wordt dit onderzoek en het aangespannen proces al heel
snel afgebroken.
en hij werd gebracht naar het slot de
Plintenburg***
*** Visegrad ten noorden van Budapest. Dit oude paleis is vaker
gebruikt voor de huisvesting van hoge politieke gevangenen en
gijzelaars. Vlad wordt werd hier begin 1463 naar toe overgebracht, na
eerst opgesloten te hebben gezeten in de Stompe Toren (Csonka Torony)
te Budapest. Volgens sommige bronnen verdrijft hij in de cel de tijd
met het spietsen van door hem gevangen muizen op miniatuurstaakjes en
verdient hij de kost als kleermaker. Hij verblijft tot de kroning van
Matyas in maart 1464 in Visegrad.
Andere kastelen waar hij mogelijk ook opgesloten zou zijn geweest: de
vestingen Belgrado en Vacz.
Uit een brief van 6 juli 1464 van Franciscus Literatus de Kezi
kastelein van Hunyad blijkt dat deze wordt belast met het toezicht op
Dracula, die op bevel van de koning aan zijn huishouding is toegevoegd
(Urkundenbuch, V nr 3389).
Mogelijk verblijft Vlad in deze periode ook een tijd op de
Hunyadiburcht.
Tussen 1464-1474 woont Vlad met zijn hongaarse vrouw in Pest in een
huis, dat hem ter beschikking is gesteld door Matyas. Ze krijgen samen
2 zoons. In 1474 wordt Vlad officieel in ere hersteld en beschouwd als
kandidaat voor de troon van Walachije. Een mogelijke bekering tot het
Rooms-katholieke geloof zou hierin een rol hebben gespeeld. In de jaren
1474-1476 verblijft hij met zijn gezin in Sibiu, waar hij een huis
heeft laten bouwen.
In februari 1476 neemt Vlad als legeraanvoerder deel aan de Bosnische
campagne van Matyas Corvinus. Samen met de Servische prins Vuk
Brankovitsch Zmaj Ogneni (de Vuurdraak) verovert Vlad de zilverstad
Srebernitza en de vestingsteden Kuslot en Zwornik, die allen worden
geplunderd en verwoest, waarbij hij bij deze gelegenheid een
onverminderde geestdrift bij het uitoefenen van zijn favoriete
tijdverdrijf toont.
In het najaar van 1476 verovert hij met behulp van Stefan van
Moldavië en een Hongaars leger onder aanvoering van Istvan
Bathory
(de latere voivode van Transsylvanië) de macht in Walachije.
Kort
daarop echter trekken zijn bondgenoten zich terug nog voor dat hij de
gelegenheid heeft gehad om een eigen leger te vormen en lieten hem
achter. Op verzoek van Vlad laat Stefan 200 Moldavische lijfwachten
achter. Rond de jaarwisseling vallen de Turken Walachije binnen om de
door Vlad verjaagde Laiota Bassarab weer op de troon te helpen en Vlad
Dracula sneuvelt onder duistere omstandigheden, samen met 4000 soldaten
en zijn Moldavische lijfgarde, waarvan slechts 10 man de slachting
overleven. Over zijn dood doen vele versies de ronde. Volgens sommige
bronnen is zijn hoofd als trofee naar Istanbul gestuurd. Vreemd genoeg
maakt van dit laatste feit geen enkele Turkse bron, die toch zeer
uitvoerig ingaan op zijn wreedheden, de veldtocht van 1462 evenals de
vrijlating en latere strijd, waarin Vlad sneuvelt melding.
Vlad zou rond dezelfde tijd zijn gesneuveld als Karel de Stoute van
Bourgondië. Zijn dood wordt in bijna een adem genoemd met die
van
de hertog in een brief van Leonardus Botta uit Venetië van 1
februari 1477 aan de hertog van Milaan.
De overlevering noemt de kloosterkerk van Snagov als zijn laatste
rustplaats. Roemeense legenden vertellen, dat er tijdens de begrafenis
van Vlad een hevige storm heeft gewoed, waarbij een (door zijn
voorganger Vladislav II gebouwde) kapel van haar fundamenten is gerukt
en in het meer is geblazen. Als het heel hard waait luidden de klokken
die op de bodem van het meer liggen. Uit andere bronnen blijkt
inderdaad dat grote delen van Europa rond de jaarwisseling van
1476/1477 werden geteisterd door hevige kou en zware sneeuwstormen. In
deze periode verschijnt er ook nog een komeet boven Europa. Bij
opgravingen in 1931 blijkt dat het graf waarin Vlad Dracula volgens de
overleveringen zou rusten leeg te zijn.
Het bovenstaande Famosum Carmen dient te worden gezongen op de melodie
van de "Osterweise".
|
|
|
|